Boekenarchief H

Marinet Haitsma

Memo’s aan een niet-bestaand lief
Marinet Haitsma

Bij dit boek viel ik voor de titel. Memo’s aan een niet-bestaand lief. En meteen aan het begin van het boek was ik daardoor al in verwarring. Want de memo’s in het boek zijn geschreven aan een bestáánd lief. Toch? Of toch niet?
Die verwarring blijft het hele boek. Een man, Kaj, en een vrouw, de ik persoon, lopen elkaar tegen het lijf in de wachtkamer van de tandarts. Ze blijven elkaar ontmoeten, jarenlang, in een vogeluitkijkpost aan een meer, en krijgen een verhouding. De man zwijgt grotendeels, de vrouw praat, en schrijft memo’s aan hem, over wat ze niet vertellen kan. Over vroeger, over thuis. Over het hippiegezin waar ze uit kwam, en waar het grenzeloos was, en onveilig. Waar de verhoudingen compleet zoek waren, zodat ze nu ze volwassen is, zonder gevoel van geborgenheid en veiligheid, zelf tamelijk grenzeloos door het leven gaat. En alsmaar zoekt. Naar die geborgenheid, naar die veiligheid, naar gezien te worden, gehoord te worden. Omdat dat vroeger nooit gebeurde. Zoals dat vaak gebeurd in dit soort situaties zoekt ze bij de verkeerde mannen, bij mannen die óók over haar grenzen heen gaan en haar beschadigen. Tot ze dus Kaj vindt, in het vogelhuis. Maar Kaj is getrouwd. En ook Kaj verwart haar. En, zo blijft de lezer zich alsmaar afvragen, bestaat Kaj eigenlijk wel, of is hij, net als haar imaginaire vriendje van vroeger, een middel om te overleven, om helderheid te scheppen in haar hoofd. De hoofdpersoon is grenzeloos, ze is beschadigd, ze is gekneed in angst, gespitst op gevaar, altijd bang voor afwijzing, voor dreiging.Altijd op zoek om gezien te worden, maar doodsbang voor de hoop .De vage, ondefinieerbare , onbenoembare, onuitsprekelijke hoop .Dat op een dag, ergens, iemand van haar zal houden, de armen voor haar zal open houden, en haar zal omhelzen, troosten, liefhebben. Die hoop vecht met haar angst, en daarover gaat volgens mij dit boek.


Dit boek is verwarrend. Het trekt aan én stoot af, het boeit en zet je op het verkeerd been, zodat ik aan het einde van het boek nog niet wist wat ik er nu eigenlijk precies van vond. Er zit iets eerlijks in het boek, dat is wat raakt. En iets ongemakkelijks, wat je het gevoel geeft op plaatsen mee te kijken waar je niet kijken wilt. De taal is poëtisch, en soms vaag. Het is expliciet, té expliciet soms wat mij betreft. Ik las vaak meer dan ik wilde weten. Wat ook weer verwarrend was, met name omdat de schrijfster zelf de hoofdpersoon is. Was die verwarring de bedoeling? Ik vermoed van wel. Het had in ieder geval wel tot gevolg dat het boek ook toen ik het uit had nog wel even in mijn hoofd bleef zitten. De tekeningen in het boek zijn van Astrid van Rijn en geven de sfeer van het boek goed weer.


ISBN 978-94-90374-22-8  Hardcover 224 pagina's | Compaan Uitgevers | oktober 2011
met tekeningen van Astrid van Rijn.

© Willeke, 6 oktober 2011

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER