jeugd 6-9 jaar

Folkert Oldersma

http://www.folkertoldersma.nl

http://www.chrisvosters.be

http://www.frododedecker.com

 

Allen voor één
Folkert Oldersma


‘Angstig keken we naar de speedboot, die met enorme snelheid op ons afstoof. Vliegensvlug sprongen we op en we wilden juist overboord sprongen, toen het roer van het razende monster op echt het allerlaatste moment werd omgegooid.’

Maar kletsnat zijn ze wel, de inzittenden van het veel kleinere bootje: Britt en Boris.


Bovenstaande tekst is het begin van het verhaal, meteen heel sterk!
De twee vrienden zijn op weg naar Schuytendam, dat is een stuk makkelijker als ze over het water gaan. Maar dan moeten ze niet van die vervelende pestkoppen tegenkomen. En dit is niet het laatste wat ze van hen zien!


In Schuytendam ligt het zeiljacht van de vader van Boris, die nu in het buitenland is. Aan boord ligt een zwaard, dat Boris wil gaan halen. Waarom hij dat zwaard nodig heeft, vertelt hij nog niet tegen Britt. De lezer weet het wel overigens. Maar hoewel dat later nog wel een rol zal gaan spelen is het avontuur dat in dit boek verteld wordt iets heel anders. Britt en Boris vinden namelijk in zijn vaders boot een jongen van hun leeftijd, die slecht Nederlands spreekt. De jongen is op de vlucht! Onze vrienden hebben de mannen die hem zoeken al gezien, twee ongure types. Wat is hier aan de hand?


De jongen, Tuan, komt uit Octnam, een land dat getroffen is door overstromingen, waar de ouders van Tuan het erg moeilijk hebben. Ze hebben de jongen naar het rijke Westen gestuurd. Met een aantal anderen is hij over land, soms met paard, soms liftend en een deel in een container naar Nederland gekomen. Niet zonder meer natuurlijk, ze zijn afhankelijk van mensensmokkelaars, zoals die twee ongure types dus.
Dat kan niet, vinden Britt en Boris. Zij zullen helpen. Maar hun voorstel om de politie er bij te halen valt helemaal verkeerd. Toch: dit kan niet, vinden de vrienden. Hier moet iets aan gedaan worden. Dat niet iedereen er zo over denkt, dat ontdekken ze ook al snel. Zal het de twee toch lukken om Tuan te helpen?
Een avontuur met haken en ogen, over een actueel onderwerp.

Voor wie Boris en Britt niet kennen: geen probleem. Ze stellen zich tussen de regels door opnieuw voor. Maar het is intussen al wel het derde boek over het tweetal. Het verhaal wordt afwisselend door de kinderen verteld, waarbij duidelijk is dat Boris een weetgierige jongen is. Hij blijkt een heleboel te weten. Britt is meer van de daden, maar niet altijd even doordacht. Samen zijn ze een goed span, maar wat ook mee begint te spelen is de leeftijd. Ze zitten in groep 8, en hun klasgenoten vinden dat ze een stel zijn. Hebben ze nu verkering of niet?


Folkert Oldersma (1951, Leeuwarden) was werkzaam als leerkracht in het basisonderwijs en in het hoger beroepsonderwijs. Schrijven deed hij ook: handboeken op het gebied van onderzoek en hoogbegaafdheid, een educatieve kleuterreeks en, samen met andere auteurs, onderwijsmethodes. Ook schreef hij scenario’s voor tv en het theater. En jeugdboeken voor diverse leeftijden.


ISBN 9789044839678 | Hardcover | 162 pagina's | Uitgeverij Clavis | november 2020
Illustraties van Frodo de Decker | Leeftijd vanaf 8 jaar

© Marjo, 22 januari 2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Drakenvuur
Folkert Oldersma


Yorna, de ik-verteller, haalt haar vriend Reinout uit de bibliotheek, waar hij zoals altijd over de boeken gebogen zit. Hij is namelijk verslaafd aan kennis, hij wil alles weten. Yorna heeft daar veel minder behoefte aan, zij kan goed zonder boeken. Maar niet zonder haar vriend, de professor, zoals ze hem noemt. Hij is dan wel klein, maar hij is ook dapper; hij stapt overal op af en met alles wat hij weet overtroeft hij vaak degenen die denken dat ze hem aankunnen.


Reinout werkt systematisch het alfabet af hij is intussen aanbeland bij de D, en is gefascineerd door draken. Terwijl hij alles wat hij zojuist gelezen heeft aan het vertellen is komt de bibliothecaresse aangelopen. Ze duwt hem een boek in de hand, en dat blijkt een bijzonder boek te zijn. ‘Over draken’ heet het, ‘alleen voor lezers van dertien of jonger.’
Het boek leidt hen naar de Hellesteeg, waar ze een man ontmoeten die duidelijk ook erg geïnteresseerd is in draken. Tinkelbinkie heet hij, en hij gelooft er heilig in dat draken echt bestaan.


‘Jullie zouden ze willen ontmoeten?’
‘Natuurlijk,’ antwoordde Reinout. ‘Echte draken meemaken, ze zien, ze voelen, ze ruiken. Dat zou geweldig zijn.’
‘Doe normaal,’ zei ik.
‘Wat? Wil jij dat allemaal dan net?’ vroeg hij verbaasd.
‘Draken bestaan niet.’ zei ik.


Yorna gelooft niet in sprookjes, maar Reinout laat zich er van overtuigen dat hij echt in een parallelle wereld kan komen, waar draken leven.
En laat Tinkelbinkie gelijk hebben! Als Reinout en Yorna doen wat hij zegt komen ze terecht in een akelige wereld:


‘Alles was er zwart. Zwartgeblakerde boomstronken, zwarte ruïnes van torens, verbrande geraamtes van dieren, een gespleten gedenk- of grafsteen, ook zwart, en een zwart omvergehaald standbeeld van een ridder.’


Moeten hier draken wonen? Het is er ook ongelooflijk heet, niet om uit te houden. Gelukkig vinden ze een koelere grot. En daar zien ze hun eerste draak: een kleintje, dat wel, maar toch met vervaarlijke klauwen en vurige ogen. En hij kan praten! Het is Garold, een blauw draakje. Hij is ziek, en vertelt hoe dat komt. Ravenick, leider van de rode draken, is de baas. Zijn tirannie vernietigt de wereld.


Daarmee begint de strijd van Reinout en Yorna om de blauwe draakjes te redden van de rode draken en de orde in het drakenrijk te herstellen. Natuurlijk lopen ze tegen allerlei problemen aan en ze zijn ook niet de enige mensen in die wereld.
Maar het is een sprookje waarin alles kan. Voor ieder probleem is er meteen een pasklare oplossing, hetgeen soms toch wel ongeloofwaardig wordt. Onderweg moeten er veel raadsels opgelost worden om verder te kunnen met hun opdracht en daar is Reinout natuurlijk een kei in, dus die vindt dat wel leuk, hetgeen steeds maar weer benadrukt wordt. 
Maar  Yorna ergert zich – net als de lezer misschien  - aan al ‘dat gedoe om niks’. Ook het taaltje dat door de draken gebezigd wordt, hm, vinden kinderen dat leuk?


‘Passen op dat de rode draken jou betrappen buiten niet. De aangangers van Ravenick dat zijnen. Ze soldaten zijnen, zijn gelpers,  zei Garold.’


Folkert Oldersma kan beter dan dit. Ook het lesje over democratie maakt het verhaal niet spannender, het is een enigszins flauw verhaal. Dat ligt niet aan de twee hoofdpersonen, die zijn interessant genoeg. Maar het avontuur in de parallelle wereld lijkt op een computerspel waarbij je ook steeds opdrachtjes krijgt om verder te kunnen. Volgende keer beter.


ISBN 9789044835793 | Hardcover | 185 pagina's | Uitgeverij Clavis | september 2019
Illustraties Joachim Sneyers | Leeftijd 9+

© Marjo, 21 september 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Het proefjesschrift van opa
Folkert Oldersma


‘Veertien dagen vakantie. Ik had er zin in.’


Helaas voor de negenjarige Aika gaat de reis die ze samen met haar moeder zou maken niet door. Haar moeder heeft een ongeluk gehad en ligt in het ziekenhuis. Er is geen vader die haar op kan vangen, er is alleen maar opa. En die heeft ruzie met haar moeder, ze hebben elkaar al heel lang niet meer gezien.
Toch zit er niets anders op: Aika moet naar opa. Flynn de hond mag gelukkig mee.
Als Aika arriveert lijkt het alsof er niemand thuis is. Maar achter het huis staan twee bontgekleurde woonwagens. Misschien is hij daar?


‘Wat moet dat hier?’

Nou, niet echt een warm welkom. Opa is een brombeer, hij lijkt niet te weten wat hij met zijn kleindochter aan moet. Gelukkig heeft opa een vriendin, Lynn, die wel weet hoe ze hem aan moet pakken. En langzaam ontdooit Dirk, want zo moet Aika haar opa noemen. Opa vindt het ook heel leuk dat ze heel geïnteresseerd is in de proefjes die hij graag doet, en omdat ze hem heel veel dingen laat uitleggen. Opa is bezig met een bijzondere uitvinding, en tijdens Aika’s verblijf wordt er ingebroken! Wie zou dat op zijn geweten hebben?


De logeerpartij is absoluut niet saai, maar Aika wil wel graag weten hoe het met haar moeder is. Lynn moet er zich mee bemoeien, want eigenlijk wil opa niet naar het ziekenhuis gaan, maar hoe moet Aika daar anders komen? Aika doet haar best om de twee te verzoenen, want zij vindt het leuk bij opa, ze wil graag meer contact. Er is ook nog een leuke buurjongen. Charles is dan wel doofstom, maar zeer zeker niet dom. En ook hij vindt opa’s werk heel interessant.


Een verhaal met veel inhoud: wie is die inbreker? Kan Aika haar moeder en opa weer bij elkaar brengen? En kan ze leren ‘praten’ met Charles?
Maar het verhaal is doorspekt met allerlei weetjes: alles wat opa uitlegt aan zijn kleindochter staat in aparte kaders in het boek: informatie over vleermuizen, over de motor van een auto, over brooddeeg maken, over hoe je CO2 maakt, maar natuurlijk vooral over wetenschap: hoe doe je proefjes zodat je er ook echt iets van opsteekt. Opa en Aika appen zelfs…


‘Dit bedoelde ik. Kunstjes.’ mopperde opa. ‘Dit moet je wetenschappelijk aanpakken.’
‘Vertel maar wat we moeten doen.‘
’Ik vertel niks. Dat gaan jullie zelf uitzoeken, dat gaan jullie onderzoeken.‘
’Flauw hoor.‘
’Niks flauw. Je wilt proefjes doen, dan moet je het goed doen. Bij een onderzoek zijn nu eenmaal afspraken. Waarom deden jullie dit?’


Een boek voor liefhebbers van wetenschap, maar geef je daar niets om, dan blijft er een leuk verhaal over, over een meisje dat graag wil dat iedereen om haar heen gezellig met elkaar omgaat.


Folkert Oldersma (1951, Leeuwarden) heeft meerdere boeken geschreven voor verschillende doelgroepen.

ISBN 9789044835809 | hardcover | 130 pagina's | Uitgeverij Clavis | juli 2019
Illustraties van Chris Vosters | Leeftijd vanaf 9 jaar

© Marjo, 30 augustus 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Voor hete vuren
Folkert Oldersma


En daar is dan het tweede verhaal rond de twee vrienden Britt en Boris.


In het kleine dorp waar zij wonen gebeurt iets akeligs: de supermarkt wordt overvallen! Eigenaresse Annie is helemaal van streek. En als je dan weet dat de winkel toch al geen vetpot is - wie dat kan gaat in de stad met zijn auto boodschappen halen – dan rijst de onzekerheid: zal Annie haar winkel wel open houden?


Boris is ook geïnteresseerd, al is het om andere redenen. Hij heeft sinds een tijdje een vlog, en een eigen YouTubekanaal, waar hij actuele filmpjes op wil plaatsen. Omdat zijn concurrent, Anton, het liefst sensatiefilmpjes op zijn kanaal zet, filmt Boris nu meer achtergrondverhaaltjes, of hij laat zien hoe dingen werken. Bij de winkel van Annie krijgen ze alle twee op hun donder van de plaatselijke agent, ze staan in de weg.


Intussen is Britt naar haar werk. Jazeker: ze heeft een baantje. Omdat de thuissituatie niet zo prettig is met haar stiefvader en stiefbroer, vindt ze het fijn de deur uit te zijn, en een zakcentje is nooit weg. Ze helpt Bert met zijn boten. Hij is al op leeftijd, doet alles in z’n eentje. En zijn hond Knut, een grote wolfshond, houdt ongewenste indringers op afstand. Maar deze keer niet: Knut komt Britt niet tegemoet zoals altijd, en ze kan Bert niet vinden. Bovendien ziet ze dat alle boten die ze die ochtend samen uit het water hebben getrokken weer in het water liggen! Ze hoort Knut blaffen, maar waar is hij dan? En waar is Bert?


Britt en Boris gaan op onderzoek uit. Ze constateren dat er een boot weg is en het kantoortje van Bert overhoop gehaald is, én ze vinden een blauwe plastic ton met stinkend spul. Dan vindt Boris een mobieltje. Als iemand daarop belt en Boris opneemt, begint er een hachelijk avontuur. Ze willen de politie wel inschakelen, maar agent Brouwer wil niet luisteren:


‘Brouwer stond op, liep naar het raam en keek naar buiten. Hij draaide zich om naar Britt, knikte peinzend en vroeg toen:
‘En jullie weten zeker dat jullie dat niet zelf hebben gedaan?’
’En het dan bij u aangeven zeker?!’ reageerde Britt verontwaardigd.
‘Omdat jullie dat grappig vinden. Omdat jullie vakantie hebben en jullie je vervelen.’
[...]
‘Ga een ander lastigvallen, niet mij, en neem dat vriendje van je alsjeblieft mee.’


Als Agent Brouwer niet wil helpen, dan lossen ze het zelf wel op, vinden Britt en Boris. Dat blijkt echter gevaarlijk, want – misschien snapte je het al wel: het gaat om drugs. En er speelt nog meer!


Britt en Boris vertellen om en om, en net als in ‘Werk aan de winkel’ gebeurt er heel veel, het is een boek volop actie. Britt en Boris zijn moedige ondernemende kinderen en dat werkt altijd in een verhaal.


Folkert Oldersma (1951, Leeuwarden) was leerkracht in het basisonderwijs en in het hoger beroepsonderwijs. Hij schreef altijd al, in zijn hoofd eerst en later non-fictie voor het onderwijs Ook schreef hij scenario’s voor tv en het theater.
En de laatste jaren richt hij zich op jonge kinderen, en Young Adults.


ISBN 9789044832884  | Hardcover | 365 pagina's | Clavis  | oktober 2018| Vanaf 8 jaar.
Tekeningen van Frodo de Decker

© Marjo, 4 december 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altWerk aan de winkel
Folkert Oldersma


In een dorp waar iedereen iedereen kent, wonen ook Brit en Boris.


‘Boris is mijn vriend. Al vanaf dat we peuters waren, zijn we zo goed als altijd samen. Tenminste tot voor kort. De laatste tijd zag ik hem minder vaak. Hij heeft natuurlijk zijn eigen dingen, maar die had hij vroeger ook. Het was net of er meer afstand tussen ons was gekomen Het voelde soms wat ongemakkelijk. Volgens mij had dat te maken met het feit dat sommige kinderen smoesden dat we verkering hadden.’


Maar echt, zegt Brit: we zijn vrienden. Meer niet. Ze doen gewoon veel samen.
Als zij ontdekken dat Onno, die een winkel heeft in kunstspulletjes die hij zelf maakt, in de problemen zit, moeten ze hem natuurlijk helpen. Terwijl Onno nog in het ziekenhuis ligt omdat hij geopereerd moet worden, hebben Brit en Boris vrij spel: ze roepen de hulp in van hun dorpsgenoten die allemaal willen helpen. Allemaal, behalve die ene.
Ja, want er is iemand die er baat bij heeft als Onno zijn winkeltje moet opdoeken, en die persoon is nog gemeen ook. Hij probeert er met alle macht voor te zorgen dat de plannen van Brit en Boris niet lukken.


Een mooi verhaal over twee kinderen op de rand van volwassen worden. Want terwijl Brit hierboven geciteerd wordt, zegt Boris dit:


‘Verkering hebben we niet, al vind ik Brit toevallig wel de meest geweldige meid van de hele wereld. Ik zou best verkering met haar willen. Maar tegelijkertijd ook weer niet, want dat zou te vele gedoe zin. Verkering kan uitgaan en dan zou ik haar kwijtraken.’


De twee kinderen vertellen het verhaal om en om, hetgeen duidelijk wordt door hun getekende aanwezigheid boven de hoofdstukken. Een dubbel perspectief dus, dat maakt het verhaal nog levendiger, terwijl er een heleboel gebeurt waardoor je geboeid doorleest. Zal het de twee lukken om Onno te helpen?


Behalve dit leuke verhaal kan de lezer allerlei weetjes opdoen, en in het laatste hoofdstuk vind je nog meer tips over ondernemen. Met hulp van Brit en Boris kan je iets heel leuks opstarten, in de klas bijvoorbeeld.


Folkert Oldersma (Leeuwarden) is inmiddels opa van twee kleinzonen, en kent de belevingswereld van kinderen heel goed. Het plan is een serie rond het duo Brit en Boris te schrijven.


ISBN 9789044830903 | hardcover |102 pagina's | Clavis| november 2017
Geïllustreerd door Frodo de Decker | Leeftijd vanaf 8 jaar

© Marjo, 26 januari 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER