Valentina Pattavina

altDe boekhandelaarster uit Orvieto
Valentina Pattavina


Matilde, een alleenstaande veertiger uit Rome, vertelt hoe ze voor de vierde keer in haar leven vlucht: dit keer naar Orvieto in Umbrië. Ze neemt een kamer in een B & B, en loopt heel brutaal een boekhandel binnen om een baan te vragen. De eigenaar, professor Paolini, wordt overvallen door de vraag. Waarom zou hij hulp nodig hebben? Maar toch geeft hij haar de baan. Hij zou willen dat hij dat nooit gedaan had…
Door hem leert Matilde Michele kennen, neef van de professor.
Hij is journalist, en zoekt een nieuwe uitdaging. Nu is er tien jaar eerder een vreemd voorval geweest: men vond een man die niemand uit Orvieto herkende dood, hangend aan een tak, maar met zijn voeten ruim aan de grond. De zaak werd nooit opgehelderd.
Matilde en Michele zien het als de nieuwe uitdaging, en gaan op zoek naar de waarheid.
Dan blijkt het duffe stadje geheimen te kennen.
Het is het verhaal van Matilde die haar leven weer op de rail moet zien te krijgen. Ook zij heeft geheimen. Waarom is ze bang voor een relatie met Michele? Wie is die Livia aan wie ze van tijd tot tijd brieven schrijft?
Het is ook het verhaal van een klein provinciestadje waar men elkaar door en door kent. Bewoners met karakter, de helderziende vriendin van de professor; de grappenmaker die niet ziet dat niemand lacht; de spontaan verschijnenende graffiti op muren, met inspirerende teksten; De zussen die elkaar het licht in de ogen niet gunnen maar de hele dag samen zijn;  het echtpaar met de kruidenwinkel… allemaal met een eigen rol.

Valentina Pattavina laat zien dat ze haar klassiekers kent; er worden allerlei schrijvers aangehaald, en tussen de hoofdstukken vinden we lange citaten vooral afkomstig uit Bijbelse boeken.
Ze vertelt ons op een sfeervolle manier een boeiend verhaal, dat ze zelf een zwarte komedie noemt.
Humor, tragiek en spanning, boeiende karakterschetsen en een overtuigend plot, en dat allemaal in een Italiaans sausje.
Ik kijk al uit naar het tweede boek!


‘Eeuwige lof voor de uitvinder van het bed.
We hebben een lange weg afgelegd sinds de prehistorische bedjes van bladeren. De evolutie heeft ons zover gebracht dat we onze vermoeide ledematen te rusten konden leggen op dierenvellen, vervolgens op kleedjes, daarna op een triclinium, toen op zakken die gevuld waren met stro, maïsbladeren of wol, en nu uiteindelijk op veren matrassen of zelfs waterbedden.’


ISBN 9789022959954 | paperback | 224 pagina's | Orlando |juli 2012

© Marjo, 17 september 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER