Landjepik
'Wat moet je?'
De jongen opent voorzichtig zijn hand. Er ligt een gouden ring in. Mijn ring. 'Ik wil met je trouwen,' zegt hij.
Dit zegt Evren (17) tegen Ana (15) en deze vraag is bloedserieus gesteld. Ana is zwanger, al 21 weken, en Erven is de vader. Aanvankelijk ontkent Ana dat maar Erven weet het zeker en wil graag zijn verantwoording nemen. Ana wil maar een ding en dat is teruggaan naar Kosovo. Een Turk als man is onmogelijk vindt ze maar toch doet Erven haar wel wat. Hij is aardig voor haar en ze staat alleen in de wereld. Haar ouders zijn vermoord en via veel omwegen is ze in Nederland belandt. Daar heeft ze in mening tehuis en bij diverse pleeggezinnen gezeten. Ze wil weg uit het kille, koude Nederland, ze is alles helemaal zat.
Erven wil haar voorstellen aan zijn ouders maar dat bezoek verloopt niet naar wens. Dan besluiten ze de reis naar Kosovo te gaan maken. Erven rijdt rond in een 'geleende' auto en zolang er bezine in de tank zit moet het lukken, maar dan is de benzine op...
De twee jonge mensen zitten vol plannen maar hun hele sociale omgeving zit hen tegen. Dat is eigenlijk de kern van het verhaal. Ze zijn niet slecht, ze willen wel... Maar als je je ouders hebt zien vermoorden ben je wel een stuk volwassener dan een kind dat hier in het veilige Nederland is opgegroeid. Of als je vader wilt dat jij studeert en arts wordt of advocaat omdat in Nederland die mogelijkheid er is en jij voelt daar absoluut niets voor, je wilt een shoarmazaak, wat moet je dan?
Ana en Erven zijn twee verwonde jongeren die proberen er wat van te maken. Ze doen stoer, zeggen de dingen recht voor z'n raap maar in wezen willen ze hetzelfde, een beetje liefde, een beetje aandacht.
Ze dromen weg over hun zoon, hij zal de topvoetballer worden van Turkije...
Het eind van het verhaal laat je zelf ook 'dromen' je gunt die twee ploeteraars een mooie toekomst.
Derk Visser heeft alles wat Ana en Erven meemaken en denken goed weten te verwoorden door middel van de taal die hij Erven en Ana laat gebruiken. "Zoals Derk Visser zich kan verplaatsen in jongeren zijn er maar weinig. Pubers herkennen zichzelf in zijn boeken en/of leren zichzelf kennen. Maar dat niet alleen, ze maken ook kennis met de leefwereld van andere jongeren. In zijn nieuwe boek gaat het over kinderen die niet in Nederland geboren zijn, maar er wel opgroeien. Een rauw, ruw, heftig en knap levensecht boek." staat in De Lemniscaatkrant te lezen en dat is helemaal waar. Er zijn geen platvloerse scheldpartijen maar ze praten wel heel direct en scherp tegen elkaar...
'Je hebt geluk,' zegt hij. 'Er komt misschien wat vrij. Je moet even wachten.'
'Ik hoor bij haar,'zegt de jongen.
De man bekijkt hem. 'Heb jij geen onderdak?'
'Ik hoor bij haar.'
'Het is een moslim,' zeg ik. 'Dat kan voor overlast zorgen.'[..]
--
'Oké,'zeg ik. 'We hebben verkering. Maar ik weet niet voor hoe lang.'Erven kijkt op. 'En als je maar niet denkt dat ik me laat besnijden.'
'Wij besnijden geen meisjes,' zegt hij. 'Dat doen ze in Afrika. Bij ons besnijden ze jongens."[..]
Alle mannen zijn bij ons besneden, 'zegt Erven. 'Het is normaal.'
Dat je als jochie niets over je eigen piemel te zeggen hebt, dat ze er gewoon een stuk van afsnijden, en dat je daar niets aan kunt doen.'
'Het was alleen de voorhuid.'
'Dat is toch ook een stuk.' 'Het is hygiënisch.' 'Je kunt jezelf ook wassen, daar hoef je niet voor besneden te worden. Wassen jullie jezelf nooit?'
Het bijzondere van dit boek is dat het over twee buitenlandse jongeren gaat die opgroeien in Nederland, dat ben ik nog niet eerder, op deze manier, in een boek tegengekomen. Het verhaal grijpt je aan, zeker de afloop...Zeer de moeite van het lezen waard.
Wel jammer dat de afbeelding en flaptekst van het boek zo 'zoet' is en de indruk wekt dat het hier een eenvoudig, zacht en lief romannetje betreft, dat is het toch echt niet.
ISBN 9789046804599 | Hardcover | 123 pagina's | uitgeverij Nieuw Amsterdam |maart 2009
Vanaf 14 jaar
Dettie, april 2009
Lees de reacties op het forum, klik HIER