John Kelly 

Gevaarlijk spel
De Monsterdokter - deel 4
John Kelly


Geen inleiding, hup meteen in het verhaal: Appie, de ik-figuur loopt op straat en vangt zonder na te denken het voorwerp op dat op hem af komt.
Het was een hoofd! En Appie kende dat hoofd!


‘Hoi Morris!’ zei ik. ‘Waar is de rest van je vandaag?’


Morris vertelt dat het de dag is van de monsterbalbekerfinale, en natuurlijk doet Morris mee, zoals hij aan vele sporten meedoet.
Appie schrikt als er ineens een grote groep monsters op hem af komt. Niet omdat het monsters zijn, daar is hij al wel aan gewend, maar omdat ze roepen: ’Ten aanval!' Dat is nog maar de ene partij, de All-stars. Even later komt de tegenstander, de Bijters ook op hem af.
Morris blijkt de inval-monsterbal te zijn op wie jacht gemaakt wordt en Appie houdt hem vast...
Het is een spel met een boekwerk aan regels, ontdekt Appie, maar hij leert al snel de belangrijkste. De bal moet in een speciaal net, en dat ene doelpunt maakt een einde aan de wedstrijd.
Maar als Morris de vervanger van de bal is, waar is dan de echte bal? Daar komen ze snel genoeg achter. De monsterdokter wordt opgeroepen, eerst om een stel monsters dat volledig in elkaar verstrikt zit te ontwarren, maar dan is er ineens een spoedklus: een Niveau 1.5 geval.


‘Voordat ik ook maar iets had kunnen zeggen vloog de dokter door de kamer en griste ze de hoorn uit mijn handen.
’Niveau 1.5 zei u?’ brulde ze door de telefoon. ‘Hoelang geleden is de patiënt opgegeten?’


Het wordt een race tegen de klok. Dit is pas echt een haastklus. Zou het de dokter en haar assistent wel lukken om de patiënt te helpen?
En die tweede taak die Appie dan toebedeeld krijgt. Hij moet de monsterbal wedstrijd fluiten. Hij, die geen idee heeft van de spelregels, maar wel het dikke boek heeft. En gelukkig ook het volste vertrouwen van zijn baas, de monsterdokter…


Die monsterbalwedstrijd doet enigszins denken aan het zwerkbal van Harry Potter en de zijnen! En verder wordt er duidelijk gelinkt naar de huidige voetbalcultuur. Of kinderen dat door hebben? Maakt niet uit: zij lezen een griezelig avontuur, met veel leuke zinnen en scènes.


‘Na het taartschot…’ ’U bedoelt startschot?‘
‘Nee, en nog eens nee…’


Opnieuw zijn de tekeningen, zwart-wit, gemaakt door Kelly himself, zijn griezelig grappig (zie omslag!). Soms is het een klein tekeningetje, soms paginagroot. Er wordt gespeeld met de typografie, dikgedrukt of grotere letters. Er is een begrippenlijst, en daar vind je een deel van het allereerste hoofdstuk, uit het eerste deel dus. Zo ontdek je hoe Appies eerste kennismaking was met de monsterdokter.


John Robert Kelly (1964, Stockton-on-Tees, Engeland) is illustrator en ontwerper van kinderboeken. Zijn boeken zijn onder andere The Robot Zoo en Everyday Machines, die beide werden genomineerd voor de Rhône-Poulenc Junior Prize.

ISBN 9789048871056| Hardcover | 176 pagina's | Uitgeverij Moon | november 2023
Vertaald uit het Engels door Willem Jan Kok | Leeftijd vanaf 9 jaar

© Marjo, 6 december 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER