Alyze Bos 

altDe verschrikkelijke sneeuwman
Alyze Bos


De verschrikkelijke sneeuwman, ofwel Yeti, is een mythe zoals het monster van Loch Ness er een is: het is nooit echt aangetoond dat het dier echt bestaat, maar men gelooft er in en er wordt naarstig naar gezocht. Eefje Suikerhart twijfelt niet! Zij weet zeker dat het beest bestaat! Ze heeft hem immers gezien!


De tienjarige Eefje vindt deze kerstvakantie maar een rotvakantie. Het regent continu - het water staat zelfs tot aan de stoeprand! - en ze gaan nog verhuizen ook. Het gaat namelijk niet goed met de moeder van papa, en Eefs ouders hebben besloten dat ze bij oma intrekken. Er is nu geen tijd om het huis een gezellige kerstsfeer te geven. Eefjes moeder is sacherijnig, ze denkt dat haar schoonmoeder straks steeds op haar vingers zal kijken. Toch is er ook wel iets leuks: Eefje mag op de zolder slapen, en daar staan heel spannende dingen opgeslagen. En het gaat sneeuwen: de wereld wordt wit (opm: als er eerst zoveel water staat, wordt dat volgens mij een zooi, en geen mooie witte wereld!) en een van de verhuizers komt met de slee aangelopen.


Naar het park dus! Ze ontmoet de overbuurjongen en zijn hond, en Roek belooft dat ze een keertje mee mag om de hond uit te laten. Eefje is weer helemaal blij! 
Maar er zijn boze voortekenen: papa laat een spiegel aan diggelen vallen. Eefje ziet een zwarte kat, en die ekster is ook geen goed teken! Die aardige buurjongen woont op nummer dertien... En ja hoor: haar vader timmert op zijn duim.  Het ergste van alles is de ontmoeting in het park als ze in de schemering op weg is naar huis.


‘Ik krijg een naar gevoel in mijn maag en ga sneller lopen. Nog geen tien meter voor me op het pad buigen de takken knappend opzij en een reusachtige gestalte stapt uit de struiken tevoorschijn. Zijn hele lichaam is bedekt met vuilwit haar en hij heeft geen vingers maar klauwen. Verlamd van schrik blijf ik staan. Twee inktzwarte ogen kijken me dreigend aan en mijn hart gaat zo wild tekeer dat het pijn doet. Grommend komt hij dichterbij en een afschuwelijke stank dringt diep in mijn neus. Ik wil wel wegrennen, maar het gaat niet. Ik knijp mijn ogen dicht en voel mijn knieën slap worden. Dan verdwijn ik in een enorme, zwarte draaikolk.’


Maar aan wie Eefje het voorval ook vertelt, niemand gelooft haar. Of toch: de hond gromde steeds maar, zegt Roek. En er is die zwerver in zijn vuilwitte bontjas - waar ze natuurlijk niet mee mag praten - maar die gelooft haar ook...


Dit is een leuk verhaal over een meisje dat overtuigd is van haar gelijk, maar dat niet geloofd wordt. Zelfs haar ouders geloven haar niet en op school wordt ze er om gepest. Na allerlei verwikkelingen wordt het raadsel opgelost. Bestaat de Yeti nu? Of toch niet?


Alyze Bos (1960) groeide op in een Fries dorpje, waar ze verhalen verzon om aan de verveling te ontsnappen. Na een tijdje als actrice te hebben gewerkt bij een kindertheatergezelschap, besloot ze haar verhalen op papier te zetten.


ISBN  9789047706748  | hardcover |132 pagina's| Uitgeverij Lemniscaat| augustus 2015  
Leeftijd vanaf 10 jaar

© Marjo, 8 oktober 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER