jeugd 6-9 jaar

Annemarie Bon

http://www.annemariebon.nl

https://gertiejaquet.wordpress.com

http://www.marjameijer.nl

Zie ook de recensies op Leestafel  over de boeken Haas in de stad (3+) Love u 2 much (12+) en Schetsboek van Jeroen Bosch (non-fictie jeugd) van Annemarie Bon.

 

Lang, heel lang geleden...
Annemarie Bon


Alweer een sprookjesboek?
Inderdaad zijn er die al heel veel, maar deze is bedoeld voor beginnende lezers om zelf te lezen. Het zijn dertien sprookjes, op verschillend leesniveau, het eerste E3 (ongeveer leesniveau eind groep 3) tot M5, (leesniveau midden groep 5).
Bij het eerste sprookje – Sjakie en de bonenstaak – is er een behoorlijke ruimte tussen de regels, de woorden zijn niet meer dan twee lettergrepen, met een kleine moeilijkheidsgraad. De niet al te lange zinnen beginnen op een nieuwe regel.

Naarmate kinderen beter gaan lezen, wordt de ruimte tussen de regels kleiner, de letters zijn kleiner, en de zinnen worden langer. Bij niveau E4 beginnen de zinnen zodanig lang te worden dat ze doorlopen op de volgende regel. En er worden lastiger woorden gebruikt.


Je kan je voorstellen dat het verhaaltje dan ook ingewikkelder wordt. Het zou zo maar kunnen dat de schrijfster er expres voor gekozen heeft te beginnen met de meestal wel bekende sprookjes.
Het lelijke jonge eendje, Repelsteeltje en Belle en het beest – zijn op het niveau dat kinderen zo ongeveer halverwege groep 4 hebben bereikt.


Tegen de tijd dat kinderen naar groep 5 gaan of daar al zitten worden de sprookjes onbekender. Tenminste:  Iwan de tsarenzoon, de vuurvogel en de grijze wolf, De boskoning Och en Stoorworm? Nooit van gehoord.


Alle verhalen zijn in een moderne bewerking: er is bijvoorbeeld geen spinnenwiel bij Doornroosje, dat kennen kinderen immers niet! En Sneeuwwitje wordt niet wakker gekust door een prins, maar door een prinses…


Bij de sprookjes staat vermeld wat de bron is: Prinses Maanlicht is bijvoorbeeld Japans en Boskoning Och, is een oorspronkelijk Russisch sprookje.


Wie van sprookjes houdt - en wie doet dat nu niet! – kan jaren genieten van dit boek. Ook van de mooie illustraties. Daar zou je misschien denken dat er voor beginnende lezers meer zijn, maar dat is niet zo. Prima, want bij sprookjes horen mooie afbeeldingen en Sandra Klassen zorgt daar bij alle sprookjes voor: prachtige tekeningen!


Annemarie Bon (1954, Den Bosch) was biochemisch analiste, freelance journaliste voor het Brabants Dagblad en hoofdredacteur van de kinderbladen Taptoe en Okki voordat zij verhalen en boeken voor jong en oud ging schrijven.

ISBN 9789048862061 | Hardcover | 176 pagina's | Uitgeverij Moon | mei 2024
Illustraties van Sandra Klaassen | Leeftijd vanaf 7 jaar

© Marjo, 24 juli 2024

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Ik wil het weten!
Lees over Julia, een Moluks meisje in 1958
Annemarie Bon


Uitgeverij Zwijsen is een Nederlandse uitgeverij van educatieve boeken voor peuters, kleuters en basisschoolleerlingen. 'Educatieve boeken' dat klinkt misschien als 'pittige' les- en leesboeken maar Ik wil het weten! bewijst dat een verhaal waar je veel van leert ook via een prachtig boek verteld kan worden. 

Na een heldere uitleg over hoe in 1958 Nederland in elkaar zat -  Nederland had sinds 1949 geen koloniën meer, internet bestond nog niet - gaat het verhaal over naar het Molukse kamp Vught waar de elfjarige Julia in woont. (Op de binnenkant van het boek zien we daar een plattegrond van, wat erg handig is.)


Het Molukse kamp staat in woonoord Lunetten, en is omheind door een dubbel hek met prikkeldraad. Er is maar één uitgang, de poort, waar Julia absoluut niet door mag. De bewoners van het kamp wonen in barakken. De manlijke bewoners (de ooms) lopen elke dag in hun kakikleurige militaire uniform.
Morgen is het jaarlijkse grote feest, dan gaan ze naar Den Haag, dan vieren ze het uitroepen van de Republiek der Zuid-Molukken, de RMS.


Naast het kamp is het defensieterrein en van een Nederlandse soldaat hoort Julia dat haar vader geen echte militair is en dat zij en alle andere mensen in een concentratiekamp wonen. Julia snapt er niets van. Haar vader zat toch bij het KNIL?
Maar ze snapt wel meer niet, vooral waarom ze niet teruggaan naar de Molukken, niemand wil toch in die akelige barakken wonen? Elke keer als ze dat vraagt zegt haar moeder. 'Soedah! Laat maar. Dat hoor je nog weleens.'


Dankzij de uitspraak van de soldaat is er iets bij haar getriggerd, wat is een 'concentratiekamp?' Waarom vertellen haar ouders nooit iets over de Molukken? Ze wil het nu wel eens weten!


Als ze naar buiten gestuurd wordt om op haar broertje moet passen, neemt ze een besluit. Samen met haar broertje en vriendin Irma loopt ze het kamp uit! En daar heeft ze een ontmoeting met ene Esther. Die vrouw vertelt haar een verhaal dat diepe indruk maakt op Julia.
Dat maakt dat ze eindelijk tegen haar vader durft te zeggen dat ze nu écht het Molukse verhaal wil horen. Tegen papa zegt ze daarom heel dapper:  'Ik wil het weten!' Zal hij het nu wèl vertellen?


Ondanks het pittige onderwerp is het geen loodzwaar verhaal geworden. Het kleine broertje zorgt namelijk dankzij zijn streken voor de nodige afleiding. En Julia zelf  is natuurlijk ook een kind dat alles via haar eigen ideeën en opvattingen vertelt. Toch komen we heel veel te weten over de koloniën, de KNIL en hoe deze militairen na de Tweede Wereldoorlog behandeld werden door de Nederlanders, over de leefwijze in de barakken, over kamp Vught zelf etc.
Annemarie Bon heeft dit alles heel knap verweven in een ontroerend, aansprekend, prettig leesbaar verhaal.
Marja Meijer heeft er perfecte, sfeervolle afbeeldingen in kleur bij gemaakt.
Een boek dat op een prettige manier indruk maakt.


ISBN 9789048739332 | Hardcover | 80 pagina's | Zwijsen | april 2021
Een boek uit de serie Duik in de tijd van | AVI E5 | Leeftijd 9+

© Dettie, 9 juni 2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Haas en zijn vrienden
illustraties: Gertie Jacquet
tekst: Annemarie Bon


In dit stevige boek vindt de jonge lezer zes verhalen die met hem of haar meegroeien. Van AVI Start, einde groep 3 naar niveau M4, midden groep 4. De illustraties zijn herkenbaar, kleurrijk en bedekken soms twee pagina’s, met leuke details en soms ook met teksten erin. Die platen lijken vaak wel zoekplaten, zoveel is er te zien! De gezichtsuitdrukkingen van de dieren passen precies bij de tekst, de illustraties maken dan ook onderdeel uit van het verhaal.
Vaak zijn dialogen zo geschreven en getekend dat je kinderen kan aanwijzen die Haas zijn, of Raaf. Erg leuk!


Behalve dat het technisch gedeelte prima in orde is, is ook de inhoud van de verhalen zodanig dat het jonge kinderen zeker aanspreekt. De dieren zijn typetjes, dat vinden kinderen op die leeftijd prettig, want herkenbaar: Raaf is een hebberd en schaamt zich niet om dingen die hij wil hebben te stelen. Duif is natuurlijk postbode. Kip is een heel net en ordelijk dier -  ha, wel eens een kip in het echt meegemaakt? -  maar ze is ook een moederkloek, en dat past wel degelijk!
En Haas zelf, dat is de antiheld, die steeds in de problemen komt en dan door zijn vrienden geholpen wordt.
De verhalen, zes in totaal, gaan over herkenbare dingen: Over een lach en een traan: naar de kermis! Waar Haas een prijs wint die Raaf wil hebben! Maar als Haas de gewonnen beer ruilt voor een zak koekjes, komt het aloude gezegde uit: van ruilen komt huilen.


Over verliefdheid en jaloezie: Haas is verliefd op Kip en wil haar natuurlijk in de watten leggen. Eerst wil hij haar een ring geven, maar die valt in het water. Dat wordt een heel avontuur onder water om die ring terug te vinden! Maar als Kip buikpijn heeft, wat moet je dan? Dan blijkt Haas leuke mopjes te kunnen vertellen!  Of het helpt?


Over vriendschap: hoe je je vrienden helpt en zelf ook geholpen wordt. Want Haas is heel gastvrij en maakt zijn huisje helemaal in orde voor het bezoek van een verre neef, die hij eigenlijk niet kent. Maar die neef blijkt een klaploper te zijn die bovendien alles vernielt. Hoe krijgt Haas de neef weg, en hoe krijgt hij zijn huisje weer op orde? Precies, Haas heeft vrienden.


En over een ongewenste gast in de vorm van een stinkdier. De dieren in het bos willen hem niet. ‘Wij hoeven geen vreemden.’ zegt Raaf. Maar Haas snapt er niks van, Stinkie is toch heel aardig?
Actuele thema's in leuke verhaaltjes, kinderen van deze tijd worden toch maar verwend!


Annemarie Bon (1954, Den Bosch) was biochemisch analiste, freelance journaliste voor het Brabants Dagblad en hoofdredacteur van de kinderbladen Taptoe en Okki voordat zij verhalen en boeken voor jong en oud ging schrijven. In 2001 startte Annemarie Bon als zelfstandig tekstschrijver. Naast boeken voor jonge kinderen schreef zij ook non-fictie en fictie voor kinderen tot 15 jaar.
Haas is waarschijnlijk haar bekendste personage. Gertie Jacquet is in deze boeken een vaste medewerker.


ISBN 9789048847112 | Hardcover | 216 pagina's | Moon | augustus 2018
Afmeting 22,6 x 17,7 cm. | Leeftijd: vanaf 6 jaar

© Marjo, 7 oktober 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER