De vlucht van de zeemeeuw
Greet Beukenkamp
‘Het is koud hier op het water. Ze trekt de rits van haar jack nog wat omhoog en snuift de zilte, vochtige lucht op. Behalve het geluid van de motoren en het gekrijs van een paar meeuwen is het stil op de boot. Het bovendek is verlaten.’
Schoolkamp. Voor sommigen een feest, voor anderen een gruwel. Met deze 2 havo klas gaan twee leraren en twee moeders mee. Klassenmentor Paul De Wilde is zich er terdege van bewust dat zich in de groep enkele potentiële bommetjes bevinden. Hij hoopt dat de meer autoritaire gymleraar Haneman hen in het gareel kan houden. In de groep bevinden zich namelijk een paar pestkoppen, die het speciaal gemunt hebben op een paar klasgenoten. Een daarvan, Patrick, is weerbaar, de ander, Ivo, absoluut niet.
Deze Ivo is een gevoelige en bedeesde jongen, verknocht aan zijn viool. Hij accepteert alles gelaten, maar wat erger is: de rest van de klas laat het ook gebeuren, terwijl ze echt wel weten wat er aan de hand is. Maar zij zijn bang voor de pesters: Daan is de grootste kwelgeest. Dennis, Bert en Ron zijn meelopers. En er is Chris, die zelf niet lijkt te beseffen wat zijn plannetjes aanrichten. Als hij dat wel beseft is hij een gemenerik pur sang.
Op Terschelling is het voor de volwassenen onmogelijk alles in de gaten te houden, de pestkoppen profiteren er van. De tent van Ivo nat spuiten, de spullen van de jongen in zee gooien, een confronterende foto maken, en nog erger.
Hen achteraf streng toespreken haalt niets uit en ‘ach’, zegt de Wilde: ‘na dit schooljaar valt die groep uit elkaar, eentje blijft zitten, een ander gaat naar het VMBO.’
Nu heeft de Wilde zelf een akelige link met het eiland, iets uit het verleden, misschien handelt hij daarom niet adequaat?
Het kamp loopt in ieder geval allemaal danig uit de hand en komt tot een climax op de bonte avond, de laatste avond.
Het boek eindigt met de bootreis, zoals het ook begonnen is. Een tocht over het water die vergezeld gaat van meeuwen.
‘Opeens breekt de zon door en de veren van de meeuw krijgen een gouden gloed. Tegelijk geeft hij een schelle kreet. Nicolet weet dat hij afscheid van haar neemt, want hij wiekt weg en vliegt in een wijde boog in de richting van de Noordzee. Hij wordt kleiner en kleiner totdat hij niet meer is dan een stip. Hij komt niet meer terug.’
Het voornaamste thema is pesten, maar er komende nog allerlei kleinere thema’s aan de orde. Logisch natuurlijk: zouden het alleen evenwichtige gelijksoortige kinderen zijn, dan was er geen enkele reden om te pesten.
De stijl is belangrijk: het verhaal zou een stuk minder ingrijpend geweest zijn als het door een enkele verteller gedaan zou zijn. Maar alle leerlingen van 2d krijgen het woord. De volwassenen die er bij zijn niet!
Bij iedere leerling lees je over hun eigen besognes, over hun achtergronden, en de reacties op hun medeleerlingen.
Het boek is eerder verschenen in 1992 onder de titel ’Al het water van de zee’. Het is bewerkt en gemoderniseerd (sociale media) voor deze nieuwe uitgave. Grappig: toen was het klas 2a die op kamp ging! Achterin vind je informatie over pesten waar je eventueel terecht kunt, met telefoonnummers voor zowel Nederland als België.
Een goed idee, deze nieuwe uitgave.
Greet Beukenkamp (Haarlem, 1939) was oorspronkelijk onderwijzeres, studeerde later psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Nadat ze was begonnen toneelstukken te schrijven en regisseren voor groep 8 van de basisschool en deze waren uitgegeven, wijdde ze zich aan het schrijven van kinderboeken. In 1992 kwam haar eerste boek Een lange reis op korte pootjes uit en tot 2017 verscheen jaarlijks een boek.
ISBN 9789044841558 | Hardcover | 305 pagina's | Uitgeverij Clavis | juni 2021
Leeftijd vanaf 13 jaar
© Marjo, 19 september 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER