Karel Glastra van Loon

Ongeneeslijk optimistisch


Begin 2004 werd er bij Karel Glastra van Loon een hersentumor ontdekt. De populaire schrijver van onder andere de romans “Lisa’s Adem” en “De Passievrucht” besloot in zijn column voor het weekblad Margriet regelmatig verslag te doen van zijn strijd tegen de naderende dood. Over zijn zoektocht naar genezing, over de waarde van het leven, over het geluk in kleine dingen en over zijn onvoorwaardelijke liefde voor zijn vrouw en drie jonge kinderen. Maar ondanks een zeer positieve instelling en verschillende strohalmen die door Glastra van Loon telkens met volle kracht werden gegrepen, bleek de auteur niet opgewassen tegen een op voorhand al ongelijke strijd. Na een gevecht van ruim anderhalf jaar overleed hij op 1 juli van dit jaar.


Opgedragen aan zijn kinderen Bobbie, Noa en Dante is “Ongeneeslijk Optimistisch” enigszins vergelijkbaar met het eveneens zeer ontroerende “Schaduwkind” van P.F. Thomése, die een schrijnende document schreef over zijn overleden dochtertje. Maar waar “Schaduwkind” zeer intiem en moeilijk leesbaar was, koos Glastra van Loon ervoor om in zijn columns vooral de hoop en zijn liefde voor het leven centraal te zetten. Beide boeken zijn natuurlijk vanuit een heel ander perspectief geschreven en in dat opzicht dus per definitie niet te vergelijken, maar vormen samen toch twee zeer belangrijke documenten binnen de Nederlandse literatuur. Tijdens het lezen van de verschillende, korte hoofdstukken van “Ongeneeslijk Optimistisch” merk je heel subtiel alle veranderingen in het ziektebeeld van de auteur. Hoewel de hoop op een wonder tot het eind blijft, merk je ook dat Glastra van Loon weet dat hij het niet gaat redden. Hij probeert zijn kinderen zoveel mogelijk herinneringen mee te geven en de korte tijd die hij nog met ze heeft zo optimaal mogelijk te benutten. Maar tegelijk blijkt hij ook nog tijd te maken voor andere belangrijke mensen in zijn leven en toont de auteur zich een krachtige en bewonderenswaardige persoonlijkheid.


Maar plotseling is het afgelopen met de columns en moet Karin Kuiper, zijn dierbare vrouw, de laatste zinnen op papier zetten. Net als haar man doet ze dat op zeer indrukwekkende wijze en schrijft ze een teder afscheid die de lezer doet snakken naar adem. Karel Glastra van Loon was ongeneeslijk optimistisch en weigerde zich neer te leggen bij zijn aanstaande dood. En met dit mooie boek (en zijn eerdere romans) heeft hij in wezen zijn eigen onsterfelijkheid ondubbelzinnig bewezen.


Hardcover | Nieuw Amsterdam | 2005 ISBN: 9046800164

© Eric, 22 oktober 2005

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

De onzichtbaren


In dit boek vertelt Min Thein, een blinde vluchteling uit Birma , behorend tot het volk van de Karen, en levend in een vluchtelingenkamp in Thailand zijn levensverhaal aan een schrijver die hij in dit kamp ontmoet.


Het verhaal begint in de jeugd van Min Thein, de dood van zijn broertje, zijn eerste grote liefde, Yi Yi Win die hem betrekt bij de op gang komende studentenprotesten van 1974 tegen de dictatuur van generaal Ne Win, Het studentenprotest vindt zijn hoogtepunt bij de begrafenis van U Than, voormalig secretaris-generaal van de Verenigde Naties en tegenstander van het regime van Generaal Ne Win. Deze begrafenis eindigt in een bloedbad. De rol die Yi Yi Win hierbij eventueel speelt blijft onduidelijk, er wordt verraad gesuggereerd, ook later in het boek als ze weer opduikt, maar echt duidelijk word dat niet.


Na de opstand gaat Min Thein rechten studeren, en wordt advocaat. Hij verdedigt mensen die het gewapend verzet van het volk van de Karen (die een eigen onafhankelijke Karen staat willen) gesteund zouden hebben. Na martelingen bekennen deze mannen, maar tegen alle verwachtingen in worden ze toch vrijgesproken. Zijn relaties met de autoriteiten van de stad verslechterd hierdoor, en dat wordt er niet beter op als hij besluit om een plaatselijke afdeling van de oppositiepartij op te zetten (de partij van de Birmaanse politica Aung San Kuu Kyi). Uiteindelijk word het te gevaarlijk, en vlucht Min Thein met zijn zwangere vrouw en zijn schoonfamilie.cOnderweg wordt het dorp waar ze verblijven aangevallen door vijandige rebellen, een aanval die zijn vrouw niet overleeft. Min Thein wordt blind door de aanval.
Zo komt hij uiteindelijk in het Thaise vluchtelingenkamp terecht, waar hij de jongen Tommie ontmoet, die hij zijn kleine ogen noemt. En daar ontmoet hij ook de schrijver aan wie hij zijn verhaal vertelt.


Karel Glastra van Loon verbleef op uitnodiging van Stichting Vluchteling met zijn gezin drie maanden in een vluchtelingenkamp in Thailand tussen vluchtelingen uit Birma.Uit de mensen die hij daar ontmoette vormde hij de hoofdpersoon van Min Thein, en de andere personages van deze roman. Het boek heeft duidelijk tot doel om een beeld te schetsen van de vluchtelingen van Birma, van het regime van Birma, en de martelingen die onder dat regime plaatsvonden.
Het goede van dit boek vond ik dat inderdaad mijn aandacht gevangen werd door de problematiek van een land en van een groep vluchtelingen waar ik niet zo veel van wist.
Kritiekpunt is dat de schrijver doordat hij zo graag van deze problematiek en het onrecht vertellen wil af en toe zijn doel voorbij schiet... hij heeft een boodschap en wil die oneerbiedig gezegd bijna in de vorm van een roman proppen waardoor het af en toe door de verschillende stijlen en gezichtspunten wat moeizaam leest. Desalnietemin vond ik het een zeer boeiend boek om te lezen.
En je ontkomt niet aan de gedachte wat een gemis het is dat zo’n geëngageerde auteur in de toekomst niet nog heel veel van dit soort boeken schrijven kan.


Bij dit boek is ook een fotoboek verschenen van fotograaf Jan Bogaerts.


Paperback | 256 Pagina's | Veen, L.J. | 2005 ISBN: 9020403419

© Willeke, 22 december 2005

Reageren? Klik hier!