Boekenarchief W-X-Y-Z

Willem van Zadelhoff

http://willemvanzadelhoff.blogspot.com

 

altDe nachten van Hoffman
Willem van Zadelhoff


Max Hoffman reist naar Antwerpen om daar de rol van Trigorin te spelen in De Meeuw van Tsjechov. Hij heeft er niet zo veel zin in, zelfs al vindt hij dat die rol hem op het lijf geschreven is. Hij neemt zich voor om een kaart naar zijn moeder te sturen, maar eerst wat sigaretten kopen. Deze twee handelingen brengen hem terug in het verleden: was het immers niet zo dat als dokter Angel, de huisarts, zijn moeder bezocht dat de kamer blauw stond van de rook? En het heeft hem altijd dwarsgezeten: wat deed die dokter toch zo vaak bij hen thuis?


Op de dag dat zijn vader overleed – vaatklachten, verklaarde de dokter – zat Max, twaalf jaar oud, achter de bank, en kon niet precies duiden wat er allemaal gebeurde. Zijn ouders hadden ruzie, over de dokter... Max’ vader overleed toen hij 53 was. Net zo oud als Max nu is.  Dit feit hangt als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd, te meer omdat hij veel drinkt en rookt en temesta slikt omdat hij slecht slaapt. Dan blijkt dat zijn tegenspeelster zijn ex is, die hem tien jaar eerder verliet voor een veel jongere man met wie ze ook nog een kind kreeg.
En er is Rosalie, de jonge actrice, die hem naar de ogen kijkt.


De verwikkelingen met die vrouwen doen zijn gemoedsrust ook geen goed, ook niet die met zijn moeder, die nauwelijks reageert als hij haar bezoekt. Hij besluit de dokter te bezoeken. Dokter Angel. Maar kan hij die man wel vertrouwen? Had die man een verhouding met zijn moeder?  Was zijn vader een natuurlijke dood gestorven, en had hij, Max, dezelfde genen? Als hij het bewustzijn verliest tijdens de repetitie, gaat hij dat wel denken...

En dan is er ook nog Bruno, vriend en uitgever, die graag wil dat Max een boek schrijft over zijn ervaringen met De Meeuw. Het onverwerkte verleden, de aanvallen, de druk van het toneelstuk en het boek, het wordt Max te veel...


Het is een knap gecomponeerde roman, met thrillerachtige elementen. Terwijl Max het verleden herbeleeft, blijken er overeenkomsten te zijn met het heden. Max ontmoette Tanja twintig jaar geleden toen zij eveneens samen speelden in hetzelfde toneelstuk. De zoon van zijn ex is ongeveer net zo oud als hij was, en ligt achter de bank, als Max op bezoek is bij zijn ex en diens nieuwe echtgenoot...
Het is niet verbazingwekkend dat er zeer veel verwijzingen zijn naar toneel. Niet alleen naar Tsjechov, ook naar Shakespeare. Max heeft het toneelspelen tot een manier van leven gemaakt.


Willem van Zadelhoff (1958) schrijft proza en poëzie. Hij debuteerde met de prachtige roman ‘Een Stoel’ (2003), een korte roman over twee enthousiaste Bauhaus-architecten en een revolutionaire buizenstoel, en ontving in 2009 de Herman de Coninckprijs voor zijn dichtbundel ‘Tijd en landen’.


ISBN 9789025444785| Paperback| 192 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | februari 2015

© Marjo, 17 november 2015

 Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Vuur stelen
Willem van Zadelhoff

 

Bob Moreno wordt ontslagen uit een inrichting voor geesteszieken. Jacques heeft voor hem een kamer geregeld bij Maria, die hem ook een beetje verder zal helpen. Maar het meeste moet hij zelf doen, zij kan geen nieuw leven voor hem beginnen. Bob is voor hij instortte regisseur geweest, en met zijn vriend Hugo maakte hij fantastisch toneel. Vond hij. Vindt hij.
Hugo is in die vijftien jaar niet stil blijven zitten, hij is verder gegaan waar hij al mee begonnen was: hij is televisie gaan doen. Succesvol. Bob moet toegeven dat hij charisma heeft, hij doet het goed op het beeldscherm, maar wat zijn het eigenlijk voor flutprogramma's. Het haalt het qua kwaliteit toch niet bij toneel?
Ze moeten weer samen gaan werken, Hugo en hij, en waarom niet meteen dat ene stuk, dat niet van de grond kwam vijftien jaar terug, maar wat nu vast wel zal lukken. Ze zijn ouder en wijzer, en begrijpen nu waar het om gaat, denkt Bob.



Het stuk is het verhaal van Prometheus (betekent vooruitziende blik) die het vuur der kennis stal van de goden en het aan de mensen gaf. Zeus werd daar zo kwaad om dat hij Prometheus aan een rots liet ketenen en Epimetheus (betekent "terugblik" of "de achternadenkende) de broer van Prometheus, gaf hij de doos van Pandora. De doos die eenmaal geopend ongeluk bracht voor de mens.
Bob begint het stuk vast te lezen en in gedachten te bewerken voor de nieuwe opvoering. Maar hij heeft in al die jaren geen contact mee gehad met Hugo. Durft hij Hugo aan te spreken? Hij, de mislukkeling, naar Hugo de succesvolle presentator?

 

Misschien dat Bob en Hugo nu zouden kunnen begrijpen waar het om gaat, maar voor de argeloze lezer, die niets weet van de geschiedenis van het toneelwezen, valt er geen touw aan vast te knopen. Ik weet dat er veel meer in zit dan ik er uit kan halen. Er is die geschiedenis, er is de mythologie, met de symboliek daaraan verbonden, maar ik kan het niet volgen.  Voor mij blijft alleen de kern van het verhaal, en dat is te weinig. Ik zie vaak de verbanden niet. Waarom dat verhaal over Maria en haar vriend? Waarom die duik in het verleden, het verhaal van zijn ouders?  Ik schiet te kort.

 

ISBN 978 90 854214 5 0 Hardcover 240 pagina's | Meulenhoff/Manteau | oktober 2008

© Marjo, oktober 2009

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Holle haven

 

"Nu is het stil. Het geratel van de boordmitrailleurs is weggestorven. Ik lig op mijn buik. Naast me ligt de Duitse soldaat, de hand waarmee hij me onder de legertruck heeft getrokken en op de grond geduwd, ligt zwaar op mijn schouder. Ik voel zijn krachtige vingers zelfs door de twee jassen die ik over elkaar draag. Het doet pijn. Ik zeg niets. We moeten stil zijn. Stil en onbeweeglijk"


Zo begint het boek. Je bent er meteen gevangen: wie is die jongen? Wie is die soldaat? Welke betekenis heeft dit voorval? Wat gebeurt er eigenlijk precies?

 

Er is niet meteen een antwoord. Dit is een inleiding, een gebeurtenis uit het verleden.
De jongen is nu volwassen. Hij is een bekend architect geworden, Victor Vonk.
Hij opent in Arnhem een overzichtstentoonstelling van zijn werk. Helaas kunnen zijn vrouw en dochter er niet bij zijn. De dochter woont in Oostenrijk, en zijn vrouw Ada gaat naar haar toe. Onderweg komt ze langs Traulburg, een stad die Victor grotendeels ontworpen heeft. Ze moet hem beloven dan uit het raam van de trein te kijken. Maar Ada gaat niet zomaar weg. Ze is niet van plan terug te komen. Ze weet al jaren dat Victor een minnares heeft en ook een dochter bij die vrouw. Die notabene bij hem op kantoor werkt...
De trein waar de Duitser Bernhard Mortenbock in zit, kruist haar trein. Hij komt om een toespraak te houden op de tentoonstelling. Helaas komt hij tot de ontdekking dat zijn jas en koffer gestolen zijn. Daar zat ook de tekst van zijn toespraak in. Maar hij verzekert Victor, als hij hem ontmoet -voor het eerst na een lange briefwisseling- dat hij wel kan improviseren. Hij kent het werk van Victor door en door, kent ook zijn verleden, en zelfs kent hij raakpunten in hun beider leven, waar Victor nog niet van op de hoogte is. Zo zal het geschieden.

 

In flashbacks wordt het verleden van de beide mannen verteld. Beide waren jongens in de oorlog, met zeer verschillende achtergrond en ervaringen. Toen jaren later de briefwisseling op gang kwam - Mortenbock is kunsthistoricus en journalist - ontdekten ze dat ze het een en ander gemeen hadden. Behalve dit verhaal over wat oorlog met mensen doet, is er ook veel informatie over architectuur. Van Zadelhoff heeft het over de buisstoel op twee poten. Daar heeft hij al eerder een boek ("Een stoel") over geschreven.
Het is een boek met veel inhoud, de moeite waard om nog eens te lezen, om alles beter te kunnen doorgronden.
Het heeft de shortlist van de Librisprijs niet gehaald, helaas...

 

Hardcover | 160 Pagina's | Standaard Uitg Alg Uitgave & Import | 2006 ISBN: 908542044X

© Marjo, maart 2007

Reageren? Klik hier!

 

Een stoel


"Een stoel" is het debuut van de schrijver Willem van Zadelhoff. In dit boek vertelt hij het verhaal van de 'Freischwinger', de achterpootloze stoel, die in de jaren '30 van de vorige eeuw zo'n ophef veroorzaakte.
Er is geen absolute duidelijkheid over wie de stoel ontwierp. Was het Mart Stam, een Nederlander? Of Marcel Breuer, een Hongaar? Hierover zijn hele processen gevoerd en boeken/ proefschriften geschreven.
Van Zadelhoff heeft er een roman van gemaakt.
De Arnhemse wijnhandelaar Gerrit Kats droomt van een villa van licht en lucht. Zijn huidige woning aan de Velperweg is donker en bedompt. Hij koopt een perceel met uitzicht op de Rijn en gaat op zoek naar een architect. Hij belandt bij het Bauhaus, een architectenschool, waar hij de jonge Mart Stam en Marcel Breuer ontmoet. Zij zullen naar Arnhem komen en het huis ontwerpen.
Ze komen, zij het met flinke vertraging, en beginnen met een stoel... want, zegt Mart tegen mevrouw Kats.
"Als wij erin slagen een stoel te ontwerpen die niet alleen uw echtgenoot, maar ook u bevalt... als wij daarin slagen, dan is de rest, de villa, een peulenschil".
Zoon Frederik wordt opgedragen er voor te zorgen dat de mannen alles hebben wat ze nodig hebben, en ja hoor, na weken lang wachten komen de twee mannen aangezet met een stoel...
Voor de villa van licht en lucht is het te laat, vader Kats gaat bijna failliet, en hij stuurt de ontwerpers naar huis...


De stoel is later het onderwerp van Frederiks scriptie en van zijn dissertatie, want de strijd over wie de ontwerper was is losgebarsten en de processen die gevoerd worden een prima onderwerp voor een rechtenstudent...
Stam en Breuer zijn voor verschillende architectenbureaus gaan werken. Stam ontwierp de ST12, en Breuer de B 33. Beiden stoelen waren gebaseerd op de Arnhemse stoel, maar vreemd genoeg heeft noch Stam, noch Breuer ooit verteld dat zij samen aan die stoel gewerkt hebben.
Als ook Frederik sterft, vindt zoon Robert de cahiers waarin zijn vader het hele verhaal vertelt. Robert, die ooit een boekje gevonden heeft van Bernhard Mörtenböck, (kunsthistoricus en museumconservator én personage in van Zadelhoffs boek "holle haven"), waarin beide stoelen afgebeeld staan, gaat op zoek naar zijn vaders stoel, die aan een museum in Berlijn geschonken is.
Daarbij beleeft hij nog een persoonlijk avontuur, maar dat doet weinig ter zake. Het verlevendigt het boek, zoals ook de structuur dat doet. Van Zadelhoff springt heen en weer in de tijd. Behalve de historische achtergrond berust ook het verhaal van de stoel grotendeels op feiten (zie linken) waar ik tot nog toe niets vanaf wist.


Zie ook:

Marcel Breuer

Mart Stam

Freischwinger

Paperback | 141 Pagina's | Meulenhoff/Manteau ISBN: 9059900065

© Marjo