Boekenarchief R-S

Agnita de Ranitz

Kom Atir kom
De legendarische voetreis met een giraffe van Marseille naar Parijs in 1827
Agnita de Ranitz


De inhoud van dit boek is heel kort weer te geven: het is het verhaal van de legendarische voetreis in 1827, waarbij het er om ging een jonge giraf - een geschenk van de pasja van Egypte aan de Franse koning - van Marseille naar Parijs te begeleiden. De giraf werd begeleid door haar verzorgers, twee Soedanezen. Behalve een bedoeïen, Hassan, is dat een gewezen slaaf, Atir genaamd. Atir is de ene verteller van het verhaal. De andere is de beroemde zoöloog Etienne Geoffroy Saint-Hilaire, met zijn 55 jaren al ‘oud’, die naar Marseille is getrokken om van daaruit met de giraf mee terug te lopen naar Parijs.


Wat dit boek bijzonder maakt is dat schrijfster Agnita de Ranitz deze twee zo verschillende mannen hetzelfde verhaal ieder op een heel eigen manier laat vertellen. Zij vertellen steeds over dezelfde gebeurtenissen, hetgeen indien nodig boven de hoofdstukken aangeduid staat. Ook staat vermeld wie er aan het woord is. En er zijn de brieven die St-Hilaire aan zijn vrouw in Parijs schrijft.


Het is een zware reis, bedenk dat het bijna twee eeuwen geleden is, en de reizigers niet de beschikking hadden over de gemakken van vandaag de dag. Er moest gelopen worden, 880 kilometer. Dat duurde 42 dagen. Het moet gezegd worden: het kostte de giraf geen enkele moeite, zij liep braaf mee aan de leidsels die Atir vasthield. Atir deed samen met Hassan ook de dagelijkse verzorging: zij gaven het eten en drinken – een emmer melk per dag, waarvoor koeien in de stoet meeliepen! Atir poetste en borstelde, hield haar staart klittenvrij en maakte de hoeven schoon.
Atir was trots op zijn Zoraféh, die in het verhaal Zarafa genoemd wordt.


In het begin was St-Hilaire, katholiek en erg Frans, bepaald niet gecharmeerd van Atir: een moslim, een slaaf, die ook de taal niet sprak! Maar dat veranderde al snel: hij zag hoe goed Atir was voor de dieren en ontdekte dat de jonge man niet alleen snel de Franse taal leerde maar evenmin dom was. Tegen het einde van de reis zocht hij steeds meer het gezelschap van Atir, hij vond het leuk hem van alles te leren en ze voerden diepe gesprekken. Atir op zijn beurt zag meer dan hem verteld werd en hij deed zijn best om het ook de geleerde naar zijn zin te maken.

De reis verliep niet zonder avonturen. Het volk kende een dier als de giraf niet en liep overal waar ze kwamen uit om naar het monster te kijken. Gelukkig stoorde Zarafa zich er weinig aan al is het een keer goed fout gegaan, een verhaal apart!


Voor in het boek staat de route getekend zoals die door het gezelschap gelopen werd. In het nawoord vertelt de Ranitz dat ze zelf de reis ook gemaakt heeft om zoveel mogelijk de plekken te bezoeken die de reizigers bezocht hebben. Niet lopend – met de auto duurde het 10 dagen - maar wel vaak stoppend om hotels en andere pleisterplaatsen te bekijken. Zij raadpleegde kranten en andere historische geschriften om de reis te reconstrueren en ging zelfs naar Kenia om het gedrag van een giraf te bestuderen!
Zij vertelt hoe het afliep met de personages en voegt dan nog een bijlage toe waarin verteld wordt over de historische achtergrond en indien nodig nadere toelichting bij hetgeen zij laat vertellen.
Zarafa wordt ondergebracht in de Parijse dierentuin Jardin du Roi, die nu de Jardin des Plantes heet.


Natuurlijk is het een bijzonder verhaal, hoe een giraf in die tijd van Egypte naar Parijs ‘reist’, maar het mooiste van het boek is toch wel hoe de relatie tussen de twee hoofdpersonages zich ontwikkelt. De Ranitz slaagt er in om eenzelfde gebeurtenis twee keer te laten vertellen zodanig dat het niet saai wordt: Atir en St-Hilaire bekijken de wereld door heel andere ogen, vanuit een andere achtergrond. Atir verwondert zich constant over het land dat hij ziet als ook over de mensen die zo anders zijn. Er is een groot cultuurverschil, ze hebben een ander geloof, maar zij blijken toch zoveel te delen dat er een hechte vriendschap ontstaat.
Dat brengt de schrijfster heel mooi over! Het verhaal leest als een trein. Er staan ook nog tekeningen in het boek, ook al verzorgd door de schrijfster zelf.
Fez af (tulband?) voor de moeite die de schrijfster zich getroost heeft om de wereld van de giraf, inclusief de juiste feiten van de geschiedenis om te zetten binnen een mooi psychologisch verhaal.


Agnita de Ranitz (1952, Den Haag) studeerde kunstgeschiedenis en Egyptologie aan de Ecole du Louvre in Parijs en de Sorbonne. Ze werkte in het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Kom Atir kom is haar tweede roman.


ISBN 9789078905196 | Paperback | 350 pagina’s | Uitgeverij De Brouwerij | februari 2020

© Marjo, 29 juni 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER