David Pefko

http://davidmanospefko.wordpress.com

 

altHet voorseizoen
David Pefko


Steve Mellors, rechercheur van beroep, is een dikke, kale, bijna 50-er, getrouwd en gelukkig met zijn huisje en tuintje.
Als zijn vrouw na 15 jaar huwelijk bij hem weggaat voor een siergotenspecialist begrijpt hij niet waarom en vervalt in een leven met alcohol, kant-en klaarmaaltijden en internetrelaties.
Via een van die sites leert hij Anca, een Roemeense prostitué kennen. Hij gaat geregeld bij haar langs niet om de lichamelijke “daad” maar om met iemand te kunnen praten.
Als de politie een inval doet in het gebouw waar Anca werkt en zij later, samen met een vriendin, aangerand wordt in haar cel door collega-politieagenten, stort Steve Mellors wereld helemaal in. Hij probeert Anca te redden maar komt daardoor zelf steeds verder in de problemen.


Er zijn momenten geweest waarop ik het boek gewoon weg wilde leggen. Ik vond het hoofdpersonage zo’n irritant zielig persoon. Wil de wereld, bij wijze van spreken, redden maar kan zichzelf nog niet redden.
De meeste personages in het boek vinden Steve ook maar een zielige sukkelaar of zoals zijn ex-vrouw het snierend zegt: ”Arme jongen, arme, árme jongen toch”. Maar ook Steve vindt zichzelf o zo zielig. Waarom overkomt hem dat toch allemaal? Waarom laat iedereen hem in de steek? Hij wil toch enkel en alleen maar goed doen?
Probleem is dat Steve, zich letterlijk en figuurlijk, beweegt als een dikke, zware olifant in een overvolle porseleinkast. Alles wat hij doet moet gewoon mislukken. Hij wil anderen redden, hij wil goed doen maar is zo met zichzelf en zijn eigen zielige “ikje” bezig dat anderen na een tijdje óf hard weglopen óf met hem de spot drijven.
Maar er was iets dat me ook intrigeerde. Toen ik dieper over het verhaal nadacht was er iets dat mij opviel. In eerste instantie trok Steve Mellors mensen aan. Net alsof anderen hem wilden “redden” en als blijkt dat hij niet geholpen wil worden dan laten ze hem vallen als een baksteen.  
En Steve wil niet geholpen worden maar enkel in zijn eigen, door alcohol en pillen beneveld, wereldje van zielige eenzaamheid wonen.


ISBN 9789044616941 | Paperback |415 pagina's | Uitgeverij Prometheus | april 2011

© Inge, 28 januari 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altHet voorseizoen
David Pefko


Steve Mellors in het kort:  vijftiger, dik postuur en kaal, verlaten door zijn vrouw, politie-inspecteur, woonachtig en werkzaam in Leicester, en hoewel hij zegt geen alcoholist te zijn, geneigd tot een grote inname. Hij kijkt porno en vindt het nodig regelmatig, dat is dagelijks, te masturberen. Of hij al naar deze hoedanigheid neigde voor zijn vrouw er vandoor ging met notabene een siergootspecialist is niet duidelijk, maar het gaat nu duidelijk bergafwaarts.  Hij is eenzaam, en weet geen weg uit zijn ellende. Geen andere dan contact maken met vrouwen via een flirtbox.
Dit is niet een man waar je sympathie voor voelt. En toch..
Via internet leert hij de Roemeense prostituee Anca kennen. Hij laat haar in de waan dat hij een taxichauffeur is. Al snel heeft hij zijn fixatie op haar gericht en niet meer op zijn ex, die hij tot dan toe telefonisch lastig viel. De knuffelkoe die hij geeft aan Anca, die wil hij eigenlijk zelf zijn. Seks met haar is niet belangrijk, hij wil alleen liefde geven.
Als zijn bureau een inval wil doen in het pand waar Anca en haar collegaatjes huizen, moet Steve die operatie leiden. Hij veinst een hartaanval om er aan te ontkomen; de meisjes worden opgepakt, en Steve is er getuige van hoe zij en een vriendin verkracht wordt door jongere collega’s.
Hij doet niets: grijpt niet in en geeft zijn collega’s niet aan.
Bij alle ellende komt nu nog een schuldgevoel. Want Anca, die bij hem intrekt bij gebrek aan woning, lijdt onder die aanval. Hij helpt haar  aan een advocaat, maar de gevolgen daarvan veroorzaken nog meer schuldgevoelens. Hij houdt zich ziek, en al gaat hij wel naar de therapeute, haar advies om eens flink af te vallen en te stoppen met drinken volgt hij niet op. Integendeel zelfs.
Tenslotte loopt de situatie zo uit de hand dat de advocaat hem wegstuurt: ga maar in mijn huis op een Grieks eiland zitten, dan ben je uit beeld. En zo brengt hij het voorseizoen door in Griekenland, waar hij een nieuwe uitlaatklep voor zijn liefde vindt.


Was er in ‘Levi Andreas’, Pefko’s debuut, nog hoop voor de personages, hier gaat de lijn bergafwaarts. Steve Mellors doet nauwelijks pogingen zijn leven in de hand te houden, zijn keuzes zijn geen keuzes. Zijn leven is geen leven. Eens een loser, altijd een loser.
Pefko roept mededogen op voor zijn personage, je begrijpt heel goed waarom anderen hem links laten liggen, maar je zou hem zo graag helpen…
Een sombere, maar meeslepende roman, die  bevestigt – maar dat wisten we al toch?- dat Pefko een aanwinst is in schrijversland. Een verhalende stijl,  overtuigende dialogen, uitgediepte personages, het is er allemaal.


ISBN 9789044616941 | Paperback |415 pagina's | Uitgeverij Prometheus | april 2011

© Marjo, 22 juli 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Levi Andreas
David Pefko


Een debuut dat staat als een huis.
Twee mensen, Rosa en Levi Andreas, zijn hun leven aan het ontvluchten.
Rosa studeerde psychologie maar nadat moeder een fles gootsteenontstopper had leeggedronken heeft ze de studie beëindigd en is ze gaan werken in een stomerij in Amsterdam Oud-Zuid.  Haar geliefde broer is toentertijd onmiddellijk vertrokken naar Amerika, ze heeft nauwelijks contact meer met hem, vader is apatisch achtergebleven na de dood van zijn vrouw.
Rosa leeft in een vacuüm. Overdag strijkt ze overhemden, 's avonds zit ze op de bank en eet diepvriesmaaltijden. Dag in dag uit. In de weekenden blijft ze in bed. Ze wil niets, het belangrijkste is dat haar hoofd leeg is en blijft.
Levi Andreas is precies het tegenovergestelde, maar ook hij vlucht... in leugens. Zijn hele leven is opgebouwd rond  leugens. Aan zijn vriendin vertelt hij dat hij makelaar is. Hij leeft op grote voet, alleen het beste is goed genoeg. Naderhand als hij bij zijn vriendin weg is, gaat hij reizen en laat een spoor van onbetaalde rekeningen en opgelichte hotelgasten achter.


Rosa vindt een klein briefje tussen de overhemden. Dat briefje komt uit een overhemd van nr 217, het klantnummer van Levi Anreas. Het  briefje intrigeert Rosa zo dat ze het niet uit haar hoofd kan zetten. Ze schrijft Levi terug via het overhemd en zo komen de twee in contact. Er ontstaat een  correspondentie tussen die twee, in zijn brieven is Levi misschien nog wel het meest eerlijk.
Door het leugenachtige leven van Levi wordt Rosa langzamerhand wakkergeschud. Ze ontwaakt uit haar lethargie. Ze beseft dat ze dingen naar haar hand kan zetten. Niet apathisch hoeft toe te zien maar iets kan gaan ondernemen.


Ondertussen gebeurt ook het een en ander op de stomerij, daar spelen zich thrillerachtige taferelen af. Daardoor wordt de zaak zoals hij is, gesloten en blijft Rosa met een leuk bedrag achter. Ze besluit Levi achterna te reizen...


Dit is in het kort de strekking van het verhaal. Maar in een boek van 376 pagina's gebeurt natuurlijk veel meer.
Het verhaal wordt afwisselend vertelt door Rosa en Levi. Elk hoofdstuk dat Rosa vertelt wordt aanvankelijk aangegeven met een afbeelding van een strijkboutje. Dit strijkboutje verdwijnt naarmate Rosa meer loskomt van de stomerij. De hoofdstukken verteld  door Levi hebben allemaal een titel, zoals: Het ergste wat er bestaat is willen deugen of Ik wil niet dat iemand mijn wc onderpiest en Things Have Changed. Ook deze titels verdwijnen na verloop van tijd. Uiteindelijk blijven er twee mensen over die op zoek zijn naar zichzelf, de waarheid, rust in hun hoofd en lijf.
Het deel dat Rosa haar broer Nathan eindelijk terugziet is ontroerend en bevrijdend, eindelijk wordt de dood van moeder besproken, bovendien is Nathan in feite een spiegel voor Rosa. Hij lijkt in alles  op haar en door hem beseft ze eveneens dat zij kan kiezen hoe ze leeft. Ze moet niets maar ze kan alles. Dat doet haar ook besluiten Levi achterna te reizen, de man die ze nooit gezien heeft, ze volgt hem naar het einde van de wereld.


Het boeiende is natuurlijk om te achterhalen wat Rosa en Levi  beweegt te leven en te handelen zoals zij doen. Beiden zijn enorm eenzaam, Rosa gewoonweg omdat ze niemand kent en ook geen contact wil. Levi omdat hij steeds moet vluchten vanwege schuldeisers. Toch beleven ze beiden er ook een soort genoegen aan. Op dat moment is het goed, later verandert dat in iets wat misschien voor dát moment weer goed is. Rosa bevrijdt zichzelf langzamerhand en Levi...? Levi blijft ondanks zijn groei Levi, ongrijpbaar, vluchtig, misschien wel heel vluchtig.


Persoonlijk vind ik het een ijzersterk debuut. Misschien had het thrillerachtige verhaal rond de stomerij minder uitgebreid gekund, het leidde af van Rosa en Levi, maar in zijn totaal is het een boeiend, mooi opgebouwd verhaal dat je na lezing niet onmiddellijk loslaat. Ook dit debuut mag van mij onmiddellijk op de shortlist van de Academis debutantenprijs.

ISBN 9789028241336 Paperback, 376 pagina's Van Oorschot november 2009

© Dettie, april 2010

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altLevi Andreas
David Pefko


Twee jongelui die niet zo goed raad weten met hun leven komen op een heel bijzondere manier met elkaar in contact. Rosa is een jonge  psychologe, die het helemaal niet ziet zitten om als  zodanig anderen te gaan helpen:


‘Eigenlijk wilde ik helemaal niemand helpen, over iemands problemen nadenken, misschien wilde ik vooral niet meer over mezelf na hoeven denken’


Ze gaat werken in een stomerij, de hele dag overhemden strijken, en het bevalt haar wonderwel:


‘De eerste keer dat ik aan het strijken was, leek het alsof alles opeens stil was geworden in mijn hoofd.’


Ze heeft ook wel het een en ander meegemaakt: haar moeder heeft zelfmoord gepleegd, haar jongere broer is daarna vertrokken naar Amerika, en haar vader is in zijn schulp gekropen.
Ze heeft geen vrienden en vriendinnen meer, haar wereld draait om de overhemden en de collega’s.
Dan vindt ze een briefje in een overhemdzakje: ‘Ik denk dat ik niet goed weet of ik dit alles zo leuk vind, en ik denk dat ik het niet ga volhouden,wordt dit mijn dood of zal ik moeten vluchten?’

 Rosa vat het op als een noodkreet, en het briefje laat haar niet los. Als ze later nog meer schrijfsels vindt in hetzelfde handschrift, komt ze er achter dat de schrijver ene Levi Andreas is. En ze probeert iets: ze schrijft een briefje terug, en stopt dat bij een gestreken overhemd.
Zo ontstaat een briefwisseling met Levi, een jongeman die de lezer intussen al kent. Om en om met de hoofdstukken over Rosa, waar een strijkijzertje boven staat, lezen we stukjes tekst waarvan we later lezen dat het stukjes zijn uit de zwarte opschrijfboekjes, die Rosa vindt, als ze op zoek gaat naar Levi. Uit de verhalen die hij opschrijft, over zijn gesjacher, zijn 22-jarige vriendin maken we op dat ook hij dolende is. Ook zijn achtergrond is niet doorsnee, al is dat geen excuus.
Omdat Rosa’s omstandigheden het toelaten, reist ze Levi achterna. Gedreven door nieuwsgierigheid, naar Levi en naar zichzelf. En zo lezen we een roadnovel: een reis naar het einde  van de wereld. Een reis naar hun eigen ‘ik’.
Zullen ze elkaar ooit nog eens echt ontmoeten? Of: belangrijker: zullen ze ontdekken wie ze zijn, en wat ze met hun leven moeten?
De figuur Levi, die we alleen maar leren kennen uit tekstjes in boekjes, en wat anderen over hem vertellen, wie is hij?
Ik vind het leuk om hem te zien als een fantasie van Rosa, een beeld waaraan ze zich tijdens haar zoektocht naar zichzelf vasthoudt. Het geeft de roman een magisch tintje, en daar houd ik wel van. Maar ik heb geen idee of de schrijver wil dat het zo gelezen wordt!


ISBN 9789028241336 | Paperback | 376 pagina's | Van Oorschot | november 2009

© Marjo, 6 juli 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER