Canek Sánchez Guevara

33 revoluties
Canek Sánchez Guevara


Het eerste wat je opvalt bij deze roman over Cuba, is de naam van de schrijver… Canek Sánchez Guevara. De kleinzoon van Che Guevara, de leider van de Cubaanse revoluties, wiens portret toentertijd, ook in het westen, op zoveel studentenkamers hing. We weten allemaal hoe idealistisch het begon, maar ook hoe het afliep, of eigenlijk nog steeds voortduurt. Over de kloof tussen idealen en realisme gaat dit boekje.


We kijken door de ogen van een Cubaan van middelbare leeftijd naar de uitzichtloosheid, armoede en de beperkte vrijheid van de Cubanen anno nu. Zijn baan op kantoor waar hij iedere dag dezelfde uitzichtloze dingen doet en keer op keer dezelfde stempels zet, de maatschappij waar iedereen maar stilzwijgend doet wat er van hem verwacht wordt en af en toe huichelend ‘lang leve de revolutie’ roept en vooral de uitzichtloosheid en eentonigheid van het leven op Cuba grijpen hem met het jaar meer naar de strot. Het leven op Cuba is als een langspeelplaat met een kras…


Alles herhaalt zich; elke dag is een herhaling van de vorige, elke week, elke maand, elk jaar; en naarmate de herhalingen zich herhalen, gaat de kwaliteit zo achteruit dat er nog slechts een vage, onherkenbare herinnering van het oorspronkelijke geluid overblijft – de muziek verdwijnt en maakt plaats voor onverstaanbaar gemummel. Ver weg ontrploft een transformator en alle lichten in de stad doven. Het gebouw is een zwart gat midden in dit universum dat niets liever wil dan met veel kabaal ineenstorten. Het maakt nooit iets uit. Als een plaat met een kras die maar blijft draaien en draaien…


Vroeger was hij overtuigd aanhanger van het regime. Het vaderland kwam op de eerste plaats, hij deed vol verve aan alle patriottische activiteiten mee en klom steeds hoger op de ladder. Hij werd klassenvertegenwoordiger, schoolhoofd, chef van verschillende afelingen en voorzitter van federaties. Tot hij op een dag begon te lezen, eerst voorzichtig, alsof hij iets deed wat niet mocht, later gretiger en gretiger. Al lezend ontdekte hij een universum wat veel groter was dan het universum om hem heen. Het veranderde zijn blik op zijn omgeving totaal en wakkerde een diep verlangen naar vrijheid en ruimdenkendheid bij hem aan. Weg uit dat land waar je zomaar uit je bed kan worden gelicht voor een al of niet vermeend vergrijp, waar je nooit kunt zeggen wat je echt denkt, maar vooral waar de tijd verstrijkt zonder dat je er écht iets mee kunt doen. Maar de botsing tussen droom en daad maakt hem lethargisch en lusteloos en de zelfgekozen isolatie van Cuba verergert de situatie alleen maar.


Achter hem de mooie smerige kapotte stad; voor hem de afgrond die de nederlaag suggereert. Het is niet eens een dilemma en eveneens een tegenstelling, maar de zekerheid dat die afgrond, dat isolement ons definieert en conditioneert. We overwinnen als we ons isoleren en door ons te isoleren worden we overwonnen, denkt hij. Er zijn geen grenzen; dat water daar is prikkeldraad, loopgraaf en greppel. Barricade en gevangenis. We houden stand in ons isolement. We overleven in de herhaling.


Om hen heen vertrekken, op gammele bootjes steeds meer landgenoten over zee naar Amerika, eerst alleen ‘s nacht, later steeds openlijker ook bij daglicht. Het fascineert hem en hij legt de pogingen vast met een oude camera. Op een dag kaapt een groepje jonge Cubanen een gammele veerboot om mee te vluchten, een ultieme wanhoopsdaad die mislukt. Maar er lijkt iets van verzet in beweging gezet, iets wat er eerder nog niet was. Ook zijn eigen situatie verandert en hij doorbreekt zijn zwijgen.


33 Revoluties
is een dun boekje waarin niet eens zo heel veel gebeurt, het beschrijft vooral, maar dat doet de schrijver dan ook met verve. Hij maakt sterk gebruik van details; een oude typemachine, eindeloze stempels op kantoor, een horloge van Sovjetmakelij, waardoor je de Cubaanse wereld die zo verschilt van de onze, voor je ziet, maar hij beschrijft vooral  bijna voelbaar de sfeer van uitzichtloosheid en sleur, en de mensen die het  schijnbaar gelaten ondergaan, terwijl je tegelijkertijd voelt dat er  langzaam een onderstroom van verzet op gang komt.


Canek Sánchez Guevara heeft Cuba in 1996 verlaten om naar Mexico te vertrekken. Daar werkte hij voor verschillende van Mexico’s belangrijkste kranten. Hij was een gematigd en goed geïnformeerde criticus van Castro’s regime. Begin 2015 overleed hij op veertigjarige leeftijd aan een hartoperatie. 33 Revoluties is zijn enige roman.


ISBN 9789056725549 | Paperback | 88 pagina's | Uitgeverij Signatuur, september 2016
Uit het Spaans vertaald door Adri Boon

© Willeke, 26 oktober 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER