Laatste seizoen
Vonne van der Meer
In Laatste seizoen laat Vonne van der Meer ons voor de derde keer kennismaken met de verschillende gasten van Duinroos, een vakantiehuis op een waddeneiland. In het vroege voorjaar arriveert Hans op het eiland. Hij is 'geschaakt' door zijn energieke echtgenote. De schrik slaat hem om het hart als de bus stilhoudt voor Duinroos, het huis waar hij vorig jaar met een andere vrouw was.
Twee eilandbezoekers worden, als ze een bungalow te koop zien staan, verteerd door hebzucht. Een jonge zakenvrouw doet haar best zich niet voor te stellen hoe haar minnaar dit weekend doorbrengt. Een meisje van tien sluit vriendschap met een jongen van het asielzoekerscentrum en brengt haar vader in een lastig parket. Ten slotte keert Martine voor de derde maal naar Duinroos terug, dit keer vergezeld door haar petekind Maartje.
Voor sommige lezers zal dit boek een eerste kennismaking zijn met Duinroos en haar tijdelijke bewoners. Zij zullen misschien in Eilandgasten en De avondboot willen lezen wat er zich in de vorige zomers zoal heeft afgespeeld. Maar het Laatste seizoen kan ook zonder deze voorkennis. Voor de schrijfster is dit het afscheid van een dierbare plek, zevenendertig eilandgasten, het gastenboek en niet te vergeten: de schoonmaakster.
Thema augustus 2004 - Water
Zee rondom
Ineke Noordhof
Een eiland is een andere wereld. De ruimte die de zee schept, voedt het gevoel van vrijheid. Ineke Noordhoff vroeg achttien bewoners over hun leven op een van de Nederlandse waddeneilanden. Zij vertellen in dit boek over de schoonheid die zij om zich heen ervaren, zoals het kokkelen van de meeuwen, de vele tinten grijs van het wad of de gloed van een bemoste duintop.
Maar Zee rondom gaat ook over heimwee, over de drang om alles wat aanspoelt te gebruiken en over de problemen die het wonen in een kleine gemeenschap met zich mee kan brengen. Want het water, zo laat dit boek zien, maakt de grenzen van de wereld, letterlijk én figuurlijk, overal zichtbaar en voelbaar.
Ineke Noordhof
Een eiland is een andere wereld. De ruimte die de zee schept, voedt het gevoel van vrijheid. Ineke Noordhoff vroeg achttien bewoners over hun leven op een van de Nederlandse waddeneilanden. Zij vertellen in dit boek over de schoonheid die zij om zich heen ervaren, zoals het kokkelen van de meeuwen, de vele tinten grijs van het wad of de gloed van een bemoste duintop.
Maar Zee rondom gaat ook over heimwee, over de drang om alles wat aanspoelt te gebruiken en over de problemen die het wonen in een kleine gemeenschap met zich mee kan brengen. Want het water, zo laat dit boek zien, maakt de grenzen van de wereld, letterlijk én figuurlijk, overal zichtbaar en voelbaar.
Wie scheep gaat
Rascha Peper
Wat hebben een oude Haagse kleermaker, een dweperig meisje van vijftien, een wereldvreemde oceanograaf die in New York zijn draai moet zien te vinden en een man die toeleeft naar een duik in de angstaanjagende diepten van de Atlantische Oceaan met elkaar te maken?
Ze zijn verbonden door hun gedachten aan de vrouw wier lichaam nu al twee jaar lang op de zeebodem ligt nog steeds niet geborgen uit het scheepje waarmee ze een nieuw leven tegemoet dacht te varen. De achterblijvers leven verder, in beslag genomen door hun eigen dagdromen, herinneringen en ambities; ze nemen beslissingen of denken die te nemen en zijn in verwarring door gevoelens van schuld en wraak.
De liefde blijkt een weerbarstige grootheid. Hoe goed kan men een ander kennen, zelfs iemand die heel nabij lijkt te zijn? En waar bemoeit die obscure man die het insluipen in de huizen van aantrekkelijke dames maar niet kan laten zich eigenlijk mee?
Wie scheep gaat is het negende boek van Rascha Peper. Zij brak door tot het grote publiek met de roman Oesters (1991).
Rascha Peper
Wat hebben een oude Haagse kleermaker, een dweperig meisje van vijftien, een wereldvreemde oceanograaf die in New York zijn draai moet zien te vinden en een man die toeleeft naar een duik in de angstaanjagende diepten van de Atlantische Oceaan met elkaar te maken?
Ze zijn verbonden door hun gedachten aan de vrouw wier lichaam nu al twee jaar lang op de zeebodem ligt nog steeds niet geborgen uit het scheepje waarmee ze een nieuw leven tegemoet dacht te varen. De achterblijvers leven verder, in beslag genomen door hun eigen dagdromen, herinneringen en ambities; ze nemen beslissingen of denken die te nemen en zijn in verwarring door gevoelens van schuld en wraak.
De liefde blijkt een weerbarstige grootheid. Hoe goed kan men een ander kennen, zelfs iemand die heel nabij lijkt te zijn? En waar bemoeit die obscure man die het insluipen in de huizen van aantrekkelijke dames maar niet kan laten zich eigenlijk mee?
Wie scheep gaat is het negende boek van Rascha Peper. Zij brak door tot het grote publiek met de roman Oesters (1991).
De gele rivier is bevrozen
Leo Pleysier
Het spaarzame taalgebruik en de fragmentarische opbouw van Leo Pleysiers roman De Gele Rivier is bevrozen (1993) zijn een ideale manier om te ervaren hoe lezen te maken heeft met de tijd stilzetten en mediteren. In aanschouwelijke taferelen vertelt Pleysier over de figuur van een tante non, zoals een jongen uit de Kempen haar in verschillende fases van zijn leven leert kennen. Als ze voor het eerst in 1948 naar China vertrekt (de ikverteller ligt nog in de wieg), wordt ze uitgewuifd door de hele familie. Bij haar laatste bezoek wordt ze achteloos weggebracht door een neef die meer aandacht heeft voor het slechte rapport van zijn hond bij de hondenclub. De ikfiguur heeft dan al kinderen die zich nauwelijks nog iets bij een missiezuster kunnen voorstellen.
Het verhaal van tante non is tevens het verhaal van de veranderende tijd en mentaliteit in Vlaanderen sinds de Tweede Wereldoorlog: van een gesloten agrarische samenleving naar een moderne consumptiemaatschappij. Het boek kan leiden tot een gesprek met ouderen over winst en verlies in de maalstroom van de evolutie. Of tot verdere achtergrondlectuur, bijvoorbeeld van Marc Hooghes essayistische studie Het wordt nooit meer als vroeger (Van Halewyck 1995), die de veranderingen tussen 1945 en 1995 in België duidelijk op een rijtje zet.
Maar Pleysiers roman reikt nog dieper. De observaties van de jongen (soms letterlijk door het sleutelgat) en het beeld dat hij van zijn tante bij elkaar puzzelt, doen de vraag rijzen wat mensen eigenlijk van elkaar weten. Hoe wordt ons beeld van iemand opgebouwd, hoe wordt het ingekleurd door onze eigen ontwikkeling en onze eigen besognes? De Gele Rivier is bevrozen toont dat literariteit ook zit in het wit tussen de woorden, en hoe veelzeggend kan zijn wat niet gezegd wordt. Het leesplezier bij dit boek bestaat dan ook voor een groot deel in het invullen van de talrijke 'lege plekken'.
Bron: users.skynet.be
Leo Pleysier
Het spaarzame taalgebruik en de fragmentarische opbouw van Leo Pleysiers roman De Gele Rivier is bevrozen (1993) zijn een ideale manier om te ervaren hoe lezen te maken heeft met de tijd stilzetten en mediteren. In aanschouwelijke taferelen vertelt Pleysier over de figuur van een tante non, zoals een jongen uit de Kempen haar in verschillende fases van zijn leven leert kennen. Als ze voor het eerst in 1948 naar China vertrekt (de ikverteller ligt nog in de wieg), wordt ze uitgewuifd door de hele familie. Bij haar laatste bezoek wordt ze achteloos weggebracht door een neef die meer aandacht heeft voor het slechte rapport van zijn hond bij de hondenclub. De ikfiguur heeft dan al kinderen die zich nauwelijks nog iets bij een missiezuster kunnen voorstellen.
Het verhaal van tante non is tevens het verhaal van de veranderende tijd en mentaliteit in Vlaanderen sinds de Tweede Wereldoorlog: van een gesloten agrarische samenleving naar een moderne consumptiemaatschappij. Het boek kan leiden tot een gesprek met ouderen over winst en verlies in de maalstroom van de evolutie. Of tot verdere achtergrondlectuur, bijvoorbeeld van Marc Hooghes essayistische studie Het wordt nooit meer als vroeger (Van Halewyck 1995), die de veranderingen tussen 1945 en 1995 in België duidelijk op een rijtje zet.
Maar Pleysiers roman reikt nog dieper. De observaties van de jongen (soms letterlijk door het sleutelgat) en het beeld dat hij van zijn tante bij elkaar puzzelt, doen de vraag rijzen wat mensen eigenlijk van elkaar weten. Hoe wordt ons beeld van iemand opgebouwd, hoe wordt het ingekleurd door onze eigen ontwikkeling en onze eigen besognes? De Gele Rivier is bevrozen toont dat literariteit ook zit in het wit tussen de woorden, en hoe veelzeggend kan zijn wat niet gezegd wordt. Het leesplezier bij dit boek bestaat dan ook voor een groot deel in het invullen van de talrijke 'lege plekken'.
Bron: users.skynet.be
De stem van water
Lydia Rood
We volgen de 12-jarige tweeling Sijmen en Tijne in hun dagelijkse taken op het eiland Marken, in een tijd waar het leven daar volledig door de zee werd beheerst. Sijmen wil het liefst zo vlug mogelijk mee op visvangst, maar Muus Schipper, zijn vader, vindt hem nog te jong. Zus Tijne is voorbestemd om de traditionele vrouwelijke rol op te nemen, maar heimelijk droomt ze van verre landen en avonturen. Dan breekt er brand uit en worden de moeizaam veroverde bezittingen van het gezin in één nacht vernield. Muus komt de klap niet te boven. Gelaten brengt hij zijn tijd door, niet meer in staat om de zee op te gaan, tot grote ergernis van bappe (opa) en Sijmen. De jonge Sijmen vaart nu op zee en groeit uit tot een ervaren schipper.
Dan neemt het verhaal een sprong naar 1916, de grote overstroming. Sijmen en Tijne zijn volwassen en vechten voor hun leven als het dorp door het watergeweld verwoest wordt. Muus hervindt zijn energie en ontpopt zich als een echte held die zijn leven waagt voor anderen. De tragedie is compleet als enkele dagen na de ramp zijn lijk wordt gevonden. Toch geeft Tijne de moed niet op, ze wil blijven vechten voor een beter leven. Ze engageert zich in de politiek om zo betere levensomstandigheden voor de Markers af te dwingen. Het boek sluit af met een verantwoording waarin de historische feiten (o.a. het aanleggen van de Afsluitdijk) nog eens op een rijtje worden gezet.
Lydia Rood
We volgen de 12-jarige tweeling Sijmen en Tijne in hun dagelijkse taken op het eiland Marken, in een tijd waar het leven daar volledig door de zee werd beheerst. Sijmen wil het liefst zo vlug mogelijk mee op visvangst, maar Muus Schipper, zijn vader, vindt hem nog te jong. Zus Tijne is voorbestemd om de traditionele vrouwelijke rol op te nemen, maar heimelijk droomt ze van verre landen en avonturen. Dan breekt er brand uit en worden de moeizaam veroverde bezittingen van het gezin in één nacht vernield. Muus komt de klap niet te boven. Gelaten brengt hij zijn tijd door, niet meer in staat om de zee op te gaan, tot grote ergernis van bappe (opa) en Sijmen. De jonge Sijmen vaart nu op zee en groeit uit tot een ervaren schipper.
Dan neemt het verhaal een sprong naar 1916, de grote overstroming. Sijmen en Tijne zijn volwassen en vechten voor hun leven als het dorp door het watergeweld verwoest wordt. Muus hervindt zijn energie en ontpopt zich als een echte held die zijn leven waagt voor anderen. De tragedie is compleet als enkele dagen na de ramp zijn lijk wordt gevonden. Toch geeft Tijne de moed niet op, ze wil blijven vechten voor een beter leven. Ze engageert zich in de politiek om zo betere levensomstandigheden voor de Markers af te dwingen. Het boek sluit af met een verantwoording waarin de historische feiten (o.a. het aanleggen van de Afsluitdijk) nog eens op een rijtje worden gezet.
Het gewicht van water
Anita Shreve
Jean krijgt de opdracht een fotoreportage te maken van een eiland waar 100 jaar geleden twee vrouwen op gruwelijke wijze werden vermoord en één vrouw wist te ontsnappen. Destijds is er iemand veroordeeld voor dit feit en Jean leest de verslagen van de rechtbank. In een bibliotheek vindt ze een doos papieren, waarop het verhaal van de overlevende vrouw staat opgetekend. Het is het tragische verhaal van een meisje dat een heel bijzondere relatie met haar broer had, wat uiteindelijk tot het drama leidde. Intussen maakt Jean samen met haar man en zwager een boottocht, en ze is ervan overtuigd dat haar man een relatie heeft met de vriendin van haar zwager. Hierdoor raakt ze zo geobsedeerd, dat ze de werkelijkheid uit het oog verliest. Het is een boeiend verhaal over verlangens en geheimen, gebaseerd op een waar gebeurde geschiedenis. De twee verhalen lopen de hele tijd door elkaar zodat de ene alinea haaks op de andere staat.
Marjo
Anita Shreve
Jean krijgt de opdracht een fotoreportage te maken van een eiland waar 100 jaar geleden twee vrouwen op gruwelijke wijze werden vermoord en één vrouw wist te ontsnappen. Destijds is er iemand veroordeeld voor dit feit en Jean leest de verslagen van de rechtbank. In een bibliotheek vindt ze een doos papieren, waarop het verhaal van de overlevende vrouw staat opgetekend. Het is het tragische verhaal van een meisje dat een heel bijzondere relatie met haar broer had, wat uiteindelijk tot het drama leidde. Intussen maakt Jean samen met haar man en zwager een boottocht, en ze is ervan overtuigd dat haar man een relatie heeft met de vriendin van haar zwager. Hierdoor raakt ze zo geobsedeerd, dat ze de werkelijkheid uit het oog verliest. Het is een boeiend verhaal over verlangens en geheimen, gebaseerd op een waar gebeurde geschiedenis. De twee verhalen lopen de hele tijd door elkaar zodat de ene alinea haaks op de andere staat.
Marjo
De ramp
Kees Slager
Vijftig jaar geleden, in de nacht van 1 op 2 februari 1953, werd Nederland door een van de grootste natuurrampen uit haar geschiedenis getroffen. Een springvloed zette Zeeland, een deel van Noord-Brabant en Zuid-Holland onder water. 1836 mensen en tienduizenden dieren verdronken, 4500 huizen en gebouwen werden verwoest en 200 000 hectare grond kwam onder water te staan.
In 1992 publiceerde Kees Slager een boek waarin hij inging op de oorzaken en de gevolgen van de ramp. Voor dit boek deed hij uitvoerig onderzoek in de archieven en sprak hij met ruim 250 ooggetuigen. Hij onthulde niet eerder gepubliceerde feiten over vergeefse waarschuwingen voor de te zwakke zeewering, verwaarloosde dijken en slecht toegeruste hulporganisaties. In deze nieuwe uitgave van De ramp heeft Slager nog meer materiaal en nog meer informatie kunnen verwerken.
Zo ontstond een aangrijpend en onthullend verslag van wat er zich in die noodlottige dagen in de winter van '53 van uur tot uur en van plaats tot plaats afspeelde.
Kees Slager
Vijftig jaar geleden, in de nacht van 1 op 2 februari 1953, werd Nederland door een van de grootste natuurrampen uit haar geschiedenis getroffen. Een springvloed zette Zeeland, een deel van Noord-Brabant en Zuid-Holland onder water. 1836 mensen en tienduizenden dieren verdronken, 4500 huizen en gebouwen werden verwoest en 200 000 hectare grond kwam onder water te staan.
In 1992 publiceerde Kees Slager een boek waarin hij inging op de oorzaken en de gevolgen van de ramp. Voor dit boek deed hij uitvoerig onderzoek in de archieven en sprak hij met ruim 250 ooggetuigen. Hij onthulde niet eerder gepubliceerde feiten over vergeefse waarschuwingen voor de te zwakke zeewering, verwaarloosde dijken en slecht toegeruste hulporganisaties. In deze nieuwe uitgave van De ramp heeft Slager nog meer materiaal en nog meer informatie kunnen verwerken.
Zo ontstond een aangrijpend en onthullend verslag van wat er zich in die noodlottige dagen in de winter van '53 van uur tot uur en van plaats tot plaats afspeelde.
Stemmen uit zee
Dan Sleigh
Als Jan van Riebeeck naar de Kaap komt om voor de VOC een nederzetting op te zetten, kan alleen een tienjarig Khoi-meisje voor hem tolken. Vol van haar charme maakt hij de kleine Krotoa het kindermeisje van zijn kinderen en zij groeit als Eva in het Hollandse gezin op. Als zij jaren later van de in de Kaap gestrande Deense chirurgijn Peter Havgard een dochtertje krijgt, is het de eerste halfbloed van de Kaap. Het zwarte en witte bloed dat in Pieternella samenkomt bepaalt haar lot.
Sleigh tekent in een reeks grootse verhalen hoe zeven mannen van dichtbij en van veraf een rol spelen in Pieternella's leven en haar sporen in de geschiedenis achterlaten. Zij is de spil in een genadeloos verhaal van haat en hoop, liefde en verlangen, frustratie en overleven. Het ruwe Khoi-verhaal van Eva's verarmde oom, die haar volgens de rituelen van zijn stam wil opvoeden, geeft een beeld van de oorspronkelijke bevolking.
Het getob van de jonge fiscaal die net afgestudeerd in Leiden in de Kaap moet rechtspreken, tekent de dilemma's van deze goedbedoelende man, die tussen zwart en wit gevangen geen andere mogelijkheid ziet dan er een dubbele rechtspraak op na te houden. Doordat alle verhalen op historische feiten zijn gebaseerd krijgen ze een intimiteit die je zee en land, vuil en dood bijna doen ruiken.
Het verhaal strekt breed en ver: over drie oceanen, drie continenten en vele eilanden. En overal klinken de stemmen uit zee in door.
Dan Sleigh is historicus en werkte als redacteur op de transcriptieafdeling van het Kaapse archief in Zuid-Afrika. Hij is gespecialiseerd in de Nederlandse koloniale geschiedenis. Stemmen uit zee won vele prijzen en tekent, aldus Andre Brink, de volwassenwroding van de Zuid-Afrikaanse roman.
Dan Sleigh
Als Jan van Riebeeck naar de Kaap komt om voor de VOC een nederzetting op te zetten, kan alleen een tienjarig Khoi-meisje voor hem tolken. Vol van haar charme maakt hij de kleine Krotoa het kindermeisje van zijn kinderen en zij groeit als Eva in het Hollandse gezin op. Als zij jaren later van de in de Kaap gestrande Deense chirurgijn Peter Havgard een dochtertje krijgt, is het de eerste halfbloed van de Kaap. Het zwarte en witte bloed dat in Pieternella samenkomt bepaalt haar lot.
Sleigh tekent in een reeks grootse verhalen hoe zeven mannen van dichtbij en van veraf een rol spelen in Pieternella's leven en haar sporen in de geschiedenis achterlaten. Zij is de spil in een genadeloos verhaal van haat en hoop, liefde en verlangen, frustratie en overleven. Het ruwe Khoi-verhaal van Eva's verarmde oom, die haar volgens de rituelen van zijn stam wil opvoeden, geeft een beeld van de oorspronkelijke bevolking.
Het getob van de jonge fiscaal die net afgestudeerd in Leiden in de Kaap moet rechtspreken, tekent de dilemma's van deze goedbedoelende man, die tussen zwart en wit gevangen geen andere mogelijkheid ziet dan er een dubbele rechtspraak op na te houden. Doordat alle verhalen op historische feiten zijn gebaseerd krijgen ze een intimiteit die je zee en land, vuil en dood bijna doen ruiken.
Het verhaal strekt breed en ver: over drie oceanen, drie continenten en vele eilanden. En overal klinken de stemmen uit zee in door.
Dan Sleigh is historicus en werkte als redacteur op de transcriptieafdeling van het Kaapse archief in Zuid-Afrika. Hij is gespecialiseerd in de Nederlandse koloniale geschiedenis. Stemmen uit zee won vele prijzen en tekent, aldus Andre Brink, de volwassenwroding van de Zuid-Afrikaanse roman.
Zolang te water
Simon Vinkenoog
Zolang te water, Een alibi, was in 1954 het scandaleuze romandebuut van Simon Vinkenoog. Een krachtig pleidooi voor dit boek hield Louis Paul Boon: 'Zolang te water is een mooi boek en een moedig boek, zelfs al wil het "geen vragen oproepen". Of juist daarom. Het geeft slechts een getuigenis. Het zegt dieper en overtuigender nog dan De Avonden dat deze jeugd aan haar lot werd overgelaten, nadat men ze niet meer met het bekende kluitje in het riet kreeg. En bijna zonder pijn bekent het, dat zij diep pessimistisch, ongelovig en amoreel is... en juist hierdoor geeft het een kaakslag aan de oudere generaties, die optimistisch, gelovig en immoreel waren.'
In 1988, op zoek naar sporen van Nederlandse schrijvers in Parijs begin jaren vijftig, schreef Theodor Holman in Het Parool: 'En wat te denken over, voor mij, de mooiste roman uit die tijd: Zolang te water van Simon Vinkenoog. Dat boek, uitgekomen in de mooiste serie van na de Tweede Wereldoorlog, namelijk de Literaire Pocketserie van De Bezige Bij, heeft ook het mooiste omslag dat ik ken: een foto van Ed van der Elsken ( ... ) en bevat tevens een van de allermooiste zinnen uit de naoorlogse literatuur, althans dat vond ik toen ik zeventien was: ..."En 's nachts moest het elektrische licht uit en staken we een kaars aan en zochten jazzmuziek op duitse stations die tot laat in de nacht uitzonden, ze had een radio meegebracht.
De auteur:
Simon Vinkenoog (Amsterdam 1928) publiceerde na zijn prozadebuut Zolang te water een aantal andere min of meer autobiografische verhalen, alsmede bloemlezingen, dichtbundels en essays. Hij is redacteur van het tijdschrift BRES en houdt zich de laatste jaren voornamelijk bezig met gesproken-woordmanifestaties.
Simon Vinkenoog
Zolang te water, Een alibi, was in 1954 het scandaleuze romandebuut van Simon Vinkenoog. Een krachtig pleidooi voor dit boek hield Louis Paul Boon: 'Zolang te water is een mooi boek en een moedig boek, zelfs al wil het "geen vragen oproepen". Of juist daarom. Het geeft slechts een getuigenis. Het zegt dieper en overtuigender nog dan De Avonden dat deze jeugd aan haar lot werd overgelaten, nadat men ze niet meer met het bekende kluitje in het riet kreeg. En bijna zonder pijn bekent het, dat zij diep pessimistisch, ongelovig en amoreel is... en juist hierdoor geeft het een kaakslag aan de oudere generaties, die optimistisch, gelovig en immoreel waren.'
In 1988, op zoek naar sporen van Nederlandse schrijvers in Parijs begin jaren vijftig, schreef Theodor Holman in Het Parool: 'En wat te denken over, voor mij, de mooiste roman uit die tijd: Zolang te water van Simon Vinkenoog. Dat boek, uitgekomen in de mooiste serie van na de Tweede Wereldoorlog, namelijk de Literaire Pocketserie van De Bezige Bij, heeft ook het mooiste omslag dat ik ken: een foto van Ed van der Elsken ( ... ) en bevat tevens een van de allermooiste zinnen uit de naoorlogse literatuur, althans dat vond ik toen ik zeventien was: ..."En 's nachts moest het elektrische licht uit en staken we een kaars aan en zochten jazzmuziek op duitse stations die tot laat in de nacht uitzonden, ze had een radio meegebracht.
De auteur:
Simon Vinkenoog (Amsterdam 1928) publiceerde na zijn prozadebuut Zolang te water een aantal andere min of meer autobiografische verhalen, alsmede bloemlezingen, dichtbundels en essays. Hij is redacteur van het tijdschrift BRES en houdt zich de laatste jaren voornamelijk bezig met gesproken-woordmanifestaties.
Als stromend water
Marguerite Yourcenar
Als stromend water bevat drie verhalen. Anna Soror... (zuster Anna...), Un homme obscur (Die ene man) en Une belle matinee (Een schone ochtend).
Van dit drietal novellen waren twee reeds in de jeugd van de schrijfster in een andere, voorlopige vorm gepubliceerd.
Het eerste verhaal, Zuster Anna, gaat over een incestueuze verhouding van broer en zuster in het Napels van de zestiende eeuw.
Die ene man en Een schone ochtend waren al in de kiem terug te vinden in de niet gepubliceerde novelle Nathanael en in het jeugdwerk Naar Rembrandt (1935). Het licht van de meester schijnt over de zeventiende-eeuwse eenvoudige man, die de wereld overziet met een heldere blik en niet tot hoogmoed vervalt.
In Een schone ochtend gaat het om Lazarus, de zoon van Nathanael, die als kind wordt opgenomen in een groep rondreizende Shakespeare-spelers en in de vermomming van het toneel alle levens doorleeft.
Marguerite Yourcenar
Als stromend water bevat drie verhalen. Anna Soror... (zuster Anna...), Un homme obscur (Die ene man) en Une belle matinee (Een schone ochtend).
Van dit drietal novellen waren twee reeds in de jeugd van de schrijfster in een andere, voorlopige vorm gepubliceerd.
Het eerste verhaal, Zuster Anna, gaat over een incestueuze verhouding van broer en zuster in het Napels van de zestiende eeuw.
Die ene man en Een schone ochtend waren al in de kiem terug te vinden in de niet gepubliceerde novelle Nathanael en in het jeugdwerk Naar Rembrandt (1935). Het licht van de meester schijnt over de zeventiende-eeuwse eenvoudige man, die de wereld overziet met een heldere blik en niet tot hoogmoed vervalt.
In Een schone ochtend gaat het om Lazarus, de zoon van Nathanael, die als kind wordt opgenomen in een groep rondreizende Shakespeare-spelers en in de vermomming van het toneel alle levens doorleeft.
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 5 gasten