Bies van Ede 

Verdwijnkind
Bies van Ede

‘ik heb een jongen in de klas
Een jongetje dat er nooit was
Vandaag was hij er ook weer niet
En niemand anders die hem ziet’


Deze tekst staat voorin het boek van Bies van Ede. Ik dacht de auteur er van te kennen, en ja hoor:


As I was walking up the stair
I met a man who wasn’t there
He wasn’t there again today
I wish, I wish he’d stay away


Hughes Mearns is die auteur. Een Amerikaans pedagoog die vond dat je kinderen moest stimuleren in hun creativiteit.
Bies van Ede zal dit tekstje toch niet voor niets in zijn boek zetten, dus waar gaat het verhaal over?


Biko is de helft van een tweeling, maar zelfs zijn ouders weten dat niet. Hij viel niet op, niemand zag hem. Alleen Jabba, de schoonmaker in het ziekenhuis zag dat er een baby lag, waar niemand naar om keek. Dus deed hij het maar. Hij geeft het jongetje ook de naam Biko, ‘geluksvogel’ in het Tswangi, Jabba’s taal. Hij is erg blij met zijn ‘zoon’.
Maar nog steeds ziet bijna niemand Biko. De leidsters op het dagverblijf niet, de juffen op school niet. Waarom ziet Jabba hem wel? En Loekie, een meisje op het dagverblijf, ziet hem. En wat is er zo speciaal aan de agent die verderop in het verhaal de jongen ook ziet? Daar komen we niet achter.
Natuurlijk heeft een volwassenen wel ideeën, maar het is een kinderboek.
Biko  beleeft avonturen dankzij zijn onzichtbaarheid, het verband met dat gedichtje is niet meer dan dat: een jongen die je niet ziet. Jammer.


Het is een mooi verhaaltje. Een verwaarloosd kind wordt opgenomen en verzorgd door een man die zelf als vluchteling  de nodige ellende heeft meegemaakt. De magie van het gegeven is leuk, maar… Tja, er is een maar, over de magische dingen zeg ik niets, die kloppen per definitie niet. Het verhaal over de file is daar een voorbeeld van.
Maar een vluchteling die in een garage woont, die voor zijn levensonderhoud moet werken en dan toch in z’n eentje een baby grootbrengt? Dat vind ik niets magisch hebben, dat het goed gaat als je een kind de hele dag alleen laat. En later, als Biko zijn broer tegenkomt, en niemand hen uit elkaar houdt terwijl de een een wit shirt draagt en de ander een oranje, dat is prima wat betreft die domme juffen en blinde ouders, maar dat Jabba dat niet doorheeft, dat klopt niet met het verhaal. Vind ik.
Maar eerlijk is eerlijk: het gegeven is leuk,  en de humor van Van Ede is aanstekelijk. Het avontuur met de dieven zit lekker komisch in elkaar, en het gezin van Loekie is ook grappig.


‘de Vlaamse reus tegen zijn haren instrijken’


‘Schoolpleinen zijn voor kinderen hetzelfde als een voetbalwedstrijd voor een supporter: ze worden er knettergek van’


ISBN 9789049924379 Hardcover 128 pagina's Uitgeverij Pimento oktober 2010
Vanaf 9 jaar

© Marjo, 21 februari  2011

Lees de reacties op het forum en of reageer, klik HIER