Boekenarchief W-X-Y-Z

Dima Wannous

De opgejaagden
Dima Wannous

Soelaima woont in Damascus. De man met wie ze een relatie heeft, heeft ze vijftien jaar eerder leren kennen in de wachtkamer van een psycholoog. Omdat Nassiem gevlucht is voor de oorlog en zich nu in Duitsland bevindt, is er nauwelijks nog contact, tot hij haar een manuscript stuurt van eigen hand, met in de hoofdrol een meisje. Het bevreemdt haar: het lijkt wel of hij hààr levensverhaal vertelt!


Dat manuscript wisselt met de verhaallijn waarin Soelaima vertelt over het nu, over haar angst om haar vermiste broer, over haar moeder die weduwe is.


‘Tot op de dag van vandaag weet ik niet of ze hem heeft gemist. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat ze eigenlijk wel vrede heeft met zijn dood (= van de echtgenoot). Ze heeft nooit tegen me gezegd dat zijn dood haar gelukkig maakte, maar ik zag het aan haar ogen, haar lichaam en haar geest. Op een keer heeft ze me verteld wat het betekent als je uitgeput en gesloopt wordt door angst. Ze zei dat ze samen met hem tweeëndertig lange jaren van angst had beleefd.‘


Dit is de reden dat ze nu ‘als een zielig hoopje mens onder een dunne deken op de bank ligt, en steeds weer dezelfde zin leest.’ Ze is niet echt haar verstand verloren, zegt Soulaima, maar doen alsof helpt haar haar leven te leiden. ’Gevlucht voor de angst’ zegt haar dochter.
Voor Soelaima is er dat roze pilletje om met haar angsten te kunnen leven.


‘Ik ben Soelaima. Wie ben jij? Wanneer ik thuis een paniekaanval krijg ren ik als een gek naar mijn kamer. Dan ga ik voor de wandspiegel staan en kijk naar mijn gezicht en de weerkaatsing van mijn ogen. Ik raak in de spiegel mijn hoofd aan met mijn ogen, terwijl ik met mijn vingers over het koude oppervlak strijk. Ik raak mijn neus en mijn wangen aan, maar mijn gezicht voelt niets. Ik word bang. Ik ben de vrouw in de spiegel, maar ik voel haar niet.’


Haar verhaal is verward, ze is bang, ze weet niet wat ze heeft aan Nassiem, aan hetgeen hij schrijft. Ze treurt om haar vader, maakt zich zorgen om haar broer, en ziet hoe behalve haar eigen leven ook de wereld om haar heen in stukken uiteen valt.
Het geweld, de toenemende haat tussen soennieten en alawieten, de scheldpartijen en dreigende taal, de revolutie en de totale afwezigheid van vrijheid, het vormt de achtergrond van een leven dat uiteenvalt, en waarvan niemand weet wat droom, nachtmerrie of werkelijkheid is. Zoals de omslag al laat zien: totale versplintering. In haar verhaal wordt dat eveneens heel duidelijk.


Dima Wannous (Damascus, 1982) studeerde Franse literatuur aan de Universiteit van Damascus en in Parijs, en schreef voor verschillende Arabische en buitenlandse kranten, waaronder The Washington Post. In 2008 publiceerde zij haar debuutroman The Chair. Haar roman De Opgejaagden met oorspronkelijke titel Al Khaifoun, is uit het Arabisch vertaald staat op de shortlist voor de Internationale Prijs voor Arabische Fictie 2018.


ISBN 9789056726089 | paperback | 207 pagina's | Moon| april 2018
Vertaald uit het Arabisch door Djuke Poppinga

© Marjo, 23 juli 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER