jeugd 13-15 jaar

Mikael Engström

jeugd 13Dief van de duivel


Het verhaal gaat over Steppo (eigenlijk Stefan) die pas zijn vader verloren is. Zijn moeder zit nog diep in haar verdriet, maar Steppo doet wat hij kan om haar te helpen. Dat valt niet mee.
Op school wordt hij in de gaten gehouden, men verwacht problemen. Dat die er komen ligt evenwel niet aan het overlijden van zijn vader. De jongens met wie Steppo optrekt zijn Hagan en Dick. Hagan is twee jaar ouder dan de rest van de klas, is meer geïnteresseerd in het non-fictieboek over oorlog dan in de leerstof, en hij doet zijn best om meer met zijn foute broer en diens foute vrienden op te trekken. Hij heeft racistische neigingen, die hij rustig hardop ventileert in de klas waar ook kinderen van allochtone afkomst zitten. Steppos andere vriend is Dick, die geobsedeerd is door seks, drugs en muziek. Om met die ene gitaar mee te mogen spelen in een band doet hij alles, helaas.
In de klas zitten enkele populaire meiden, die buiten school meer geïnteresseerd zijn in oudere jongens, en die hun leeftijdsgenootjes maar broekkies vinden. En er is Eva, die al vanaf de eerste dag dat ze op school kwam het pispaaltje is van iedereen, en dat stilzwijgend over zich heen laat komen.
Terwijl het schoolleven saai en in de ogen van de jongeren zinloos voortgaat, wordt de stad beheerst door een potloodventer, die het vooral op kleine meisjes gemunt heeft en daarbij maskers draagt. Bijvoorbeeld een duivelsmasker.
Steppo stuit op een keer op een klein meisje dat huilend vertelt over die griezel, en hij gaat naar het politiebureau om aangifte te doen. Zo leert hij inspecteur Stal kennen. Dat blijkt later zijn redding, want door Hakans avonturen en zijn eigen lafheid raakt Steppo betrokken bij louche zaakjes.


Het is een flitsend geschreven boek, actief en snel lees je over Steppos avonturen. Het gaat over pubers en de gevaren die op hun loeren in de Grote Boze wereld, over hun eerste kennismaking met de liefde.
De achtergrond is een Zweedse voorstad, met troosteloze gebouwen. De jongeren lijken aan zichzelf overgelaten, normaal voor Zweden, begrijp ik. Gelukkig voor de jonge lezer komt Steppo op tijd tot inkeer..toch een geheven vingertje, en eigenlijk past dat niet bij het voorafgaande verhaal.

Voor meer informatie over de schrijver, klik op de afbeelding


Hardcover | 272 Pagina's | Unieboek BV | 2006 ISBN: 9000036852 Vertaler: Bernadette Custers
vanaf  13 jaar.

© Marjo

Lees de reacties op het forum, klik hier!

 

jeugd 13Tobbe


Tobbe is een knul van een jaar of elf (als ik er van uit ga dat je ook in Zweden op je twaalfde naar de middelbare school gaat).
Het is zomervakantie, en hij zwerft met vriend Lars door hun wijk. Beide jongens hebben thuis niet veel te zoeken. Tobbes vader draait films in een bioscoop, is laat thuis en slaapt lang. De moeder is dood. De vader van Lars drinkt, en als hij flink aangeschoten is wil hij de haren van Lars knippen... maar ook al is hij kapper, als je dronken bent gaat dat niet goed. Lars loopt dus met een muts op, ook al is het hoog zomer. Reden tot pesterijen door de bende van de Bosjesweg. Tobbe was toch al het mikpunt, want hij had zomaar durven scoren in de voetbalwedstrijd tegen de Bosjesweg... de keeper had hem de oorlog verklaard.
Ook al is het zomervakantie, echt leuke tijden zijn het niet voor de twee jongens. Thuis niets te zoeken, op straat steeds uitkijken voor de Bosjeswegbende... maar gelukkig vinden ze een schuilplek op de schroothoop.
Natuurlijk mogen ze daar niet komen, en er loopt ook een gevaarlijke hond die dat terrein bewaakt, maar als Ola, nog een verschoppelingetje, zich bij hen aansluit, blijkt die hond zo mak als een lam. Ola is maar een vreemd joch... hij weet van tevoren wanneer iets gevaarlijk is. Niet dat Lars en Tobbe hem geloven, maar achteraf beseffen ze steeds dat Ola het al gezegd had.
Zo liep hij al over sinaasappels te praten voordat dat ongeluk gebeurde. Voordat de vrachtauto zijn lading sinaasappels over straat liet rollen. Het ongeluk waarbij Lars en Tobbe de chauffeur uit de al brandende cabine trokken. De man werd in de ziekenauto getild en de jongens liepen weg, ze hadden gedaan wat moest gebeuren, en die man zijn benen waren toch kapot, die man ging vast dood. Ze dachten er niet eens meer aan.
Dat die twee agenten hen steeds maar wilden spreken, daar snapten ze niet veel van, maar het had vast te maken met de bende-oorlog , dus maakten ze dat ze wegkwamen.


"De chauffeur keek hen aan "bedankt" zei hij en toen viel zijn hoofd opzij.
"Is hij nu dood?" vroeg Tobbe.
"Nogal wiedes is hij dood," schreeuwde Lars, "het is een en al bloedbrij!"
Eerst kwam de ambulance. Tobbe rende er naar toe en wees de chauffeur waar hij achteruit moest rijden.
"Is hij helemaal hierheen gevlogen?"
Vroeg de ene ambulanceman.
"nee, we hebben hem eruit getrokken."
"mooi."
"maar hij is dood", zei Lars"


Dit is weer echt genieten. Het is wat je een 'beter boek' noemt.
Engstrom vertelt een spannend verhaal, waarbij zijn hoofdfiguur Tobbe niet alleen maar een straatschoffie is. Tobbe is een denkertje, en 's nachts als hij niet slapen kan, praat hij met zijn overleden moeder. Hij vertelt haar de gecensureerde versie van wat er allemaal gebeurt, zodat ze zich geen zorgen maakt over hem.
Verder geeft het boek een beeld van een achterstandwijk. Hij laat de jongens een uitstapje maken naar een betere wijk, waar vrouwen in hun tuintjes rommelen en de mannen hun auto's wassen. De jongens kijken hun ogen uit, maar voelen zich helemaal niet op hun gemak en gaan snel weer weg.
Engstrom komt zelf uit zo'n wijk, en heeft veel autobiografische elementen in dit boek verwerkt. Dit is zijn debuut, en ik weet al dat de opvolger "dief van de duivel" ook een mooi boek is.


Paperback | 260 Pagina's | Unieboek BV | 2004 ISBN: 900003552X vanaf 13 jaar.
Vertaler: Bernadette Custers

© Marjo, december 2006

Lees de reacties op het forum, klik hier!

 

Op het randje

Zoals we van Engström gewend zijn, is het onderwerp niet bepaald vrolijk. Maar het is geen somber boek geworden. 


Mik, 12 jaar oud, groeit op bij een alcoholistische vader en een oudere broer. Zijn moeder is reeds lang overleden. Mik is klein voor zijn leeftijd en wordt daarmee geplaagd. Dus als zijn vrienden op school kattenkwaad uithalen is hij degene die altijd net een beetje verder gaat. Maar als de kinderbescherming er achter komt dat het steeds slechter gaat bij hem thuis (zijn broer raakt op het verkeerde pad, en zijn vader kijkt niet meer naar hem om) wordt er een tehuis voor hem gezocht. Voorlopig mag hij naar zijn tante in het noorden. Tante Lena is een alleenstaande vrouw, een beetje raar eigenlijk, maar ze heeft een gouden hart en Mik raakt erg op haar gesteld. Op school daar in het hoge noorden gaat het ook allemaal prima, vooral met het meisje Pi kan hij het goed vinden. En met dat vreemde stel buurmannen beleeft hij aparte, maar leerzame momenten.
Maar natuurlijk blijft het zo niet: zijn vader is na een ontwenningskuur weer in staat voor hem te zorgen. Tenminste: dat zegt de kinderbescherming. Dus Mik moet weer naar huis. Het duurt even voor het zover is dat Mik niet meer kan verbergen dat hij er helemaal alleen voor staat. Als het zover is, wil hij wel weer naar zijn tante. Maar dat mag niet: er is een pleeggezin voor hem gevonden...
Een aanklacht tegen de jeugdzorg? Er gaat in ieder geval niet veel goed, al zijn de bedoelingen dat vast wel.


"Het ijs bewoog, het golfde. Vlak voor zijn neus was open water. Een groot wak, meters breed, met zwart water. Als een grote waterput. Het noorderlicht en de sterren glinsterden op het wateroppervlak. Een perfecte weerspiegeling van de hemel. Hij schuifelde wat dichterbij. Het oppervlak deinde en het beeld van de hemel draaide en verdraaide. Het leek of de sterren beneden zweefden, diep in het donker. Een put met sterren erin. Een sterrenput. Hij gleed voorzichtig dichterbij, stapje voor stapje. Bij de minste of geringste beweging die hij maakte rimpelden er golfjes aan de randen. Alsof de put met hem praatte, alsof de put zijn bewegingen beantwoordde.
"Mik!"schreeuwde Bengt over het ijs. "Wég daar!!!!!! Dat is levensgevaarlijk!"


Zoals de lezer misschien al van Engström weet: een indrukwekkend verhaal over de minder positieve kanten van het leven. Recht voor zijn raap, soms hard, maar vaak ook humoristisch. Naast beschrijvingen over de troosteloosheid en uitzichtloosheid is er ook de prachtige scène als Mik met zijn vrienden wegloopt en een gevaarlijke tocht over een snelstromende rivier onderneemt.
Een prachtig jeugdboek.


ISBN 9789047504450 Paperback 270 pagina's, Unieboek, juli 2008, vanaf 13 jaar
Vertaald uit het Zweeds door Bernadette Custers

© Marjo, april 2009

Lees de reacties op het forum, klik HIER