Gangster Anders en zijn vrienden
(en een enkele vijand)
Jonas Jonasson
Het familiefortuin van Per Persson was lang voor zijn geboorte al verloren gegaan. Door de komst van de tractor werd Pers opa, paardenhandelaar Henrik Bergman, van zijn troon gestoten waarna zijn laatste paard hem een dodelijke trap verkocht. De pogingen van zijn zoon – de vader van Per – om machines in een kwaad daglicht te stellen, liepen op niets uit. Ook een carrière in de rekenmachine-business resulteerde niet in het beoogde succes. Pers vader gaf het op en zocht troost in drank. Toen Pers vader alleen nog maar dronken en ongewassen door zijn huis zwalkte, nam zijn jonge vrouw de benen. Ze nam de baby mee.
Pers moeder sleepte een baantje als parkeerwachter in de wacht. Het was als tijdelijke oplossing bedoeld maar toen ze verliefd op een IJslandse bankier werd en haar parkeerwachtersuniform aan de wilgen hing, was haar baby inmiddels tot een zestienjarige jongen uitgegroeid. Per besloot niet met zijn moeder en kersverse stiefvader naar Reykjavik te verhuizen, maar in Zweden te blijven. Hij was net klaar met school en het bordeel waar hij tijdens zijn schooltijd stiekem had gewerkt – nee, niet als gigolo – was zojuist tot een karig hotel getransformeerd. Per werd aangesteld als receptionist en mocht in zijn bescheiden kantoortje slapen.
Een baan als receptionist in een schimmig hotel, was beslist geen droombaan. Het betaalde nog slecht ook. Tot overmaat van ramp meldde zich een nieuwe gast bij Pers receptiebalie. Het was de zesenvijftigjarige Gangster Anders die zojuist de gevangenis had verlaten waar hij een lange straf had uitgezeten. Gangster Anders was niet van plan om nogmaals achter de tralies te verdwijnen. Vanaf nu zou hij de zaken anders aanpakken en geen moorden meer plegen. Hoe hij zijn kalmte zou bewaren, wist hij nog niet. Gangster Anders was namelijk niet bijzonder slim.
De vrouwelijke pastor die zich kort na Gangster Anders meldde, was dat wél. Toch was ze lange tijd niet schrander genoeg om zich aan haar uitzichtloze bestaan te ontworstelen. De pastor geloofde helemaal niet in god maar in haar familie werden alle mannen nu eenmaal pastor, een functie die van vader op zoon overging. De pastor was weliswaar geen man maar bij gebrek aan een broer, moest zij het klusje klaren. Dat ze niet wilde, deed er niet toe. Na de dood van haar vader schoot ze echter uit haar slof, waarna ze stante pede uit de kerk werd verwijderd.
Het vreemde trio besluit samen te gaan werken. Wie een appeltje met iemand te schillen heeft, kan dat voortaan door Gangster Anders op laten knappen. Hij kan ingehuurd worden om armen en benen van mensen te breken. Per en de pastor regelen de opdrachten en het geld stroomt binnen. Gangster Anders geeft al zijn inkomsten in de kroeg uit maar Per en de pastor potten hun deel op. Hoe meer ze verdienen, hoe hebberiger ze worden. Ze hebben al een flinke som geld gespaard op het moment dat Gangster Anders plotsklap besluit zijn verdere leven aan god te wijden. Dat doet hij weliswaar op een unieke manier maar mensen mishandelen is er niet meer bij. De inhalige receptionist en pastor zien hun lucratieve handeltje in rook opgaan. Ze vinden dat ze nog lang niet rijk genoeg zijn en beramen een snood plan.
Het debuut van Jonas Jonasson was (en is nog altijd) een doorslaand succes. De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween was in Zweden zelfs het bestverkochte boek van 2010. Ook ik heb enorm van het boek genoten. De tranen van het lachen liepen me over de wangen. Ook zijn tweede boek - De zonderlinge avonturen van het geniale bommenmeisje – heb ik met veel plezier gelezen. Het was weliswaar niet zo goed als De 100-jarige man maar toch absoluut de moeite waard. Ik keek dan ook reikhalzend naar zijn derde boek uit. Helaas is Gangster Anders en zijn vrienden (en een enkele vijand) me tegengevallen.
De boeken van Jonas Jonasson kenmerken zich door bijzondere hoofdpersonen die op hun levenspad vreemde lieden tegenkomen. De bijzondere levensvisies van deze personages vormen samen een kostelijk verhaal. In Gangster Anders en zijn vrienden (en een enkele vijand) slaat Jonasson de plank helaas mis. De personages zijn allesbehalve sympathiek en ondanks de zwartgallige humor, waar ik normaal zo van hou, maakt het verhaal me niet aan het lachen.
Wie zo’n fantastisch debuut als De 100-jarige man schrijft, maakt het zichzelf reuze moeilijk. Kan zo’n succes ooit geëvenaard worden? Jonas Jonasson kan zich deze misser permitteren maar mijn verwachtingen voor boek vier zijn nu wel hooggespannen!
ISBN 9789048828586 | hardcover | 304 pagina's | Meridiaan | oktober 2015
Vertaald door Corry van Bree
© Annemarie, 28 november 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De zonderlinge avonturen van het geniale bommenmeisje
Jonas Jonasson
“De kans dat een analfabete, die in de jaren zeventig in Soweto opgroeit, op een dag samen met de Zweedse koning en de premier opgesloten zit in een aardappelvrachtwagen, is statistisch gezien een op vijfenveertig miljard zevenhonderdzestig miljoen tweehonderdtwaalfduizend achthonderdtien. Wat is uitgerekend door eerdergenoemde analfabete.”
Nombeko Mayeki wordt begin jaren zestig geboren in een sloppenwijk in Zuid-Afrika. Al op haar vijfde werkt ze als latrinewerker om zo thinner voor haar verslaafde moeder te kunnen kopen. Op tienjarige leeftijd is Nombeko wees en lijkt het leven uitzichtloos. Nombeko is echter gezegend met een helder verstand en een onuitputbaar optimisme. Bovendien is ze een rekenwonder. Ze weet een positieve wending te geven aan alles wat haar overkomt. Zo tovert ze de opdringerige Thabo - met behulp van een voorraad scharen - om in een ijverige leraar en leert ze lezen en schrijven.
Op haar vijftiende verjaardag neemt Nombeko ontslag. Ze vertrekt naar Pretoria omdat ze altijd al de nationale bibliotheek heeft willen bezoeken. Al op de heenweg gaat het mis. Nombeko wordt aangereden door de dronken ingenieur Engelbrecht van der Westhuizen. Vreemd genoeg moet de gewonde Nombeko een psychische schadevergoeding aan de blanke ingenieur betalen evenals een vergoeding voor de deuken die zijn auto heeft opgelopen. De boete wordt omgezet in een werkstraf. Nombeko moet meer dan zeven jaar voor de ingenieur gaan werken. Helaas voor Nombeko houdt de ingenieur zich bezig met een uiterst geheim kernwapenprogramma. Het terrein waar Nombeko de komende jaren zal wonen is afgeschermd met hekken die onder stroom staan. Bewakers met honden houden de wacht. Nombeko beseft dat de kans uitermate klein is dat ze na zeven jaar levend het terrein zal verlaten.
Ondertussen groeien in Zweden twee Holgers op. Hun vader, Ingmar Qvist, is jarenlang een groot fan van het Zweedse koningshuis geweest maar na een teleurstellende ontmoeting met de koning is zijn liefde omslagen in haat. Ingmar trok ten strijde tegen het koningshuis. Het is vandaag de dag nog altijd zijn levensdoel om de arrogante koning en zijn nazaten ten val te brengen. Omdat zijn missie wellicht langer dan een mensenleven zou gaan duren, besloot Ingmar al snel dat hij een zoon wilde die hij Holger zou gaan noemen. De nodige maanden daarna beviel zijn vrouw Henriette van een tweeling. Twee jongens. Omdat Ingmar niet erg flexibel is en bovendien zwaar gestoord, besloot hij beide jongens Holger te noemen. Bij de burgerlijke stand schreef hij maar één zoon in. Holger nummer 2 is de slimste van het stel maar Holger 1 strijkt met de eer en treedt bovendien vol dom enthousiasme in de voetsporen van zijn vader. Holger 2 zit opgescheept met een getikte vader en een oliedomme broer. En hijzelf? Hijzelf bestaat niet.
De slimme Nombeko en schrandere Holger 2 zitten gevangen in een leven dat ze nooit hebben gewild. Allebei zijn ze afhankelijk van een onbenul. Hoe nu verder? Zal een bizarre speling van het lot het tweetal samenbrengen of zullen hun wegen elkaar nooit kruisen? En wat hebben onder andere twee Mossad agenten, een boos meisje, drie Chinese verstekelingen, een gravin, een koning, een premier en een atoombom met dit verhaal te maken? Ik verklap niets want dit verhaal moet je zelf ervaren.
De zonderlinge avonturen van het geniale bommenmeisje is een modern sprookje gemengd met een bijzondere weergave van een aantal belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis. De belevenissen van Nombeko en Holger 2 zijn bizar en worden met een bijtende humor uit de doeken gedaan. De vele personages blijven oppervlakkig zodat het verhaal de beoogde luchtigheid behoudt. De vertelling is uitgebreid waarbij onwaarschijnlijke ontwikkelingen elkaar in razendsnel tempo opvolgen. Het is een boek om met aandacht te lezen: wie dat niet doet zal de draad kwijtraken. De talentvolle Jonas Jonasson draagt er van begin tot eind zorg voor dat de chaos immer een geordende chaos is.
Wie De zonderlinge avonturen van het geniale bommenmeisje leest moet bereid zijn de grip op de realiteit tijdelijk los te laten. Geef je zonder enige terughoudendheid over aan een humoristisch verhaal vol absurde voorvallen en uitzonderlijke personages.
ISBN 9789056724542 | hardcover | 352 pagina's| Signatuur | december 2013
Vertaald door Corry van Bree
© Annemarie, 29 december 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween
Jonas Jonasson
Zelden heb ik zo gelachen als tijdens het lezen van dit boek. Voorin staat de volgende opdracht van Jonas Jonasson:
Niemand kon zijn publiek beter boeien dan mijn opa, als hij licht voorovergebogen over zijn stok met zijn mond vol pruimtabak sterkte verhalen vertelde. 'Echt? Is dat waar, opa’ vroegen wij kleinkinderen verbaasd. '
'Wie alleen de waarheid vertelt, is het niet waard om naar te luisteren’, antwoordde mijn opa.
Dit boek is voor hem.
Dat zijn opa hem heeft geïnspireerd dit boek te schrijven is duidelijk want Jonas Jonasson neemt het niet zo nauw met de waarheid. Hij laat de hoofdpersoon, de Zweed Allan Karlsson, de meest vreemde dingen beleven.
Het boek begint op de 100-ste verjaardag van Allan. Allan heeft helemaal geen zin in het verjaardagsfeest dat voor hem georganiseerd wordt in het bejaardentehuis waar hij sinds kort verblijft. Hij besluit om weg te gaan en voegt onmiddellijk de daad bij het woord. Hij opent het raam, klimt eruit en gaat op pad. Alleen jammer dat hij zijn pantoffels nog aan heeft.
Toevalligerwijs komt hij uit bij het busstation. Terwijl hij wacht op de bus vraagt een jongeman hem om op zijn koffer te passen zodat hij even naar het toilet kan gaan (alhoewel de man hier een minder nette bewoording voor gebruikt). Allan is echter met zijn 100 jaar geen braaf oudje: Wanneer de bus arriveert en de eigenaar van de koffer nog op het toilet vertoeft, gaat Allan er doodleuk met de koffer vandoor. Hij hoopt dat er een paar schoenen in zal zitten en misschien ook een hoed. Maar de koffer in kwestie is gevuld met vijftig miljoen Zweedse kronen. De man in het busstation heet Bikker en is lid van de bende Never Again. Met de diefstal van de koffer heeft Allan zich een boel problemen op de hals gehaald.
Allans levensfilosofie heeft hij te danken aan een uitspraak van zijn moeder. Na de dood van zijn vader zei ze de volgende woorden: “Het is zoals het is en het wordt zoals het wordt.” En zo is het maar net vindt Allan. Hij zet zijn reis voort, ontmoet nieuwe mensen en er ontstaat een zeer bont gezelschap. Ondertussen is commissaris Aronsson belast met de zaak rond de verdwijning van de 100-jarige man. Vanwege de inhoud van de koffer en een aantal incidenten met leden van Never Again, waarbij enkelen van de laatstgenoemden per ongeluk het leven lieten, zijn Allan en zijn nieuwbakken vrienden er echter niet op gebrand gevonden te worden.
De hoofdstukken over de 100-jarige Allan wisselen zich af met hoofdstukken waarin het levensverhaal van deze opmerkelijke persoon aan bod komt. Van jongs af aan is Allan geïnteresseerd in explosieven. Dit levert hem een aantal bijzondere baantjes op. De auteur verzint er lustig op los en laat Allan een aandeel hebben in een aantal zeer belangrijke momenten in de geschiedenis van de twintigste eeuw. Aan politiek doet Allan niet. Hij bemoeit zich nergens mee en in zijn hoedanigheid als bomexpert vertoont hij zijn kunsten in diverse oorlogen wereldwijd. Soms loopt hij halverwege een oorlog over naar de andere kant als hem dat zo uitkomt. Allan is immers tevreden met een goede maaltijd en een borrel en is niet kieskeurig met wie hij deze nuttigt. Zo zit hij in de loop der jaren aan de eettafel van bijvoorbeeld Franco, Stalin, president Nixon en Mao Zedong.
Wat heb ik mij vermaakt met dit hilarische boek. Elke keer schoot ik weer hardop in de lach. De grappen zijn gortdroog, alsof de auteur totaal niet beseft hij grappig hij is. Geen wonder dat dit boek in Zweden in de prijzen is gevallen. Wie dit boek nog niet gelezen heeft, heeft iets om zich op te verheugen!
ISBN: 9789056723743 | Gebonden | 320 pagina’s | Signatuur | februari 2011
Vertaald uit het Zweeds door Corry van Bree
© Annemarie, 8 september 2011
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER
De 100-jarige man die uit het raam klom en verdweenJonas Jonassen
Een honderdjarige man die uit het raam van het verzorgingshuis waar hij al enkele jaren vertoeft klimt? Wat is dat voor een man? Wat bezielt hem? Alleen al de titel is intrigerend, en het begin van het verhaal maakt je nieuwsgierigheid nog groter.
Het verhaal van Karlsson blijkt een soort roadmovie. Hem overkomen dingen, en daar doet hij niet moeilijk over; zijn levensfilosofie is:
‘Wat gebeurde, gebeurde, en het had geen zin om daar van te voren over te piekeren.’
En zo volgt er een avontuur waarin de meest vreemde figuren zich bij hem aansluiten, terwijl commissaris Aronsson jacht maakt op hen, omdat er in hun kielzog andere mensen verdwijnen.
Terwijl we die avonturen anno nu volgen, neemt de schrijver ons ook mee om het leven van Allan Karlsson van voor hij in het bejaardenhuis belandde, te leren kennen.
Daaruit blijkt dat Allan altijd al bijzondere dingen overkomen zijn. Hij bemoeit zich op eigen wijze met de revolutie in Spanje, hij dineert met Harry Truman, drinkt een kopje thee met Mao, en ook Stalin en Chroetsjov behoren tot zijn kennissen. Hij maakt avontuurlijke reizen en kijkt nergens van op. Zijn nuchterheid leidt hem overal doorheen, anders had hij nu als honderdjarige niet uit dat raam kunnen klimmen. De rode draad is zijn kennis van opblaastechnieken.
‘Allan Karlsson stelde geen merkwaardige eisen aan het bestaan. Hij wilde een bed, voldoende eten, iets te doen en op gezette tijden een slok brandewijn, Als hij dat allemaal kreeg, kon hij bijna alles verdragen.’
‘Allan onderbrak de broers op dat punt met de opmerking dat hij de wereld had gezien en als hij daar iets van had geleerd, dan was het dat de allergrootste en ogenschijnlijk onmogelijkste conflicten op aarde makkelijk voorkomen hadden kunnen worden: jij bent dom, nee, jij bent dom, nee, jij bent dom.
‘De oplossing was vaak samen een fles brandewijn leegdrinken en vooruit kijken,’ zei Allan.’
Het verleden van Allan is een geschiedenis van de twintigste eeuw, geheel uit de losse pols, maar de feiten kloppen. Stalin en Truman hebben dan misschien meer riemen gehad dan de gemiddelde man, zij moesten het net zo goed doen met hetgeen ze hadden. En onze schrijver plaatst Allan achter een van die riemen. De Zweed beïnvloedt de geschiedenis, de relatie tussen de twee grootmachten, hun onderlinge strijd.
Ongeloofwaardig? Ach..het is ontzettend leuk om te lezen en door de vlotte vertelstijl leef je in ieder geval mee met deze honderdjarige, en je begrijpt helemaal waarom hij, zelfs op zijn sloffen, er niet voor terugdeinsde om te ontsnappen aan dat duffe feestje dat men voor hem aan het organiseren was.
Een klein stukje om de heerlijke humoristische schrijfstijl te proeven? Het is een aanrader dit boek, je wordt er vrolijk van!
‘Julius was in het noorden geboren, in Strombacka niet ver van Hudiksval, als enig kind van het boerenechtpaar Anders en Elvina Jonsson. Hij werkte als boerenknecht op de familieboerderij, en kreeg elke dag een pak slaag van zijn vader, die van mening was dat Julius nergens voor deugde. In het jaar waarin Julius vijfentwintig werd, stierf zijn moeder aan kanker, waar hij verdriet van had, en vlak daarna verdween zijn vader in het moeras toen hij probeerde een vaars te redden. Julius had ook verdriet van die gebeurtenis, want hij was gehecht geweest aan die vaars.’
ISBN: 9789056723743 | Gebonden | 320 pagina’s | Signatuur | februari 2011
Vertaald uit het Zweeds door Corry van Bree
© Marjo, 11 februari 2011
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER