Deepa Anaparra

https://www.deepa-anappara.com

 

Djinn patrouille op de Paarse Lijn
Deepa Anaparra

Het leven van een kind in een sloppenwijk (basti) in een grote stad in India kan je niet bepaald ideaal noemen en al zal de negenjarige Jai heus wel aangeven dat hij graag rijk(er) zou willen zijn, eigenlijk heeft hij het best naar zijn zin. Dat is tenminste de conclusie die je trekt als zijn verhaal leest.


Zijn ouders werken allebei, zodat hij veel vrijheid heeft. Omdat hun moeder werkt in de luxe wijk, heeft zijn vijf jaar oudere zus Runu de verantwoordelijkheid over allerlei huishoudelijke klusjes, en over Jai, maar dat laatste neemt ze niet altijd even nauw. Zij droomt namelijk van een carrière in de sport, en daarvoor moet ze iedere dag trainen, ze heeft geen tijd voor een eigenwijs, ondernemend broertje dat toch niet naar haar luistert.


Als er een kind spoorloos verdwijnt is Jai meteen alert. Zeker als hij ziet hoe de politie niet van plan is iets te doen, terwijl ze er toch niet vies van zijn om steekpenningen aan te nemen! Hij is dol op detectiveseries, en hij zal de verdwenen jongen, die bij hem in de klas zit, wel vinden. Hij vraagt zijn vrienden Faiz en Pari hem te helpen. Faiz neemt het niet serieus, ook niet als er meer kinderen verdwijnen. Hij heeft ook niet zo veel tijd, hij moet werken, maar hij is er ook van overtuigd dat de kinderen ontvoerd zijn door djinns, Mesjokke en Kruispunt-ki-Rani bijvoorbeeld. En tegen djinns kun je niets beginnen.
Pari daarentegen is een grote hulp: zij stelt vaker dan Jai lief is de juiste vragen, als ze bij mensen navraag gaan doen!
Pari heeft net als Runu een droom: zij wil gaan studeren, misschien dokter worden. Daarom doet ze haar huiswerk ook trouw. Jai en Faiz doen dat niet en zij spijbelen ook vaak.


Het ene kind na het andere verdwijnt. Jai en Pari blijven zoeken in de basti, op de vuilnisbelt, langs de Paarse Lijn (de metrolijn) en proberen de onverschillige politie te activeren. Mensen worden bang, ze willen hun kinderen binnen houden, wat niet al te best lukt.
Of het speurwerk van de kinderen resultaat heeft, valt ook te betwijfelen.
En dan verdwijnt Runu…


Door Jais zwerftochten en gesprekken met de bewoners krijgt de lezer een goed beeld van het leven in een sloppenwijk, waarboven een deken van vieze smog hangt. Er is ook de constante dreiging van de bulldozers, misdaad en corruptie telen wierig, er heerst armoe, en er is niet iedere dag genoeg te eten, terwijl hetgeen er wel is, niet echt gezond is. Water hebben de onderkomens niet, daar staan de mensen enkele keren per dag voor in de rij. Voor sanitair moeten ze ook naar een badhuis. Er wordt in het boek dan ook vaak gezegd dat de kinderen er ongewassen bij lopen en dat hun kleren vies en vuil zijn.
Mensen proberen hun kostje bij elkaar te scharrelen, door op straat hapjes te verkopen, kinderen doorzoeken de vuilnisbelt in de hoop iets waardevols te vinden.
En daarnaast vertelt Jai over de luxe woonwijk, naast de basti, die de sloppenbewoners uitbuiten als waren ze slaven.


Toch is er niet alleen ellende: er heerst saamhorigheid, vriendschap. Die wordt nu op de proef gesteld doordat er aanvankelijk alleen hindoekinderen verdwijnen: de moslims krijgen de schuld. Angst jaagt de verdeeldheid aan. Duidelijk is ook hoe ook het moderne India nog steeds een enorme tweedeling heeft en hoe dit door tradities in stand gehouden wordt: een meisje hoort in huis, een jongen moet werken. En dat terwijl de realiteit laat zien dat ook vrouwen moeten werken om het gezin te onderhouden.


Deepa Anappara is journaliste. Zij groeide op in Kerala, Zuid-India. Voor haar stukken over de impact van armoede en religieus geweld op de educatie van kinderen won ze meerdere prijzen. Dat zij er in haar debuutroman voor gekozen heeft om een negenjarig joch te laten vertellen over het leven in de sloppenwijken is een gouden greep. Natuurlijk had ze ook een informatief boek kunnen maken, maar in deze vorm bereikt het zoveel meer mensen. Achterin staat een verklarende woordenlijst voor de Hindoestaanse woorden.
Het boek is goed geschreven en zit qua vorm prima in elkaar: ze vertelt de verhalen over de djinns, en geeft ieder verdwenen kind even een eigen stem, zonder te verklappen wat er met hen gebeurd is.
Een detective, een actuele informatieve roman en een aanklacht tegen de situatie in de sloppenwijken, dat is ‘Djinn patrouille op de Paarse Lijn’.
Een aanrader.

ISBN 9789048848362 | paperback | 384 pagina's | Uitgeverij Hollands Diep | februari 2020
Vertaald uit het Engels door Anneke Bok

© Marjo, 7 mei 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER