jeugd 10-12 jaar

Rob Geukens

De tijdeters
Illustraties: Carolien Westermann
Tekst: Rob Geukens


'Wat gaat de tijd toch snel' er is niemand die dit af en toe niet denkt.
Je hebt het zo druk dat, voordat je het weet, de dag, de maand, het jaar alweer om is.
En dat is precies waar dit boek over gaat.

Het verhaal begint bij de twee reuzen, Stien en Stan, die bovenop de berg wonen. Ze zijn gelukkig, leven bij de dag, genieten van elkaar en hun omgeving. De dagen verstrijken in een rustig tempo, wat gedaan moet worden, wordt gedaan en verder genieten ze van hun mooie uitzicht, de groene vallei, of de prachtige zonsopgang of zonsondergang. Het leven is goed.


Maar zoals het in verhalen gaat, op een dag zien ze een sliertje rook uit de vallei komen. Het is vooral Stien die er moeite mee heeft, even later zien ze ook kale plekken in het groen ontstaan. Er zijn mensen in 'hun' vallei komen wonen. Alles voelt daardoor net een beetje anders, terwijl op de berg zelf niets veranderd is.
Op een dag komt een van de mensen de berg op. Stan en Stien schrikken maar verwelkomen het kind liefdevol en heel gastvrij.


Het gekke is dat na dat bezoek, kleine dingetjes veranderen, Stien heeft ineens een witte haar, de schep waarmee al jaren gespit wordt, is ineens verroest.
Ook Stan verandert en ineens heeft hij rimpeltjes rond zijn ogen. Wat is er aan de hand? Er komt een soort onrust in het eerder zo heerlijke, rustige, gezellige leven van Stein en Stan.
Ook verlangen ze naar de jongen die hen een bezoek bracht. Hij was hun vriend, toch?


Om die reden besluit Stan naar de vallei te gaan. Hij wil de jongen terugzien. Hij zal gauw terugkeren want Stien kan niet zonder Stan en omgekeerd.
Eenmaal in de vallei aangekomen kijkt Stan zijn ogen uit. Waarom lopen die mensen zo hard? Waar moeten ze naartoe? Waarom staan ze haast nooit stil? En wat zijn dat voor grijze figuurtjes die tussen de mensen door flitsen?


Met dit verhaal kun je diverse kanten op. Zijn de reuzen echt zo oud, terwijl ze er nog zo jong uitzien? Is het zo dat het zo lijkt omdat hun tijd langer duurt omdat ze van alles kunnen genieten en letterlijk de tijd voor dingen nemen. Zijn de mensen in de vallei echt zo snel oud? Of lijkt het zo omdat ze veel tijd niet bewust meekrijgen, ze moeten door, ze staan nooit stil bij het moment? Zijn de reuzen echt reuzen en de mensen kabouters of zit het anders?
Het spelen met de tijd is niet in een betweterig verhaal gestoken maar wordt erg liefdevol en warm getoond.
Wat achterblijft is een besef dat het ook anders kan.
Het boek is duidelijk nog niet zomaar uit als je het dichtslaat.


ISBN 9789044848847 | Hardcover | 92 pagina's | Clavis | 30 januari 2023
Met mooie dromerige zwart-wit illustraties | Leeftijd: 10+

© Dettie, 9 november 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Op zoek naar de Vindeleer 2
De brand
Rob Geukens


In deel 1 maakten we kennis met Kat. Zij woont al zolang zij zich kan herinneren in het weeshuis St. Jude's waar ze inmiddels tot de wat oudere groep meisjes behoort. Kat heeft het verder wel naar haar zin in St. Jude's, helemaal nu de directrice mevrouw Noggins een stuk aardiger is geworden sinds Kat haar zoon, meneer Trouvé,  teruggevonden heeft.


Kats lievelingetje is Poppy, een meisje van zes jaar, die dankzij een auto-ongeluk haar beide ouders verloren heeft. Het meisje kan/wil van schrik niet meer praten. Daarnaast woont Jim 'Appelflap' er ook nog steeds. Jim fantaseert van alles bij elkaar en is vaak de oorzaak van een hoop gedoe. Maar nu zijn er twee mensen, meneer en mevrouw Wellesley, die besloten hebben Jim te adopteren. En zo komt het dat Jim opgehaald wordt door een heuse chauffeur in een Rolls Royce.
Tot haar eigen verbazing mist Kat de jongen. Ze schrikt dan ook erg als Jim haar belt en heel erg in paniek is. Hij is gevlucht! Zijn nieuwe huis en ouders zijn helemaal niets...


Wat Jim niet weet is dat Kat ook flink in de problemen zit, er is namelijk brand geweest in St. Jude's en de kinderen worden ondergebracht naar de Welzijnsbarak. Het is daar afschuwelijk. De barak wordt gerund door de Kolonel en zijn vrouw Mevrouw Vantoorn. De kinderen worden als soldaten behandelt, ze worden gedrild, moeten constant alle regels opvolgen en hebben geen eigen leven meer. Door de microfoon klinken steeds de geschreeuwde opdrachten van de Kolonel. Poppy is constant helemaal overstuur en dat ze niet kan praten maakt alles nog veel erger. Kat probeert haar zoveel mogelijk bij te staan én wat aan de bizarre omstandigheden te veranderen.
Maar ook het telefoontje van Jim blijft door haar hoofd spoken. Ze moet naar hem toe, maar waar woont hij nu?  Ze moet De Vindeleer zien te vinden, hij kan haar vast verder helpen.


Wat volgt is een bijzonder verhaal dat soms wel vergezocht is, maar ook met de nodige humor geschreven is. Vooral de avonturen van Jim zijn grappig, zijn nieuwe vader is namelijk mogelijk van nog meer fantasie voorzien dan Jim! De Vindeleer speelt nauwelijks een rol, hij komt zelfs amper voor in het boek, waardoor je je afvraagt waarom het boek toch 'Op zoek naar de Vindeleer' genoemd is.


Rob Geukens heeft geen gebruik gemaakt van hoofdstukken en dat zorgt regelmatig voor lichte verwarring. Het ene moment zit je bij Kat in het weeshuis of de barak en de volgende zin brengt je naar Jim en zijn nieuwe ouders.

Kortom, het boek is op zich wel leuk en vlot geschreven maar het rammelt een beetje. Het toeval speelt een beetje te grote rol waardoor het verhaal wat geforceerd overkomt. Ook lijkt het aanvankelijk of het verhaal zich in vroeger tijden afspeelde, dankzij de sfeer in het weeshuis, maar uiteindelijk bleek het zich toch meer in een modernere tijd te spelen, wat ook voor een beetje vervreemding zorgt.


Maar al met al is het evengoed een lekker boek voor kinderen van ca. 10 jaar geworden.


ISBN 9789044833577 | Hardcover | 175 pagina's | Uitgeverij Clavis | oktober 2018
Leeftijd 10+

© Dettie, 27 augustus 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Op zoek naar de Vindeleer
Rob Geukens


Katherine (Kat) woont al zolang ze zich kan herinneren in het weeshuis Saint Jude's. Het enige wat echt van haar is, is meneer Eccleston, de teddybeer. Ze zijn dan ook onafscheidelijk. Maar op een dag is meneer Eccleston verdwenen! Het vervelende is dat er in Saint Jude's wel vaker spullen verdwijnen. De weeshuiskinderen zijn er bijna zeker van dat de opzichter tevens kokkin, mevrouw Noggins, hun spullen meeneemt naar haar kamer, want daar mag niemand komen.  Kat is er beroerd van dat haar beer weg is en zelfs de vervelende Jim wil haar helpen. Hij zal op wacht gaan staan als mevrouw Noggins haar kamer uitgaat zonder de deur op slot te doen, en dat gebeurt alleen als iemand het weeshuis verlaat...


Eindelijk is het zover. Maar er is geen beer te vinden in de kamer van Noggins, wel een stel geheimzinnige boeken, waarvan Kat er stiekem één meeneemt. In het boek zit een papiertje en daarop staat:


Voor al uw vondsten en te vinden dingen
De Vindeleer


Het gekke is dat er geen adres of iets bij staat. Alleen maar een tekening van een oester. Maar even later komt ene meneer Trouvé op bezoek bij de directrice, en laat er op zijn kaartje nu ook zo'n oester staan! Jim gaat in zijn eentje op onderzoek uit maar natuurlijk gaat Kat hem even later achterna, ze wil meneer Eccleston terug!


En dan begint het wonderlijke verhaal pas goed. Kat ontmoet de meest vreemde dieren en soms hartveroverende én bizarre 'mensen'. Ze betoveren haar bijna en Kat gaat er zo in op dat ze bijna haar doel vergeet, maar gelukkig komt ze tot bezinning en zet ze de zoektocht voort... Zal ze Jim, De Vindeleer en meneer Eccleston vinden?


Het verhaal begint heel meeslepend, je hebt te doen met de zevenendertig weeskinderen die onder het strenge regime van mevrouw Noggins staan. Kat sluit je meteen in je hart en je hoopt erg voor haar dat er een leuk stel komt dat haar zal adopteren. Je verwacht dat diep in je hart ook, misschien is die leuke meneer Trouvé wel een geschikte vader voor haar. Dat hoop je stiekem wel...


Maar eenmaal buiten het weeshuis krijgt het verhaal een heel andere wending. De rode draad is nog steeds de zoektocht naar De Vindeleer en de beer, maar de omgeving is van realistisch verandert in een soort magische, sprookjesachtige wereld. Dat is erg leuk en verrassend maar soms worden enkele gebeurtenissen niet goed uitgewerkt of is er een té onverwachte, abrupte ommekeer in het verhaal. Mogelijk heeft de schrijver teveel personages en ideeën in het zeer fantasievolle verhaal willen stoppen. Maar dat neemt niet weg dat het een vlot geschreven, boeiend verhaal is, zeker voor een debuut. En de grote vraag blijft... Bestaat alles wat Kat hoort en ziet nu wel of niet? Alleen de personages in het boek zullen het weten... toch?

ISBN 9789044831276 | Hardcover | 128 pagina's | Uitgeverij Clavis | oktober 2017
Leeftijd 10+

Dettie, 5 februari 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER