De Zuurtjes
illustraties: Benjamin Leroy
tekst: Jaap Robben
“Aan de Selderijstraat op nummer 33 wonen de broers Harry en Huibert Zuur. Hun huis lijkt zomaar een bleek huis met een gekamde deurmat en een schone stoep. Maar wie beter kijkt, ziet dat hun stoep zó schoon is alsof hij dagelijks wordt gestofzuigd.
Binnen bij de Zuurtjes verandert nooit iets. Behalve dat de kamers ongemerkt krapper worden. Nog even en ze zijn zo smal als gangen. Dit komt doordat de Zuurtjes elke maand opnieuw behangen. Harry en Huibert zijn namelijk zo zuur dat zelfs hun bloemetjesbehang ervan verwelkt.”
Zo begint het boek “De Zuurtjes”. We maken kennis met de broers Harry en Huibert Zuur. Ze wonen samen in hun ouderlijk huis. Leven hun leven volgens een vast patroon. Hun ontbijt bestaat altijd uit zure haring dat ze wegspoelen met een kopje witlofthee met een scheutje augurkensap. Drie keer per week maaien ze het strookje groen in hun achtertuin en ’s middags zitten ze in hun stoelen voor het raam en noteren ze alle overtredingen die in hun straat worden gemaakt.
Om beurten lopen ze naar het portret van hun moeder om te kijken of het nog wel recht hangt. En om kwart voor vijf is het tijd voor het dagelijks klachtenkwartiertje van de gemeente. Zo gaat het al jaren, tot grote tevredenheid van de beide zure broers. Maar dan op een dag valt er een brief op de deurmat.
“De Zuurtjes verslikken zich van schrik. “dat, dat, dat is geen rekening, maar, maar…dat is…”piept Harry. Versteend blijven ze op de deurmat staan. Ze halen adem om iets te zeggen, maar blazen dan weer uit. Voor Agaat Zuur staat er op de voorkant. In Huiberts nekt trekt zenuwachtig een spiertje.
Minuten tikken voorbij.
“Misschien…” zegt Huibert, maar hij schudt zijn hoofd. “Als we nou….” “Kunnen we niet….”
Ze kijken allebei naar de brievenbus. Harry strekt langzaam zijn arm en laat de envelop terug naar buiten glijden.
Stilte.
“Er is niets gebeurd,” fluistert Harry. “Afgesproken?”
Huibert knikt. Ze haasten zich terug naar hun stoelen.
Maar het mag niet baten. De brief zet hun rustige en voorspelbare leventje op z’n kop.
Jaap Robben heeft een dolkomisch verhaal geschreven over twee zonderlinge broers. Broers die er rare gewoontes op na houden. Die hun moeder vereren. Als de brievenbus kleppert roepen ze in koor; “ sssttt….moeder slaapt.” Maar waar is die moeder? En wat is er met hun vader gebeurd? En wat is er toch met dat piepklein strookje gras in hun achtertuin, waar niemand op mag lopen?
Het boek is werkelijk fantastisch geïllustreerd door Benjamin Leroy. Zijn grappige en kleurrijke tekeningen zijn een lust voor het oog. Er valt zoveel op te zien. Soms neemt de tekenaar het over van de schrijver en vertelt hij het verhaal. Zoals de droom van de broers. Als ze in hun een nachtje doorbrengen in de pikdonkere caravan.
Een hilarisch boek met allerlei wendingen en ontwikkelingen. Het blijft spannend tot de laatste bladzijde. Met veel plezier heb ik het voorgelezen aan m’n klas. Een groep 7-8. Mijn leerlingen smulden ervan.
ISBN 9789044516715| Hardcover | 161 pagina's | Uitgeverij De Geus | juli 2010
Leeftijd 8+
© Eric Heugens, 10 augustus 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER