De buitenstaander
Op de omslag zie je een schilderij van Barend Blankert dat heet 'de slapende jongeman'. Op een bed in een sobere kamer ligt een jongen, in elkaar gedoken. Het kan goed zijn dat de schilder inderdaad een gewoon slapende jongen heeft afgebeeld, maar als je het boek gelezen hebt, gaat er ineens een beklemming van uit.
'De buitenstaander' gaat over de jongen Baldwin. Op zesjarige leeftijd overlijdt zijn moeder als gevolg van een auto-ongeluk. De jongen kan het nauwelijks bevatten, en er is niemand die hem helpt zijn verwarring en zijn verdriet te verwerken. Na een tijdje trouwt zijn vader met een vrouw die niets van de jongen moet hebben, en die hem letterlijk buitensluit -hij wordt 's morgens weggestuurd naar school, of als het vakantie is moet hij maar zien waarheen, en hij mag pas 's avonds om zes uur weer binnen.
Baldwin heeft geen vrienden, niemand die hij in vertrouwen kan nemen, zelfs zijn opa en oma niet. Want hij weet dat hij zelf de klappen ervoor zal krijgen als blijkt dat hij erover gepraat heeft. Nog erger is dat ook zijn vader, die toch in hetzelfde huis woont, hem niet gelooft. Zijn nieuwe moeder zorgt toch goed voor hem? Ze heeft het druk, en kan geen kinderen om zich heen hebben, hij moet er maar aan wennen.. De situatie wordt steeds erger, stiefmoeder wordt gewelddadiger, en als anderen zijn verwondingen zien, gaan ze eindelijk vragen stellen. En eindelijk komt de jeugdbescherming er bij aan te pas. Maar of hij daar nu mee geholpen is?
Het boek leest als een trein, het is geschreven vanuit de jongen. Zijn onschuld en zijn verwarring komen heel duidelijk over. Hij weet wel dat zijn leven niet normaal is, maar wat hij er aan moet doen als zelfs zijn vader hem niet gelooft? Als ook zijn opa en oma, die hem wel geloven, niets kunnen doen? Als zelfs de jeugdbescherming geen voet aan de grond lijkt te krijgen?
Hij is immers maar een jongen...
'Hé!' roept Richilda, wanneer ze ziet dat Roos morst. "je druipt!' Ze buigt naar voren, pakt het ijsje uit Roos' handen en knoeit dan op haar eigen schoot. Ik schiet in de lach. Richilda kijkt me kwaad aan en vraagt wat er 'zo ontzettend humoristisch' is. Ze gebaart naar mijn vader en draagt hem op in het betonnen gebouwtje servetten te halen.
Op het moment dat hij door de elektrische schuifdeuren verdwenen is, staat Richilda op en geeft me een ferme klap op mijn neus. Ik voel een heftige, stekende pijn, maar ben te beduusd om te huilen of iets tegen haar te zeggen. 'kijk lieverd,' zegt mijn vader wanneer hij een stapel servetten aan Richilda overhandigt. 'denk je dat je hier genoeg aan hebt?
Paperback | 205 Pagina's | Stichting ex ExUitgevers | 2005 ISBN: 9070532328
© Marjo, februari 2007
Reageren? Klik hier!