Boekenarchief H

Stefan Hertmans

http://www.stefanhertmans.be

 

altDe bekeerlinge
Stefan Hertmans


Stefan Hertmans heeft al twintig jaar een buitenhuisje in Monieux, een klein dorp in de Provence, waar hij ontdekte dat er een stukje geschiedenis zomaar voor het grijpen lag. Hij ging op onderzoek uit, en schreef een boek over Hamoutal, een jonge Joodse vrouw, die hij heeft leren kennen uit een artikel over een elfde-eeuws manuscript. Zij bleek een voorname, christelijke jonkvrouw uit de elfde eeuw, die haar leven vergooide uit liefde voor een joodse jongen, een proseliet. Haar David noemt haar Hamoutal, hetgeen ‘warmte van de dauw’ betekent. Hertmans volgt haar spoor, een reis die hij beschrijft in ‘De bekeerlinge’.


Vigdis wordt in Rouen geboren, in het jaar 1070. Als christelijk opgevoede jonge vrouw wordt van haar verwacht dat ze een man van eigen stand huwt, maar tot grote schrik en ergernis van de familie valt ze voor de joodse David, zoon van een opperrabbijn. En hij voor haar.  Hun toekomst ligt in eigen handen: ze moeten weg uit Rouen.


De reis dwars door het vroegmiddeleeuwse Frankrijk leidt naar Narbonne, waar Davids familie woont. Maar daar is het evenmin veilig, zodat de rabbijn hen naar Monieux stuurt. De ridders van haar vader die op zoek zijn naar haar, krijgen in die tijd steun: er wordt nogal wat afgereisd door christenen. Paus Urbanus II heeft namelijk net opgeroepen tot de eerste kruistocht (de eerste Jihad) en legers met bloeddorstige strijders trekken door Europa op weg naar de heilige stad Jeruzalem. Ze hebben geen voorraden, en plunderen overal waar ze komen. Wie hen iets in de weg legt, moet het vaak met de dood bekopen, door wapengeweld of brandstichting.
Helaas komen de kruisridders ook in Monieux. Vignis, die dan de joodse naam Sarah draagt, weet te ontsnappen met haar jongste kind, maar haar echtgenoot is vermoord en twee andere kinderen ontvoerd. Haar kinderen vindt ze terug, al blijven ze onbereikbaar voor haar. 
Sarah besluit naar Caro te reizen, opnieuw een reis die niet zonder gevaren is.


Terwijl we het spoor van de twee geliefden en later alleen de vrouw volgen, is het eigenlijk vooral de reis van Hertmans zelf waar we over lezen. Het is logisch dat er weinig sporen te vinden zijn van hun leven, hetgeen het wel acceptabel maakt dat de schrijver het verhaal verzint. Hij kan onmogelijk met zekerheid weten of hetgeen hij voor hen verzint ook de waarheid is geweest, maar hij probeert de meest logische wegen te vinden, waarbij hij zoveel mogelijk heeft onderzocht hoe het land er in die tijd uit moet hebben gezien. Soms gaat hij daarbij te ver, alhoewel hij dat zelf erkent. Dat hij bijvoorbeeld in een beeld in een kathedraal zijn hoofdpersoon ‘herkent’, dat kan helemaal niet.


‘Uitgummen: de tankstations, de supermarkten, de drukke voorsteden, de woonkernen, de inrichting van het platteland, de velden en akkers.’ Hij realiseert zich hoe belangrijk het is dat je tussen Rouen en Narbonne veertig wateren moet oversteken. Wanneer hij vastloopt in de Alpen, concludeert hij: ‘Wat een idiote onderneming.’


Tegelijkertijd lezen we een verhaal dat we binnen onze tijd kunnen linken: de Jihad, de vervolging van minderheidsgroepen, de manier waarop men vluchtelingen behandelt.


Aan het eind volgt een verantwoording met de bronnen, waarbij duidelijk is, dat een groot deel verzonnen is. Bepaalde feiten zijn samengevoegd, in de juiste tijd en omstandigheden geplaatst, binnen een romantisch en ook spannend verhaal. Dat mag een schrijver als Stefan Hertmans doen. Hij pretendeert immers niet dat het non-fictie is.  Stefan Hertmans (1951), romanschrijver en dichter, schrijft vanuit de verteller deze op ware gebeurtenissen berustende roman.


ISBN 9789023499626 | Hardcover | 304 pagina's | De Bezige Bij | oktober 2016

© Marjo, 24 februari 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER