Waan en willekeur
J.T.B. Jansen
In deze bundel met verhalen – zes stuks – worden in chronologische volgorde elementen die te maken hebben met de Tweede Wereldoorlog aangekaart. We beginnen met ‘Voorbij de catacomben’ in 1940, een verhaal dat eerder verscheen als novelle. Het gaat over een soldaat, die zich er niet van bewust is dat de capitulatie op dat moment een feit werd, en op een eigen manier strijd voert tegen de vijand. Zijn compagnie is hij kwijtgeraakt. Hij dringt een huis binnen, er is niemand meer. Geen Duitsers, soldaat of bewoner. Rust? Eindelijk rust?
‘Alleen ik,’ dacht hij en hij keek de kamer rond. Als ging de oorlog door totdat alle steden in puin lagen en de bewoners vermoord waren, niets zou hij er meer van zien en niets zou hij er meer van horen. Blind en doofstom zou hij zijn voor alle explosies. (-) Na het kabaal nu niets dan stilte, alsof zijn ogen bekleed waren met fluweel. Boven op een bed kon hij in slaap vallen en bijkomen van alle vermoeienissen. Als hij wakker werd, zou hij de ramen opengooien en de parfumlucht verdrijven. Soms zou hij nog naar de berichten op de radio luisteren, maar hij was vergeten waar het over ging.’
Het zal enigszins anders gaan als hij hoopte.
Dat is bij de hoofdpersonen in de andere verhalen ook het geval. Het zijn eenlingen die een manier moeten vinden om om te gaan met een veranderende wereld. Ze voelen zich tekort gedaan, of ze worden echt tekort gedaan. Xavier, de jongen in het verhaal ‘Kuuroord’, gaat op bezoek bij zijn zus die zich in een inrichting bevindt. De lezer die bekend is met de wandaden van de Duitsers, voelt de afloop aankomen, maar natuurlijk heeft de jongen geen idee.
Zo gaan we de oorlog door, en worden geconfronteerd met het feit dat er voor Joden en zigeuners, en - in de ogen van de bezetter nutteloze - mensen als bejaarden en geestelijke gestoorden weinig hoop was. Hun lot staat al vast, in het verhaal over Arthur wordt die dood al aangekondigd in de eerste zin, maar ook zonder aankondiging kan de afloop haast niet anders zijn. Daar komt nog bij dat de hoofdpersonen geen krachtige personen zijn die een weg uit hun ellende weten te vinden. Ze zijn geen bijzondere mensen: zij nemen het leven zoals het komt, hebben nauwelijks verweer.
Dat neemt niet weg dat alle verhalen beklemmend zijn. Niet vanwege de uitkomst dan, niet vanwege een spanning die je vindt in oorlogsboeken, maar door de schok die de verschrikkingen van de oorlog iedere keer opnieuw teweegbrengen en de psychologische impact op een mens.
En doordat het verhalen zijn over gewone mensen in bijzondere omstandigheden. Je vraagt je steeds af wat je zelf zou doen als je in zo’n situatie zat!
Er is een inleiding, die eigenlijk overbodig is. Door de verhalen wordt duidelijk wat de bedoeling is.
‘De mens is niet rationeel.’ ‘Wat deze personages niet kunnen inzien, is dat dit leven geen zin kent, slechts de waanzin die eenieder er zelf aan geeft.’
De schrijver vraagt in dat creditorium wie hij een dienst heeft bewezen met deze verhalen: ‘Het papier niet, mezelf niet en de lezer nog minder.’
Niet de lezer? Hoezo niet de lezer? Het zijn indringende, goed geschreven verhalen over het falen van de mens. Schrijver dezes kijkt uit naar meer van JTB Jansen, over welk onderwerp ook.
J.T.B. Jansen (Amsterdam, 1955) studeerde literatuurwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. In 1985 debuteerde hij met de novelle ‘Voorbij de catacomben’.
ISBN 9789491773693 | paperback | 414 pagina's | Palmslag| november 2017
© Marjo, 24 januari 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER