jeugd 10-12 jaar

Marc de Bel

http://www.marcdebel.be

 

Nelle
Blankgoud
Marc de Bel


Het verhaal begint in Vlaanderen anno 1635. De vijftienjarige Nelle de Vos heeft al een turbulent leven achter de rug. Zij leefde in armoede bij haar tante in huis maar moest vluchten nadat haar tante Clara (die werkelijk geleefd heeft en waar het eerste deel over Nelle op gebaseerd is) op de brandstapel belandde als zijnde een heks.  Nelle belandde uiteindelijk in het -protestantse - plaatsje Korsele waar ze bij Agripus, de grootvader van haar vriend Wiete, een veilig en plezierig onderkomen heeft gevonden.


Maar de strijd van de katholieken tegen andersgezinde mensen is nog steeds gaande. De meest fanatieke 'jagers' zien overal het kwaad en de duivel in. Natuurlijk vinden zijn het poppenspel dat Wiete en Nelle op de kermis van Auweghem opvoeren ook een spel van 'duivelsche kunstemaekers'. Opnieuw komen Nelle en Wiete in de problemen dankzij 'de pilaarbijters' zoals de jagers genoemd worden. Nu Nelle in verwachting is, willen ze geen toestanden meer en het ondernemende stel, besluit, aangelokt door verhalen van vrienden, naar Veere te trekken waar ze aanmonsteren op het koopvaardijschip De Zeemeeuw om hun geluk te beproeven in het warme Nieuw-Nederland waar poppenspelers gewaardeerd worden.


Nelle en haar vriendin Mona zijn vermomd als scheepsjongens aan boord gegaan, anders hadden ze niet mee gemogen. Vrouwen aan boord brengen ongeluk is immers het gezegde. Ze heten nu Wannes en Pieter. Het leven aan boord bevalt Wannes wel, ondanks het harde werk en en het slechte eten. Alleen kan ze natuurlijk, tot hun beider spijt, niet het bed in duiken met Wiete...
Maar ze vindt haar reis prettig en de zee fascinerend. Er zijn naast een paar vervelende ook een aantal sympathieke zeelui aan boord waar Wannes, Wiete en Mona veel van leren. Maar zoals te verwachten viel wordt de vermomming van de meiden ontdekt, de kapitein zal zijn maatregelen treffen tegen zulke ontoelatend gedrag... 


Mona en Nelle hebben echter geluk, hoewel... het schip wordt gekaapt door Murat Rais, en zijn bemanning. Murat is een Nederlander die nu het Islamitisch geloof aanhangt. Tot hun schrik, blijkt dat de bemanning en gasten vervoerd zullen worden naar Algiers om als 'blankgoud' verkocht te worden. Maar zoals gezegd, de meiden, inclusief Sara de dochter van de familie Pieterzoon de Vries  hebben geluk. Ze belanden in het zeer luxe verblijf van Murat Rais en die heeft een zeer aantrekkelijk zoon waar Mona gelijk een oogje op heeft. Ze zijn wel verplicht bij zoonlief de nacht door te brengen als hij daar om vraagt. De vrolijke, nonchalante en ondernemende Mona heeft geen enkel bezwaar tegen, integendeel, maar Nelle denkt aan haar Wiete bovendien is ze zwanger, ze moet er niet aan denken, dat kan toch niet...

Wiete heeft het ondertussen zwaar, hij heeft het veel minder getroffen dan Nelle Zijn leven is zwaar, hij heeft een zware ketting aan zijn been en moet met stenen sjouwen. En dan breekt ook nog eens de pest uit... Ze kunnen nergens meer heen. 
Hoe moet dat nu verder? Zullen de vredelievende paters het tij doen keren? Of wordt het allemaal nóg erger?


Het is een heerlijk avontuurlijk verhaal en de jonge verliefde Nelle en Wiete zijn vrolijke, positieve mensen die overal wel een lichtpuntje in zien. Vindingrijk als ze zijn, weten ze zich aldoor uit diverse hachelijke situaties te draaien, soms is het een beetje op het randje van onwaarschijnlijkheid, het kan allemaal net, maar ach wat geeft het. Of ze ooit weer in het gezellige huisje van de lieve Agripus zullen belanden blijft echter nog de grote vraag.


Marc de Bel heeft zich duidelijk zeer goed verdiept in de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Het woordgebruik, de kleding, het eten, alles klopt. Kortom, het is een lekker boek waarin je ook nog eens veel opsteekt over het leven en de geschiedenis in de zeventiende eeuw.


Nelle, Blankgoud is het vervolg op het meermaals bekroonde boek Nelle, De heks van Cruysem, maar kan ook afzonderlijk worden gelezen.


ISBN 9789461314659 | Paperback | 270 pagina's | Van Halewyck | 12 april 2016
Leeftijd 12+

© Dettie, 20 februari 2017

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

height="167"Het Monster van het Mistmoeras
Sagen van het Dassenbos deel 2
Marc de Bel


Na een aantal spannende gebeurtenissen is de rust in het Dassenbos weergekeerd. Niemand hoeft meer in angst te leven, wat natuurlijk reuze prettig is. Toch is het voor vier kersverse helden moeilijk om van de rust te genieten. Vossen Fea en Slink, das Brom en eekhoorn Pips vervelen zich. Het is veel te rustig in het Dassenbos.


Gelukkig vrolijkt het Grote Zonnefeest het viertal wat op. Er worden vrolijke liedjes gespeeld en de oudere dieren drinken grote hoeveelheden bramenwijn. Wanneer de broertjes Ralf en Wort Konijn op het punt staan een wel heel bijzonder lied te zingen, gebeurt er iets onverwachts. Uit het struikgewas naast het podium komt een modderig dier tevoorschijn. Volledig uitgeput zakt de onbekende in elkaar. Dan ziet Brom wie het is. Het is… zijn tante!


Tante Mara is vorig jaar met haar gezin naar het Grote Everwoud achter de Sneeuwbergen verhuisd. Haar tweelingzus Mona woonde daar al. Pas na een groot glas bramenwijn is Mara in staat te vertellen wat er aan de hand is. Mara legt uit dat ze aanvankelijk erg van haar nieuwe leven genoot. Het nieuwe huis was prachtig en er was eten in overvloed. Koning Skrofus Everzwijn zorgde ervoor dat het volk veilig was. Maar toen gebeurde er iets vreselijks. Er verscheen een monster. Het Monster van het Mistmoeras.


Eerst verdwenen alle sterke mannen. Ook Mara’s echtgenoot Binkel werd door het monster ontvoerd. Tot overmaat van ramp worden nu ook steeds meer kinderen ontvoerd! Mara en de andere moeders uit het Everwoud zijn wanhopig. Koning Skrofus heeft beloofd het monster te verslaan maar er gebeurt helemaal niks. Wel heeft Skrofus de belastingen flink verhoogd om zijn leger uit te kunnen breiden. Mara besloot om samen met een aantal andere dappere moeders naar het Dassenbos te reizen om hulp in te roepen. Helaas was de tocht veel zwaarder dan verwacht. Alleen Mara is erin geslaagd het eindpunt te bereiken. De anderen hebben het niet gehaald, ook Mona niet.


Om een Monster in een Mistmoeras te verslaan zijn echte helden nodig. Fea, Slink, Brom en Pips aarzelen maar heel even en bieden dan hun hulp aan, ook al is het monster enorm gevaarlijk:


Het is een enorm beest, nog een flinke kop groter dan een beer, met een stel hoorns als van een oude hertenbok en vreselijk grote, vlijmscherpe klauwen. En het stinkt afschuwelijk naar goor en rotte eieren.


Samen met tante Mara gaan ze op weg. Het is een lange tocht door gebieden vol Morfen, Fnurken, Frieskels, Knorks en… Onweerwolven. Onweerwolven wonen in het schemerbos en ze zijn veel groter dan weerwolven. Toch zijn ze niet gevaarlijk, behalve… als het onweert. Dan worden ze wel tien keer sterker dan normaal en veranderen ze in levensgevaarlijke monsters. De vier dappere helden kunnen maar beter geen vriendschap met een Onweerwolf sluiten maar heus, het exemplaar dat ze tegen het lijf lopen is erg vriendelijk. De Onweerwolf in kwestie heet Bronk. Ook hij heeft een hekel aan het Monster van het Mistmoeras. Zijn lieve vriendin Lupia – een fantastische naam voor een wolf! – is onlangs verdwenen…


Het Monster van het Mistmoeras is het tweede deel van Sagen van het Dassenbos. Als je het eerste deel niet hebt gelezen, is dat geen ramp. Hoewel er af en toe naar de gebeurtenissen uit het eerste deel wordt verwezen, is het een op zich staand verhaal. Een superleuk verhaal zelfs!


Het Monster van het Mistmoeras gaat niet alleen over een monster maar ook over vriendschap. De vrienden steunen elkaar door dik en dun. Ook gaat het boek over vertrouwen. Welke wezens die de helden tijdens hun reis tegenkomen zijn te vertrouwen en welke wezens niet? Bronk is bijvoorbeeld een prettige reisgenoot, maar wat zal er gebeuren als het gaat onweren?


Zullen de vrienden in staat zijn het gruwelijke monster te verslaan? Daar kom je alleen achter als je dit leuke, spannende, fantasievolle én avontuurlijke verhaal leest. Ook aan vrolijke grapjes is gedacht. Je zult daarnaast genieten van de prachtige illustraties – die aan gedetailleerde potloodtekeningen doen denken – van Frieda Van Raevels. Een dikke pluim voor zowel de auteur als de illustrator!


ISBN  9789462344976 | hardcover | 175 pagina's| Abimo | juni 2016
Geïllustreerd door Frieda Van Raevels
Vanaf 12 jaar

© Annemarie, 14 juni 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altDe vloek van Horkus
Marc de Bel


Fea, de vossin, Brom de das, en Pips de eekhoorn hebben de strijd tussen hun voorvaderen en de Vuurgnurkels niet meegemaakt, maar kennen het verhaal door de overlevering. Ze spelen graag na hoe Horkus de Grote, die ter zijde gestaan werd door de vraatzuchtige Skrieps en de boosaardige Knekkers verslagen werd de dappere strijders uit het Dassenbos, onder leiding van koning Bolderus. Woest was Horkus, en hij sprak een vloek uit:


‘De eerste kleinzoon en troonopvolger van koning Bolderus zal sterven in de nacht van de eerste volle maan na zijn geboorte en alle pasgeboren jongetjes met hem.’


En nu is die tijd aangebroken: de eerste kleinzoon is geboren! En dat niet alleen: Fea heeft broertjes en zusjes en ook Broms moeder krijgt binnenkort kleintjes. De vloek moet verbroken worden en dat kan alleen als de Eeuwig gloeiende wenssteen vernietigd wordt. Maar die bevindt zich in onderaardse grotten van de Zwarte Vuurberg, en wordt bewaakt door Smorkh de draak. En om daar te komen moet je door het Goormoeras, waar de Knekkers wonen, en door het Doornbos  waar de Skrieps huishouden.


Verschillende pogingen zijn al ondernomen, maar steeds kwamen de overlevenden onverrichter zake terug. Een laatste poging wordt ondernomen, onder leiding van prins Borak, de kersverse vader. Fea, Brom en Pips willen mee natuurlijk. Maar dat gaat niet gebeuren, ze zijn te jong!
Eh, wie zegt dat? Ze zijn het er absoluut niet mee eens! Ze verstoppen zich in een kar en beleven onderweg allerlei spannende en gevaarlijke avonturen.
Ze maken vrienden, lopen tegen vijanden aan. Soms beloven ze na afloop van de strijd terug te komen om te helpen: een soort vliegtuig uittesten bijvoorbeeld, of helpen met de oogst binnenhalen. In ruil daarvoor krijgen ze hulp, of nuttige tips.
Zal het hen lukken de steen op tijd te vermorzelen?


Zoals dat gebruikelijk is in een fantasyboek voor jongeren, zie je als je het boek opent (en sluit) het landschap getekend waar het verhaal zich afspeelt. Dan volgt een spreuk:


‘Je wordt geen Ridder, Krijger, Strijder of hoe je het ook noemen wilt, omdat een of andere koning jou die titel geeft, maar om wat je doet voor anderen...’


De inhoudsopgave, en dan het voorstellen van de personages met tekeningen van Frieda van Raevels. Zij maakt hele mooie zwart-wit tekeningen die we ook terugvonden tussen de hoofdstukken en prima passen bij het verhaal. De engerds zijn eng zonder angstaanjagend te worden.
Het is een erg leuk verhaal over moed en vriendschap, over de strijd tussen goed en kwaad, in een land zoals wij dat niet kennen, maar dat wel heel herkenbaar is, omdat de personages menselijke trekjes hebben. Natuurlijk herkennen we elementen uit de meer bekende fantasyromans, maar die zijn verwerkt op een nieuwe manier.
Dit smaakt naar meer. En gezien het feit dat er op de omslag staat : ‘Sagen uit het Dassenbos’ komt dat er vast wel!’


ISBN 9789462343405 | Hardcover | 205 pagina's | Uitgeverij Abimo| maart 2015
Illustraties van Frieda van Raevels Leeftijd vanaf 12 jaar

© Marjo, 4 april 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER