jeugd 13-15 jaar

Joyce Pool

http://www.joycepool.nl

Zie ook de Leestafelrecensies over boeken van Joyce Pool in de categorie romans.

 

Het kompas
Joyce Pool


1950
In het eerste deel van dit waargebeurde bijzondere verhaal maken we kennis met Davey, een jonge scout van zestien jaar, woonachtig in Mortlake een buitenwijk van Londen, gelegen aan de zuidelijke oever van de Theems. De Tweede Wereldoorlog is net voorbij. Het land is volop bezig de opgelopen oorlogsschade te herstellen.


De jongens van de seascoutgroep missen het avontuur van de oorlog diep in hun hart wel een beetje. Maar gelukkig worden er avontuurlijke reisjes georganiseerd en Davey kan niet wachten tot hij kan vertrekken met de andere negen jongens. Ze gaan het kanaal oversteken, naar Calais, met de whaler (een walvisvaarderssloep) de Wangle III. Davey is blij dat zijn altijd vrolijke, grote vriend Brian, ook mee gaat. Maar Davey heeft de laatste tijd van die rare steken in zijn buik. Natuurlijk vertelt hij dat niet aan zijn moeder, zodirekt mag hij niet mee! Maar de pijn kan hij niet langer maskeren en na een bezoek aan de dokter is het een feit. Davey kan niet mee.
Met een bezwaard hart zwaait hij de jongens uit. Niet wetende dat het de laatste keer is dat hij ze ziet...


Een week later wacht hij zijn vriend en scoutingmaatjes op. Maar al wat er komt, geen Wangle III. En een week later nog steeds niet. De onzekerheid over het lot van de jongens is vreselijk. Iedereen verzamelt zich in het clubhuis. Davey wil eigenlijk alleen maar aan de oever van het 'strandje' zitten, turend en kijkend naar het water, want misschien... Helaas is het vergeefse hoop.


Er komen berichten uit Duitsland en Nederland dat er lichamen zijn gevonden. Zes in totaal. Er volgt een hoop geregel om de lichamen bij elkaar te brengen. Ze zullen begraven worden op Texel. Geld om de lichamen thuis te brengen is er niet. Zo vlak na de oorlog heeft niemand geld. Dat is een hard gelach voor de familie en vrienden, maar er is niets aan te doen. Het verdriet is groot bij iedereen en voor Davey in het bijzonder... Als hij geen buikpijn had gehad dan was hij nu ook...
Dat besef is zwaar en moeilijk. Het enige wat Davey nog heeft is het kompas van Brian, die nog van Brians opa was geweest. Davey moest er op passen...


Het verhaal over de onfortuinlijke reis van de Wangle III is op verzoek van Annemarie Witte van Scouting Texel geschreven. Zij vertelde over de tragische gebeurtenis van de Engelse seascouts en de uiteindelijke begrafenis op Texel. Annemarie zegt vervolgens: 'Onze groep verzorgt het graf, maar het vergaan van de Wangle III is nu zo lang geleden. Het wordt steeds lastiger om aan de kinderen uit te leggen waarom wij dat doen. Zou jij in twee korte verhalen iets van de geschiedenis kunnen beschrijven?'
Aangezien Joyce Pool zelf op Texel woont, kende ze het graf wel, maar niet het verhaal erbij. Ze is echter onmiddellijk geïnteresseerd.
En zo is het idee voor het boek 'Het kompas' ontstaan.


In het eerste verhaal heeft Joyce Pool zich op ontroerende en aangrijpende wijze ingeleefd in de bewoners van Mortlake, zij geeft weer hoe dit akelige ongeluk voor die mensen geweest moet zijn. Het gefingeerde personage Davey is de vertolker van al deze gevoelens. Dat heeft Joyce Pool erg integer en stijlvol gedaan.


In het tweede deel wordt door Joyce Pool en haar man, journalist Pip Bernard, verslag gedaan van de research zelf. Natuurlijk bezoeken ze Mortlake, ook spreken ze familie en vrienden van de omgekomen jongens en de enige volwassen man die er bij was. Maar dat is niet het enige, ze bezoeken vele archieven, zelfs Scotland Yard, om zoveel mogelijk de waarheid achter de gebeurtenis te achterhalen. Het is een gedegen onderzoek en vermoedelijk is er niet veel méér te vinden dan dit echtpaar heeft achterhaald.


De zoektocht wordt in duidelijke taal verteld en is voorzien van vele foto's, ook van de jongens die op de boot zaten. De hoofdstukken wordt o.a. vanuit vindplaatsen van de lichamen besproken. Voorafgaand aan de te lezen tekst zien we prachtige luchtfoto's van o.a. de eilanden Texel, Terschelling en het Duitse Amrum. Ook zijn er foto's van de indrukwekkende begrafenis en delen van de kleding van de jongens. Apart is het in het Frans geschreven briefje dat niet door het water aangetast is. Het geheel, verhaal 1 en 2 maken het verhaal helemaal compleet.


Al met al is het een indrukwekkend boek dat duidelijk zijn impact zal hebben op jonge lezers.


ISBN 9789047708643 | Hardcover | 215 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | juni 2018
Leeftijd vanaf 13 jaar

© Dettie, 13 september 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Het kompas
Joyce Pool


In 1950, op 12 augustus, heeft de seascoutgroep van Mortlake (voorstadje van Londen) een oversteek gepland naar Calais.
Na een grondige voorbereiding zou de whaler (een walvissloep), de Wangle III met zeven man aan boord vanuit Londen vertrekken naar Margate waar drie anderen opgepikt zouden worden. Olly Amos, kapitein van zes scouts, zou in Margate de leiding overgeven aan scoutmaster John Weeden. In totaal waren er tien man aan boord.


Een van de leden van die bemanning is de zestienjarige David Hannell. Deze Davey is de verteller van het verhaal dat enigszins gefictionaliseerd het eerste deel van dit boek vormt. Davey baalt vreselijk, want hij heeft buikpijn. En hoewel hij probeert het te verbergen weet hij ook dat hij een gevaar zou vormen voor de anderen. Hij blijft thuis.
Als de boot terug verwacht wordt, blijft het stil in de haven. De Wangle komt niet terug. Aanvankelijk is er onduidelijkheid: zijn ze misschien vanwege slecht weer in Calais gebleven? Maar  helaas: ze zijn wel degelijk uitgevaren. Wat is er gebeurd?
Davey worstelt met een schuldgevoel. En natuurlijk is hij verdrietig. Zijn beste vriend Brian – ze waren allebei leerling-scheepsbouwers - is wel meegegaan. Hij had Davey zijn kompas gegeven, om op te passen. En nu kan hij het niet meer teruggeven!


De weken na het wegblijven van de Wangle III zijn spannend. Er spoelen lichamen aan, niet aan de zuidkust waar de reddingstroepen gezocht hebben, maar op de Nederlandse en Duitse Waddeneilanden! De achterblijvers zouden graag hun geliefden thuis begraven, maar er is geen geld voor repatriëring, het zijn de jaren van wederopbouw. Tenslotte wordt besloten de mannen die gevonden zijn, zes in totaal, te begraven op Texel. Waar hun graf dus nog steeds verzorgd wordt door scouts.
In dit eerste deel heeft Joyce Pool Davey het verhaal laten vertellen. Hij is een aansprekend personage voor dit spannende en aangrijpende verhaal.


Maar dan volgt nog een tweede deel. Dat is het verslag van de speurtocht naar de achtergrond van deze scheepsramp, die de schrijvers naar Mortlake, Margate, Calais en de andere Waddeneilanden bracht. Zij doken in archieven, speurend naar documenten over de gebeurtenissen, spraken met familieleden en wisten te achterhalen wat er voor  en na de ramp gebeurde. Maar niemand zal ooit weten wat er precies met de whaler gebeurd is. De weersomstandigheden waren niet bijzonder slecht. Het wrak is nooit gevonden.


In dit tweede deel zijn vele foto’s opgenomen, oude fotootjes van de betrokkenen, maar ook foto’s die de schrijvers maakten van de plekken waar zij voor hun onderzoek kwamen. Oude krantenartikelen, en prachtige overzichtsfoto’s van de eilanden. Het is vrijwel onmogelijk dat er nog vragen zijn die niet beantwoord worden in dit boek, het is ontzettend volledig, maar daarom is waarschijnlijk het tweede deel minder aansprekend voor de doelgroep.


Het is niet zo vreemd dat juist Joyce Pool dit boek schreef. Zij woont op Texel met haar echtgenoot, de journalist Pip Barnard. Het graf met zes leden van de bemanning, die zo jammerlijk aan hun einde kwam, ligt ook op dat eiland en werd al die jaren onderhouden door Scouting Texel. Maar het werd steeds lastiger om de jongens uit te leggen waarom ze dat nu eigenlijk deden. En toen werden Joyce en haar man aangesproken: zouden zij niet het verhaal kunnen opschrijven voor de scouts? En zo kwam ook dit boek tot stand, na uitgebreid onderzoek, die de twee schrijvers naar alle plekken leidde die iets te maken hadden met de bemanning en de reis van de Wangle III.


ISBN 9789047708643 | hardcover | 215 pagina's | Uitgeverij Lemniscaat | juni 2018
Leeftijd vanaf 13 jaar

© Marjo, 9 augustus 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 
Groeten uit Londen


Klas 5 VWO bereidt zich voor op een werkweek in Londen. Ze gaan vooral musea bezoeken, culturele kennis opdoen.
Sanne, een serieus meisje dat viool wil spelen in het Concertgebouworkest, en haar vriend Jim verheugen zich op de week samen. Jim heet eigenlijk Jamal, hij is van Marokkaanse afkomst. Hij is een goede leerling, met een fotografisch geheugen, maar ook een grote mond.
De reis gaat voorspoedig en de eerste dag duiken ze al het Brits Museum in. Als ze eigenlijk al moeten verzamelen bij de klaarstaande bus, gaat Sanne nog even naar de wc. Jim wacht, en wacht. Waar blijft ze nou? Hij gaat kijken, en moet haar helpen de klemmende deur open te krijgen. Ze rennen..maar de bus rijdt net weg. Dan maar met de bus.
En daar wacht het noodlot: een groepje kleurlingen spreekt Jim aan, hij krijgt een pakje in handen geduwd. Hij wil het niet aannemen, maar Sanne dringt er op aan dat hij het wel doet. En dan zijn de mannen ineens weg, en blijkt het pakje een bom te bevatten. Grote paniek natuurlijk, de aanslagen op metro en busstation ligt Londen nog vers in het geheugen. Sanne en Jim worden gearresteerd en opgesloten.
Sanne, als blank meisje, is snel weer vrij, maar de Engelse politie laat Jim niet gaan., Ze blijven hem verhoren, blijven vragen stellen. Over zijn vriendjes van de basisschool, over het geloof, over zijn familie. Over zijn connecties met de terroristen die in Nederland aanslagen gepleegd hebben. En dan schrijft Sanne hem in haar briefjes ook nog over zijn concurrent, Vincent... Arme Jim...
Zijn woede slaat om in ongeloof en wanhoop, als hij beseft dat hij eigenlijk zelf niet weet hoe het allemaal zit. Is hij Jim? Of is hij toch meer Jamal?
Het is natuurlijk een schokkend verhaal. Het zal je maar gebeuren. En het kan gebeuren, dat is het erge ervan. Mensen worden op hun huidskleur aangekeken. Joyce Pool weet het heel overtuigend te brengen, hoe de gevoelens dan Sanne en Jim veranderen in de loop van de gebeurtenissen. Er zijn wel een paar onzuivere dingen. Als je een fotografisch geheugen hebt, en daar wordt nog al op gehamerd, is het dan niet vreemd dat je je de naam van een klasgenoot niet kan herinneren?
Als Sanne's moeder zegt dat ze vast wel een briefje mag schrijven aan Jim, is het dan niet vreemd dat nog geen twee bladzijden verder Sanne 'onthutst' reageert als de mevrouw van de ambassade het inderdaad voorstelt? Het irriteert een beetje, maar valt eigenlijk wel in het niet bij het verhaal. Dus het zijn Pool vergeven.


Hardcover | 168 Pagina's | Uitgeverij Lemniscaat 2007 ISBN10: 9056379437 | ISBN13: 9789056379438 vanaf 13 jaar

© Marjo, mei 2008

Reageren? Klik hier!