'Bouwval' is het debuut van Frans Kellendonk. Het is in mei 1977 uitgebracht.
Het boek bevat drie verhalen: de novelle 'Bouwval' en de twee korte verhalen 'Achter het licht' en 'De waarheid en mevrouw Kazinczy'.
Lees verder, klik hier http://www.leestafel.info/frans-kellendonk
PetraO.
Frans Kellendonk - Bouwval
Hier en daar laat Kellendonk te weinig aan de verbeelding van de lezer over en legt hij nog eens uit wat al heel duidelijk is door de handeling en de dialoog.
Zou dat kunnen komen doordat het boek uit 1977 dateert? Dat het opvalt, omdat we het nu (30 jaar later) anders gewend zijn?
Troosteloze verhalen lijken het me. Ik maakte onlangs een verslag van Van Lieverlede van Mensje van Keulen, 1975. Dat was ook al zo'n troosteloos verhaal.
Wie weet of dat een kenmerk was van die jaren: troosteloze, uitzichtloze verhalen, mislukte levens? Het is een periode waarin ik vrijwel niets las, dus ik mis een stukje literatuurgeschiedenis....
"Een mens die het aandurft om een uur te verspillen heeft de waarde van het leven nog niet ontdekt."
Charles Darwin Engels medicus en bioloog (1809-1882)
Charles Darwin Engels medicus en bioloog (1809-1882)
Het zou best kunnen, dat er toen anders werd gedacht over het al dan niet weglaten. Die verhalen zijn inderdaad niet echt opwekkend, maar er zit wel veel humor in, vooral in Bouwval. Daarom zijn ze niet naargeestig.
Van Lieverlede vond ik ook goed.
Ik geloof wel dat in die tijd de meeste literatuur 'zwaar' was: over niet waargemaakte ambities, mislukkingen, vreselijke jeugdjaren enzovoort. Als het lichtvoetig was, werd het niet tot literatuur gerekend. Echte vertellers, zoals Jan den Hartog bijvoorbeeld, werden niet serieus genomen.
En ik moet zeggen: dertig jaar na dato hou ik nog steeds van de wat minder lichtvoetige onderwerpen. Veel van wat er tegenwoordig door met name de jongere schrijvers op de markt wordt gebracht vind ik te onbeduidend, juist door die lichtvoetigheid.
Van Lieverlede vond ik ook goed.
Ik geloof wel dat in die tijd de meeste literatuur 'zwaar' was: over niet waargemaakte ambities, mislukkingen, vreselijke jeugdjaren enzovoort. Als het lichtvoetig was, werd het niet tot literatuur gerekend. Echte vertellers, zoals Jan den Hartog bijvoorbeeld, werden niet serieus genomen.
En ik moet zeggen: dertig jaar na dato hou ik nog steeds van de wat minder lichtvoetige onderwerpen. Veel van wat er tegenwoordig door met name de jongere schrijvers op de markt wordt gebracht vind ik te onbeduidend, juist door die lichtvoetigheid.
Ook dit gaat voorbij.
Van Jan de Hartog herinner ik mij Het Ziekenhuis (1964). Daar was ik echt van onder de indruk. Toch ook geen licht onderwerp. Als je het nog niet kent, kan ik het je echt aanraden.
A.M. de Jong was ook zo'n heerlijke verteller, maar die is dan ook van al wat langer geleden. De Naturalisten las ik ook graag, maar die zijn nog ouder. En af en toe wel erg somber.
Zo zie je maar, dat wat literatuur genoemd wordt, niet alleen per persoon kan verschillen, maar ook nog per periode.
Ik verdiep me sinds vorig jaar pas weer in wat er zo verschijnt op het gebied van de Nederlandse literatuur. En heb nog heel wat in te halen. Dus ik heb nog niet veel gelezen van de huidige "bekende" namen. Maar Gerbrand Bakker (Boven is het stil), Lilian Blom (De Tuinkamer), Margriet de Moor (De Verdronkene), Jan Siebelink (Knielen op een bed violen), Hans Münstermann (Het gelukkige jaar 1940) en Adriaan van Dis (De Wandelaar) spreken me wel aan doordat ze niet bepaald lichtvoetig zijn. Al realiseer ik me wel, dat dat niet allemaal "jonge schrijvers" zijn.
A.M. de Jong was ook zo'n heerlijke verteller, maar die is dan ook van al wat langer geleden. De Naturalisten las ik ook graag, maar die zijn nog ouder. En af en toe wel erg somber.
Zo zie je maar, dat wat literatuur genoemd wordt, niet alleen per persoon kan verschillen, maar ook nog per periode.
Ik verdiep me sinds vorig jaar pas weer in wat er zo verschijnt op het gebied van de Nederlandse literatuur. En heb nog heel wat in te halen. Dus ik heb nog niet veel gelezen van de huidige "bekende" namen. Maar Gerbrand Bakker (Boven is het stil), Lilian Blom (De Tuinkamer), Margriet de Moor (De Verdronkene), Jan Siebelink (Knielen op een bed violen), Hans Münstermann (Het gelukkige jaar 1940) en Adriaan van Dis (De Wandelaar) spreken me wel aan doordat ze niet bepaald lichtvoetig zijn. Al realiseer ik me wel, dat dat niet allemaal "jonge schrijvers" zijn.
"Een mens die het aandurft om een uur te verspillen heeft de waarde van het leven nog niet ontdekt."
Charles Darwin Engels medicus en bioloog (1809-1882)
Charles Darwin Engels medicus en bioloog (1809-1882)
Inderdaad, je komt nooit tot een definitie van literatuur. Het wisselt, per persoon, per periode, en misschien ook nog wel per sociale groep.
Wat mij van de huidige literatuur niet aanspreekt, en wat ik eigenlijk geen literatuur vind zijn schrijvers als Ronald Giphart, chicklit en alles wat volgens de achterflap hilarisch is. Dat is me allemaal te eenduidig, en te veel op het effect gericht. Maar zo'n oordeel heeft natuurlijk ook te maken met mijn eigen smaak.
Wat mij van de huidige literatuur niet aanspreekt, en wat ik eigenlijk geen literatuur vind zijn schrijvers als Ronald Giphart, chicklit en alles wat volgens de achterflap hilarisch is. Dat is me allemaal te eenduidig, en te veel op het effect gericht. Maar zo'n oordeel heeft natuurlijk ook te maken met mijn eigen smaak.
Ook dit gaat voorbij.
Terug naar “Door leden gelezen boeken en samenleesboeken”
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 13 gasten