jeugd 4-5 jaar

Kim Veenman

Ik vlieg!
Met dieren in de lucht
Kim Veenman


Iedereen heeft dat gevoel vast wel eens (gehad): je ziet die vogels hoog in de lucht zweven en je denkt: dat zou ik ook wel eens willen! Maar helaas: de mens is niet uitgerust met vleugels, wij kunnen niet vliegen.


Je kan er wel van dromen, zoals de jongen in dit boek. Zijn fantasie neemt hem mee, de lucht in en hij vliegt alsof hij een vogel was. Een koolmees, of hoger: een gans. Of nog hoger: een condor! Met van die enorme vleugels!
Maar er zijn ook dieren die laag vliegen, zou dat ook niet leuk zijn: als je als een hommel razendsnel met je vleugeltjes beweegt en van bloem tot bloem gaat. Of een libel, laverend over het water!
Wat zou je allemaal kunnen zien daar hoog in de lucht? Of juist laag tussen de bloemen?


En weet je: er zijn nog meer dieren die kunnen vliegen! Vissen! Jawel: er bestaan vliegende vissen!
En wat dacht je van een spin! Die zweeft met een spinnenparachute de wereld over. Gaaf!
Je kan overal heen, gewoon met de wind mee.
En dan heb je nog de vliegende eekhoorn en slangen die lijken te vliegen als ze zich van de ene tak naar de andere bewegen.


En wist je dat er zelfs vliegende draakjes zijn? Nee, dat is geen verzinsel: achterin het boek, als je met al die dieren mee hebt gevlogen en gezien hebt wat zij zien, staat er over diezelfde dieren nog allerlei informatie.
Bijvoorbeeld: Vliegende draakjes worden ook wel vliegende hagedissen genoemd, en er zijn meer dan 40 verschillende soorten! Hun vleugels zijn een soort parapluutjes van huid die ze tegen hun lijf opvouwen als ze niet vliegen. Ze kunnen wel 100 meter ver komen, tot een hoogte van tien meter.
Maar de koolmees lijkt misschien wel gewoon, maar is evengoed bijzonder.
Want hoe kan het dat zo’n klein vogeltje kan wat wij niet kunnen, namelijk vliegen?


Kim Veenman legt dat heel duidelijk uit, zoals ze dat ook over de andere dieren doet. Ze vertelt dat ze bioloog is, en als kind al droomde dat ze kon vliegen. Helaas voor Kim: dat zal haar nooit lukken. Maar ze kan er wel over dromen. Dromen dat ze vliegt als een gans, of een vliegende vis.


Ze heeft met dit boek een zeer geslaagde poging gedaan om ook kinderen te laten fantaseren over hoe het zou zijn om te vliegen. Haar illustraties vullen steeds twee pagina’s waar de tekst op afgedrukt is, zonder dat die overheerst. Je ziet het betreffende dier, en hetgeen het dier ziet. Bij de meeste dieren stelt ze als het ware scherp op wat je zou zien als je zelf kon vliegen als die vogel, of die hommel. In het eerste geval kijk je van grote hoogte naar de aarde, in het tweede geval zijn de bloemen en grashalmen juist heel groot. Om het scherpe beeld heen vervaagt het beeld naar de randen toe. Dat geeft een extra dromerig effect. Hier is goed over nagedacht!


Kim Veenman is een bioloog die schrijft en illustreert voor onder meer de tijdschriften Roots Magazine, Buitenleven Magazine en National Geographic Junior.

https://www.youtube.com/watch?v=8TwWQzFYeNI


ISBN 9789047713111  | Hardcover | 32 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | maart 2021
Afmeting: 29,7 x 25 x 1 cm | Leeftijd vanaf 4 jaar

© Marjo, 31 maart 2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER