http://www.truusmatti.nl

Vertrektijd

Als je het boek begint te lezen, denk je dat het een fantasieverhaal gaat worden. Een meisje staat op een kale vlakte, voor een vervallen hotel, waar de neonletters niet allemaal meer branden. Behalve een bus die onder de viezigheid ooit rood was, is er niets... helemaal niets. Het meisje voelt slecht weer aankomen. Ze gaat het hotel binnen, en daar ziet ze een grote witte rat slapend op een barkruk, en een vos, lusteloos over de bar hangend.
Ze praten tegen haar... waar is ze in vredesnaam?
Maar in het volgende hoofdstuk bevindt de lezer zich ergens anders. Daar is ook een meisje de hoofdfiguur, en zij woont met haar moeder sinds een jaar in een huis waar de verhuisdozen nog niet allemaal zijn uitgepakt. Langzaam wordt duidelijk dat de vader er niet meer is, en dat het meisje een geheim heeft waar ze erg mee zit. Haar moeder kondigt aan dat ze weggaat om dingen te regelen. En het meisje schrikt!
Ze is bijna jarig en wordt dan twaalf. Met die verjaardag is iets, maar voorlopig weet je niet wat.
De hoofdstukken wisselen zich af, en langzaam ontdek je dat de meisjes een en hetzelfde figuur zijn, en dat het een verhaal in een verhaal is. Als je denkt te weten hoe het zit, komt er nog wat bij: brieven! Een briefwisseling tussen vader en dochter.

Het is een prachtig verhaal, over rouwverwerking, heel subtiel in het verhaal verweven. De spanningsboog wordt lang uitgesponnen, heel af en toe valt er een puzzelstukje op zijn plaats, en het valt om de drommel niet mee om alle ins en outs te begrijpen. Er zit ook een magisch-realistisch tintje aan, de verhalen raken elkaar op diverse manieren. Gelukkig worden er verschillende lettertypen gebruikt, het zou voor een jonge lezer veel te moeilijk gemaakt worden zonder dat onderscheid.
Truus Matti speelt met werkelijkheid en fantasie, waar je als lezer je hoofd bij moet houden. Maar het is erg mooi geschreven, en zeker de moeite waard om zelfs vaker te lezen. Pas dan, denk ik, zal de puzzel volledig worden.

ISBN: 9789056379148, 1e druk: 2007, Uitvoering: gebonden, 197 pagina's, Lemniscaat, vanaf 10 jaar

© Marjo, oktober 2008

Reageren? Klik hier

Mister Orange
Truus Matti

Dat Europa zucht onder het geweld van de Tweede Wereldoorlog heeft ook zijn weerslag op het leven in Amerika. Jonge mannen worden opgeroepen voor het leger, of melden zich vrijwillig.
Het is 1943. Linus heeft een oudere broer, Apke, die de oproep voor is. Hij zal die Duitsers wel eens even een lesje gaan leren. De twee broers zijn beide fan van de stripalbums over Superman, en Linus ziet het vertrek van zijn broer dan ook helemaal in dat kader: Apke, oftewel Albert, zoals hij nu genoemd wil worden, is een held!
Linus is een van de zes kinderen in het gezin. Hun ouders hebben een groente- en fruitwinkel. Het is sappelen om rond te komen, schoenen bijvoorbeeld gaan van de een op de ander. Nu Apke nieuwe schoenen moest, krijgt iedereen ‘nieuwe' schoenen, of ze passen , daar wordt niet naar gekeken.
Ook de bezigheden schuiven door:

‘Behalve de schoenen waren met Apkes vertrek ook de taken in huis opgeschoven. Linus nam de bestelronde over van Simon; die kreeg een baantje op de postkamer van de krant waar Apke had gewerkt. Nu Linus bij de groten hoorde werd Max officieel de grootste van de kleintjes en dus zou hij voortaan na school op Wilke en Sis passen.’

Terwijl Linus zijn taken vervult dagdroomt hij over Superman, en vol spanning wacht hij op post uit Europa. Intussen doet hij zijn bestelronde en komt zo ook bij een oude man, die om de week een kist sinaasappels geleverd wil hebben. ‘een kist vol gezondheid’ zegt hij. Zijn naam is onuitspreekbaar, niets is logischer dan hem Mister Orange te noemen.
Zijn huis ziet er heel anders uit als wat Linus gewend is, de kamers zijn leeg, de muren wit en er hangen schilderijen die bestaan uit felle kleurvlakken. Ook de gesprekken die hij met hem voert zijn niet alledaags. Mister Orange heeft het met hem over de verbeelding.

‘Fantasie gaat niet alleen over dingen die niet kunnen bestaan Fantasie heb je juist nodig om echte dingen te maken.’
Hij keek Linus stralend aan. ‘Nieuwe dingen, dingen die eerst nog niet bestonden,maar later wel, en alleen maar omdat iemand ze bedenkt. Alles begint met verbeelding; het is de eerste stap naar alles wat mensen hebben gemaakt.’

De oudere lezer ontdekt al gauw dat deze man niemand anders kan zijn dan Piet Mondriaan.
Linus heeft geen idee natuurlijk, hij houdt zich meer bezig met zijn twee helden. Maar de brieven van Apke gaan niet over het heldendom. De oorlog is helemaal niet wat hij zich voorgesteld had.  Zijn eigen fantasie is niet toereikend om om te gaan met de realiteit. Bovendien: de mens maakt ook die bommen.
Dit verhaal vertelt over het einde van een jeugd. Linus ontdekt de wereld. Naast de sinaasappelman en de strijdende broer is er ook nog een vriend, en romantiek. En Superman niet te vergeten!
Achter in het boek staat een korte uitleg over Mondriaan, maar omdat hij eigenlijk niet met naam genoemd wordt in het verhaal zelf, vraag ik me af of lezende kinderen dat meekrijgen.
Maar voor wie nieuwsgierig is worden er voldoende tips gegeven om meer te weten te komen en de schilderijen te gaan zien.
Een boek dat gaat over kunst, geschiedenis en levensovertuiging.

ISBN 9789025857165  | Hardcover | 150 pagina's | Leopold B.V. | januari 2011
Uitgave in samenwerking met Wouter van Reek en het Gemeentemuseum Den Haag.
Leeftijd vanaf tien jaar.
Kinderjury 2012

© Marjo, 22 augustus 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER