Het Nachtland
De koning is weg. De koning is in de zoutwoestijn, waar de verschrikkelijkste veldslag heeft plaatsgevonden. Hij slaapt om zichzelf te beschermen voor wat hij heeft aangericht.
De koningin regeert over Catatonië. De koningin heeft het Oog, waarmee ze alles ziet. Elk jaar kiest de koningin een regent. Het gerucht gaat dat de koningin na een jaar haar regent opjaagt en haar prooi doodt. Elk jaar opnieuw kiest de koningin een regent.
Het volk vreest de koningin. Het volk wacht op de terugkeer van de koning.
De koning en de koningin hadden een zoon en een dochter. De koningszoon en de koningsdochter waren vervloekt. Voor hun achttiende zou een van hen sterven. De ander zou het rijk in het ongeluk storten. De koningin verborg haar zoon, om zo het lot te ontlopen. De koning bracht zijn dochter onder in een oninneembaar kasteel om haar te redden. De Wolf is overal. Wie zijn hoop verliest, wordt verteerd door de wolf. Niets is erger dan de honger van de Wolf.
Niel trekt door Catatonië. Hij wordt opgevangen door het toneelgezelschap van de Blauwe Reiger. Hij probeert te ontkomen aan de sluwe Lepre, en aan de landgraven, die hem maar wat graag willen gebruiken om zelf de macht van het land in handen te krijgen. Niel trekt door Catatonië om zijn vader te vinden. En overal waar hij gaat, lijkt de Wolf hem te volgen.
Er verschijnen de laatste jaren heel wat fantasyverhalen, maar het aantal goede boeken is op de vingers van één hand te tellen. Het Nachtland is een van die goede fantasyboeken. Het is dan ook geen puur fantasyverhaal. De rode draad doorheen het verhaal is Niel. Niel ligt voortdurend overhoop met zijn moeder. Op kerstavond escaleert de ruzie en loopt Niel weg. Wanneer hij wordt teruggevonden is hij in een coma. Het is in die coma dat Niel het avontuur in Catatonië beleeft.
Zijn moeder waakt ondertussen de hele tijd aan zijn ziekenhuisbed. Zijn zusje Emma wordt heen en weer geslingerd tussen het verdriet om haar broer en haar eigen verlangen naar een identiteit. Het is zij die tussen de fantasyhoofdstukken in vertelt wat er in het ‘echte’ leven gebeurt.
Wat dit verhaal zijn soortgenoten doet overstijgen is de literaire kracht die Jan de Leeuw erin stopt. Hij trapt ook niet in de val van de voorspelbaarheid, zoals tovenaarsleerlingen en magisters of wezens die op zoek zijn naar magische ringen. Nee, wat zijn hoofdpersonage zoekt is puur menselijk: een vader. Wanneer hij dan toch clichéachtige gadgets gebruikt, dan doet de Leeuw dat functioneel, zoals de spiegelzaal waarin Niel moet afrekenen met de weerspiegeling van alle demonen uit zijn leven. Ook geen doorzichtige strijd tussen het goede en het kwade. Integendeel. Op het einde van het verhaal blijkt de lijn tussen goed en kwaad veel waziger dan je ooit kon vermoeden.
Niel en Emma komen op het einde van dit boek tegelijkertijd, maar elk in hun eigen verhaal, de ware toedracht achter de verdwijning van hun vader te weten. En pas dan blijkt dat er al meer dan tweehonderd vijftig pagina’s lang ontelbare parallellen lopen tussen beide verhalen. Maar dat heeft Jan de Leeuw zolang op een ontzettend doordachte manier verborgen weten te houden.
'De vlekken gleden over en door elkaar heen, waaierden uit in het witte zout en doken aan de andere kant van de vlakte weer op. Niel zag er nu gezichten in, hier een neus, daar een kin. Eenmaal leek het alsof de koningin hem toe grijnsde, maar ze was al verdwenen voor Niel de kans kreeg om bang te worden. En nu strekten ze zich in een boog voor hem uit en leken zich netjes te groeperen in gelijke hoopjes waaruit poten kropen, een rij reuzenspinnen die over de vlakte rende. Het waren bijna letters. Wat schreef de wind?
Toen zag hij de boodschap. Aan de woorden viel niet te twijfelen. Ze trilden aan de horizon.
KEER TERUG DWAAS'
Paperback | 299 Pagina's | Davidsfonds ISBN10: 9059081730 | ISBN13: 9789059081734 vanaf 13 jaar
© Stefan, oktober 2007