Non-fictie jeugd

Annemarie van den Brink & Suzanne Wouda

http://www.avdbrink.nl

https://suzannewouda.nl

 

Wolvenhart
Suzanne Wouda en Annemarie van den Brink


Veertien verhalen over bijzondere dieren. (Al vertellen ze misschien meer over de manier waarop de mens met hen omging).
Het verhaal van de giraffe Zarafa bijvoorbeeld vertelt over de reis die een aantal mensen maakten met deze langnek in een tijd – het jaar 1824 - dat nog vrijwel niemand in Europa ooit een giraffe gezien had.
Zarafa werd geboren in Ethiopië en meteen na haar geboorte gevangen genomen. Ze was een geschenk van de gouverneur van Egypte voor de Franse koning, die hoopte dat Frankrijk hem dan zou steunen in de strijd tegen Griekenland. De reis ging door de woestijn en over de Middellandse Zee. Vanuit Marseille begon een voettocht verder naar Parijs. Onderweg hadden zij en haar oppassers veel bekijks natuurlijk en er is dan ook heel wat over geschreven. Zarafa belandde in de Jardin des Plantes, waar ze tot haar dood in 1845 veel publiek trok. Ze is opgezet en nog steeds te zien, in het natuurhistorisch museum in Rochelle.


Ook Hansken de olifant was een geschenk. Zij kwam uit Ceylon en werd verscheept naar Nederland. Dat was in het begin van de zeventiende eeuw, en toen was een olifant ook een onbekend dier. ‘Een monster’. Ze was een cadeau voor stadhouder Frederik Hendrik van Oranje, en werd eveneens als bezienswaardigheid tentoongesteld.
Voor de mensen toentertijd was dit een hele belevenis maar voor de dieren zelf betekende het een vroegtijdige dood. Men had immers geen idee wat een goede verzorging inhield. Hansken werd nog beroemder omdat ze getekend werd door een schilder die we nu nog steeds bewonderen: Rembrandt!


Misschien heb je wel eens gehoord van Hans, het paard dat kon rekenen? Ook een verhaal dat altijd weer verteld wordt. Net als dat over Japie, een gorilla in Artis, die zorgde voor afleiding zodat de Duitse bezetters die hem kwamen bezoeken niet ontdekten dat er mensen verstopt zaten in de apenrots.
Lees het verhaal van de duiven in de Tweede Wereldoorlog, die fungeerden als spion. Over de beroemde politiehond, Albert, die een standbeeld kreeg.
En over de beroemde stationskat Felix, die met zijn maatje Bolt het station in Huddersfield bewaakt.
Of dat van de big die kunst maakt: Pigcasso. Zowel Felix als Pigcasso hebben ook een facebookpagina!


De wolf van de titel van dit boek is Lobo. Hij is de man die op hem jaagt diverse keren te slim af, waardoor deze jager bewondering krijgt voor het dier. Lobo heeft niet voor niets geleefd, want de jager zal later schrijven:


‘Mijn grootste wens is mensen duidelijk te maken dat onze wilde dieren een waardevolle erfenis zijn die we niet mogen vernietigen.’


Moge de woorden van de jager niet alleen van toepassing zijn op wolven maar op alle dieren!


Annemarie van den Brink en Suzanne Wouda die samen ook Oorlog in inkt schreven, dat bekroond werd met een Vlag en Wimpel, hebben nu deze bijzondere, waargebeurde verhalen verzameld in een mooie bundel.
Achterin staat per verhaal vermeld waar de schrijvers hun informatie vandaan haalden, en zo kun je zelf ook nog verder lezen. Er staan ook jeugdboeken bij namelijk.


ISBN 9789021683560 | Hardcover| 144 pagina's | Uitgeverij Ploegsma | september 2022
Illustraties door Marieke Nelissen | Leeftijd vanaf 10 jaar

© Marjo, 9 november 2022

Lees de reacties op het forum, klik HIER

 

Oorlog in inkt
Dagboekverhalen
Annemarie van den Brink & Suzanne Wouda


Toen de twee schrijfsters van dit boek hoorden dat naast het dagboek van Anne Frank nog veel meer dagboeken en verslagen van jongeren uit de Tweede Wereldoorlog in archieven én bij mensen thuis lagen, besloten ze er iets mee te doen. Ze klopten aan bij het NIOD, die al vanaf 8 mei 1945, dagboeken, brieven en andere papieren uit de oorlog bewaart. Het NIOD stelde een lijst met jongerendagboeken samen zodat Annemarie van den Brink & Suzanne Wouda gericht konden zoeken.


Het was zeer indrukwekkend wat ze te zien en te lezen kregen. Deze kinderen en jongeren hadden enorm veel meegemaakt en dingen gezien die onvoorstelbaar zijn.
Er werden in totaal veertien dagboeken uitgekozen, zeven van meisjes en zeven van jongens.  De verhalen variëren - qua inhoud - zeer en zijn in chronologische volgorde geplaatst, te beginnen bij vrijdag 10 mei 1940 en eindigend bij 10 juni 1945.


Zo lezen we over Hans, die altijd naar Radio Oranje luistert. In een groot schrift met op de voorkant een V van victorie getekend noteert hij alles wat hij aan nieuws te horen krijgt over geallieerden die de Duitse troepen voor zich uit jagen. Terug naar Duitsland. Hij begint op 11 april 1943. In mei van dat jaar moet iedereen de radio inleveren, wat de familie van Hans natuurlijk niet doet, ze geven een oude radio aan de Duitsers en luisteren voortaan stiekem naar Radio Oranje. en aldoor noteert Hans alles, tot het eind. Op 16 april 1945 schreef Hans: "Vanaf maandag 16 april verschijnen er weer kranten in Deventer met uitvoerig wereldnieuws. Het bijhouden van dit schrift is dus overbodig geworden." en stopte met zijn schrift.


Het verhaal over Hans was nog redelijk vermakelijk om te lezen, maar er zitten ook erg schrijnende verhalen tussen zoals het verhaal over de twee vriendinnen Jeanne en Bets. Bets is joods en daardoor kunnen ze uiteindelijk nauwelijks nog samen optrekken, want Bets mag steeds minder dingen van de Duitsers.


'Heb je je nooit afgevraagd waarom?'
''Waarom wat?'
'Waarom jullie van de Duitsers niet mogen zwemmen, of naar het park? Of boodschappen moeten doen tussen drie en vijf?' [...]
'Ik dacht heel lang dat de Duitsers ons alleen maar haatten,' zegt Bets. [...] Maar het is nog veel meer.'


We lezen verhalen over het verzet in Limburg waarbij mensen ondergedoken zitten in de mijngangen, we lezen over een piloot die zijn geliefde zoekt, we lezen het schrijnende verhaal van de dertienjarige Chris in Java, die wacht op zijn vader. We lezen over kinderen die naar boerderijen gebracht werken om aan te sterken maar gezegd werd dat hun begeleiders NSB pakken aanhadden. De kinderen zelf hadden er niets mee te maken maar werden toch aan hun lot overgelaten. We lezen over de hongerwinter en hoe er met man en macht geprobeerd wordt de moed erin te houden. Het meest indrukwekkend is het verhaal van George, 12 jaar oud, en zijn zusje Ursula die via kamp Vught (juni 1943) en Westerbork (februari 1944) uiteindelijk in Bergen-Belsen (april 1945) belanen. Na de oorlog zitten ze in Tröblitz waar ze ook nog een tyfus overleven... Het is echt vreselijk wat deze kinderen meegemaakt hebben.
Maar voor alle kinderen is de oorlog een periode geweest die ze nooit meer zullen vergeten.


We krijgen niet, zoals bij Anne Frank, de dagboeken of notities zelf te lezen maar verhalen die naar aanleiding van de dagboeken gemaakt zijn. In de tekst staan soms woorden in het blauw afgedrukt waardoor je weet dat de betekenis van dat woord achterin het boek uitgelegd staat. Verder wordt na ieder verhaal verteld  hoe het de kinderen in hun latere leven vergaan is en wordt de situatie waarover zij vertellen hiistorisch toegelicht.

Het is een aangrijpend geheel geworden, hoewel ook delen van verhalen grappig zijn. Persoonlijk had ik graag wat foto's van de echte dagboekfragmenten willen zien, dat had denkelijk nóg meer indruk gemaakt. Maar in zijn geheel is het een belangrijk boek voor jongeren geworden, het zou in feite op elke school moeten liggen en klassikaal besproken moeten worden...


ISBN 9789021680170 | Hardcover | 207 pagina's | Uitgeverij Ploegsma | maart 2020
Leeftijd 10+

Dettie, 2 april 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER