jeugd 13-15 jaar

Do Van Ranst

altDe engel Yannick
Do van Ranst


'Soms sta je gewoon stil en vraag je je af waar je heen wil en dan is zelfs nergens niet juist.’


Alex, veertien jaar; op een punt in zijn leven dat er keuzes gemaakt moeten worden. Zijn ouders zijn gescheiden, het leven is voor hem een heen en weer rennen tussen zijn vader en moeder. Bij zijn moeder woont hij. Zij heeft hem niet echt nodig, maar vindt dat ze hem op met voeden. En na de scheiding is er geregeld dat hij ook bij zijn vader moet zijn. Dus als die belt – en dat doet  hij vaak  ‘als hij belwaarde heeft’ – rent Alex er weer heen.


‘Telkens als ik bij mijn  vader ben en mijn moéder me terugroept, voelt het eigenlijk een beetje aan alsof ze me redt. Zoals Yannick Agnel me heeft gered.


Daar zijn we bij het hoofdthema van het boek: Yannick Agnel is de zwemcoach. Een keer toen Alex in het zwembad was, heeft hij de jongen zien zwemmen en hij wilde hem graag onder zijn hoede nemen, want hij kon best wel eens zwemkampioen worden. Zoals Yannick dat ook ooit was.
Alex zwemt dus, steeds vaker, steeds langer, steeds intensiever; maar Yannick praat ook, hij is meer dan een coach. Hij is degene bij wie Alex terecht kan.
Intussen blijft hij laveren tussen zijn ouders. Zijn vader die ooit een gevierd televisiepersoonlijkheid was, teert nog een beetje op die roem, maar is eigenlijk in de ogen van Alex een waardeloze zak geworden die zijn leven niet meer in de hand heeft, of zelfs maar lijkt te willen nemen. Hij drinkt, en doet de hele dag niets. Zijn moeder neemt haar toevlucht in soaps en in drugs, die haar homovriend voor haar regelt. En Alex traint en traint.
De situatie moet wel tot een climax komen, en dat gebeurt. Alleen heel anders dan je als lezer verwacht.
Do van Ranst schrijft het verhaal vanuit de jongen. Het is zijn wereld die we meebeleven, en die wereld is beperkt. Dingen waar hij geen weet van heeft, maar wel invloed hebben op zijn leven, krijgen we niet mee. Dingen die hij anders interpreteert dan ze uiteindelijk blijken te zijn, zetten ons op het verkeerde been. En dan slaat ook de liefde toe:


‘Ik was verliefd. Ik wist misschien niet eens wat dat eigenlijk was. Ik kende het alleen van de sitcoms (Opm:  Vlaams voor soap) van mijn moeder. Als ik twee mensen al had zien zoenen of elkaar had zien vasthouden, waren het acteurs, en was het veraf en niet eens echt.
Maar nu stond de liefde vlak voor mijn neus.’


Het is een prachtig, gevoelig verhaal, waarbij je goed op moet letten. Of gewoon, als het uit is, nog een keer van voor af aan moet lezen. Het is de moeite waard.


ISBN  9789059084704 |hardcover | 128 pagina’s  | Davidsfonds | maart 2013
Leeftijd vanaf 13 jaar

© Marjo, 13 april  2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Mijn vader zegt dat wij levens redden


Dun boekje, klein verhaaltje. Een meisje van vijftien woont met haar ouders en grootouders van moederskant in een huis, dat niet alleen afgelegen ligt, maar ook en vooral in een gevaarlijke bocht.


‘Je rijdt ontelbare kilometers op een kaarsrechte, eentonige weg langs dorre bomen en cactussen. Dan klimt de weg langzaam naar een punt vanwaar je in de verte de steigers van een brug kan zien. Vanaf dat moment fixeren je ogen zich op die brug, recht voor je, omdat het eindelijk voor afleiding zorgt na het urenlange turen naar niks dan een zon in een wolkeloze lucht. Je denkt dat je rechtdoor moet om de brug te bereiken. En je blijft dus gewoon voor je uit staren, maar ineens maakt de weg een gemene bocht van bijna negentig graden naar links. Net in die gemene bocht wonen wij.’


Al zeven keer heeft een auto zich in het huis geboord, maar het staat nog overeind. De eerste keer dat de gevel geramd werd, werd de bestuurder opgenomen in het huis en verzorgd tot hij beter was. Maar hij ging nooit meer weg, want het is de vader van de ik-figuur. En al stelt het huwelijk nu niet veel meer voor, althans dat denkt de vertelster, ze blijven er wonen met zijn allen. Tot grootvader komt te overlijden. Hij valt van de brug uit bovenstaand stukje, die overigens nooit afgebouwd is, en slechts een halve brug is. Een ongeluk?? Grootmoeder zegt sindsdien geen woord meer, en gaat achteruit qua gezondheid. Ze moet naar een verzorgingshuis. Het meisje voelt zich eenzaam, ze heeft wel een vriendin, Sue, maar die is lesbisch en wil meer van haar dan ze geven kan en wil. Of is ze toch lesbisch? Ze fantaseert wel over jongens, maar hoe weet ze nou waar haar voorkeur naar uit gaat als ze nooit iets meemaakt. En dan ramt opnieuw een auto de gevel…


Het is niet zo’n diepgaand verhaal, maar aardig genoeg om jongeren  te boeien, denk ik. De kwestie van de seksuele voorkeur is er een waar menige tiener mee zal zitten. De oplossing is hier nogal ongewoon. Of misschien ook niet...


ISBN  90 5908 116 1 Paperback 80 pagina's | Davidsfonds | januari 2006 Vanaf 14 jaar

© Marjo, september 2009

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

jeugd 13Moeders zijn gevaarlijk met messen


Jef is dertien, en met zijn moeder en gehandicapte zus Iene leidt hij een heel tevreden leventje. Er is maar één schaduwkant: die Harry, die te pas en te onpas in hun keuken zit, of nog erger, bij zijn moeder in de slaapkamer. Die man, hij bederft alles, en Jef heeft zich voorgenomen om net te doen of hij er niet is. Jef is de verteller van het verhaal.  Het enorme flatgebouw waar ze wonen heet Ziggurat.


"Ik vind het belachelijk dat een gebouw een naam heeft, want een naam heeft toch alleen maar zin als je die af en toe om wat voor reden dan ook moet roepen en gebouwen kunnen bij mijn weten niets horen."


Er heerst een soort klassenverdeling: wie het meest onderaan woont is van een betere stand, en heeft meer geld, dan wie helemaal boven op de elfde etage woont.


"Wij wonen op de vijfde, maar soms voelt het alsof we zo op de tiende zouden kunnen wonen. Dat komt omdat mijn moeder van een uitkering leeft. Soms klust ze wel bij. Ze poetst hier en daar, maar dat is maar heel soms, omdat ze de hele tijd op mijn zusje moet passen."


Jef ziet niet hoe zijn moeder er onder lijdt dat ze nooit eens weg kan. Hij vindt dat ze maar bij een rare club is: de Duitse messenclub. Ze heeft een set messen waar ze erg trots en zuinig op is, en ze regelt reisjes voor de club. Naar Solingen natuurlijk. Maar zelf kan ze nooit mee, vanwege Iene.
Jef brengt zijn dagen door met Iene, hij neemt haar mee naar buiten, naar het glazenflessenveld. Ook heeft hij een vriend, Suleyman, die op de elfde woont. Ze zijn vrienden, ze doen van alles samen, maar tegelijk voel je dat Jef op zijn vriend neerkijkt. Hij woont immers op de elfde!
Maar als hij zijn plan bedenkt om Harry weg te jagen, dan is Suleyman natuurlijk goed genoeg om hem te helpen. En de jongen doet het nog ook.
Het hoe en wat verklap ik niet, het is een morbide idee! En de titel, tja, dat moet je zelf ook maar lezen. Het is een zeer apart verhaal!


ISBN 978 90 5908 276 2 Paperback 160 pagina's | Davidsfonds | juni 2008
Leeftijd 13+

© Marjo, maart 2009

Lees de reacties op het forum, klik HIER