Boekenarchief W-X-Y-Z

Kristien De Wolf

https://www.kristiendewolf.com

 

Regensoldaten
Kristien de Wolf

Magda, neuroloog van beroep, met een eigen praktijk. Ze wordt veelal dokter Mus genoemd, een bijnaam die uit haar jonge jaren aan haar is blijven kleven.


‘Een mooie academische titel heeft dat nooit kunnen veranderen en een ernstig genomen Magda van mij kunnen maken. Misschien denken de mensen er nu anders over. Wie weet in welke vorm een verhaal uiteindelijk uithardt na de ontelbare hertalingen door mensen die het weten kunnen, uitgewisseld bij het elkaar kruisen op het dorpsplein. Wie weet luidt de ultieme samenvatting wel dat ik al bij al een succesvolle dokter was, wier relatief jonge leven een dramatisch afloop kende, omdat het faliekant en onvoorzien werd afgebroken, en dat het niet te geloven is hoe de dingen lopen kunnen. Of misschien vertellen zij over mij als die eeuwig treurende eenzame, ocharme!, die het ook niet helpen kon en besluiten ze dat ik beter af ben nu. ‘


Met deze zin, vrij snel na de opening van het verhaal, ben je als lezer meteen binnen. Wie is deze vrouw? Waarom doet ze deze vaststellingen?


Het begon allemaal zo goed, vertelt ze. Ze werd geadoreerd door haar moeder, die maar al te graag iedereen die maar wilde luisteren trots en opschepperig vertelde over de prestaties en streken van haar mooie meisje.


‘Zolang alles wat ik deed een verhaal waard was, kon ik moeilijk iets anders geloven dan dat ik een prima persoontje was en de wereld een prima plek.’


Als haar vader er genoeg van heeft, besluit hij op een dag dat zijn vrouw bij hem op het notariaat moet komen werken, op de benedenverdieping. Dat betekent dat het kind aan haar lot overgelaten wordt en dat is niet veel beter dan de verafgoding die haar eerder ten deel viel.


‘Het was muisstil. Regen viel tegen het raam van de keuken, ik zag alleen de druppels, er was geen geluid. Ik vroeg me af of er buiten soldaatjes op de straat dansten, of het dat soort regen was.’


De gouden jaren zijn voorbij. Geen verhalen meer, zelfs de sfeer in huis wordt ijzig. Maar als Magda dacht dat het zo zou blijven vergist ze zich: Een broertje wordt geboren. Magda is al jaloers voor het kind er is. Terecht vreest ze dat zij voortaan op het tweede plan zal staan.
Tekenend is dat de foto’s van Mus die overal – echt overal! - in huis hangen, een voor een vervangen worden. Alsof zij geen recht meer heeft om te bestaan. Zij mag voor haar broertje zorgen. Een deel van het huishouden overnemen. Maar voor een kind is deze verantwoordelijkheid te groot. Al kwijt ze zich lijdzaam van deze taak.


Het enige goede in haar leven is Andy. De buurjongen bij wie ze een toevlucht vindt. Andy gaat mee als ze gaat studeren, en blijft jarenlang een vast onderdeel van haar leven. Ook als ze zich te buiten gaat aan het studentenbestaan, aan drank en vriendjes, veel vriendjes. Hij is haar veilige haven. Andy is er altijd immers. Een vanzelfsprekendheid. Tot het te laat is.
Of… krijgt ze nog een herkansing?

Terwijl Mus ons haar verhaal vertelt neemt ze slokken uit de fles. Eerst af en toe een glaasje in de keuken, later ligt de fles al in haar bureaublad en drinkt ze tussen het ontvangen van haar patiënten door.
Het vertellen van haar verhaal is niet zoals haar moeder de verhalen vertelde. Er is geen sprake van trots of opschepperij, het is een wanhopige spijtbetuiging tot op de laatste pagina’s de hoop weer opflakkert.


Kristien de Wolf vertelt in fraaie volzinnen over een tragisch verlopen leven, en dat doet ze niettemin met humor, zodat het opnieuw een prachtige roman is geworden. Een tragisch verhaal zo mooi vertellen, dat kan alleen een Vlaming. De Wolf is een schrijfster die nogmaals bewijst dat we niet om haar heen kunnen!


Kristien De Wolf (Sint- Niklaas, 1969) debuteerde in 2017 in de Extazereeks met Rotgeluk, dat zij deed opvolgen met Ava Miller en ik.


ISBN 9789493214255 | Paperback | 152 pagina's | Uitgeverij In de Knipscheer | april 2021

© Marjo, 2 juni 2021

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Ava Miller en ik
Kristien de Wolf


‘Zelf denk ik dat ik het goed heb gedaan of minstens met het juiste gestart ben. Als je oog je hindert, ruk het uit. Daar komt het ongeveer op neer. Alleen is het natuurlijk niet mìjn oog. Evenmin was het erg elegant uitgevoerd tot nu toe, maar wel al in de goede richting. Ik zal nog het een en ander moeten bijsturen. Wat ik vertel aan de politie gaat misschien toch nog een groot verschil maken, en ik moet er nog over nadenken.’


Ze zit in een cel en heeft niets anders te doen dan haar leven te overdenken.
Sieglinde Engel is enig kind van ouders die haar met rust laten als ze haar eigen weg inslaat. ‘Misschien was alles anders gegaan als god niet verdwenen was.’  De leegte moet gevuld worden:


‘Hoe vond ik een manier om te weten te komen hoe de dingen ontstonden, veranderden of andere dingen voortbrachten? Ik kon er boeken over lezen, maar ik kon ook experimenteren met de kracht die ik zelf bezat. Ik kon mezelf veranderen, herscheppen tot iets anders, en dan zien wat er gebeurde.’


Vanaf dat moment trekt ze alleen nog maar zwarte kleding aan, en maakt ze haar ogen met veel zwart op. Zo ontdekt ze dat ze scheppingskracht bezit: de anderen gaan haar nu uit de weg. Net zo prettig, vindt ze.


‘Als zelfs god niet te vertrouwen was, dan zou er zeker nooit een mens kunnen worden gevonden die mijn geloof in hem waard was. Het asociale monstertje waarin ik me had gehuld om te ontdekken hoe de dingen ontstonden, zou me helpen vooral dat nooit meer te vergeten.’


De ontmoeting met Ava Miller, op een middelbare school, zet evenwel alles op zijn kop. Ava is alles wat Sieglinde niet is. Is zij dan toch die andere mens die een leegte kan vullen?
Haar hele schooltijd, studententijd en nog jaren daarna staat het leven van Sieglinde in dienst van Ava, die dat bij tijd en wijlen lijkt te waarderen, maar die haar ook opzij schuift als het haar uitkomt. Maar Sieglinde blijft trouw. Hoe kan ze anders? Ava vult de leegte. Ze doorstaat de puberperikelen van Ava, diens eerste verliefdheden, ziet met lede ogen aan hoe haar vriendin haar leven vergooit - in haar eigen ogen natuurlijk! - maar trouw blijft ze.


Wie is Sieglinde dan zelf? Vanaf de eerste blik op Ava ziet ze geen ander meer. Ze is observator en deelnemer tegelijk, in haar eigen bestaan, maar vooral in dat van Ava. Als Ava zegt verliefd te zijn, kan zij, die zelf geen idee heeft wat verliefdheid is, niet geloven dat haar beste vriendin zichzelf niet voor de gek houdt. Maar ze speelt mee, geeft Ava de ruimte die ze vraagt, bemoeit zich er alleen mee als het haar te gortig wordt.
De jongen – vaak alleen maar ‘knaap’ genoemd, al is ook hij een vriend van Sieglinde – luidt zelf het einde van hun relatie in als hij praat tegen zijn geliefde, terwijl ze met z'n drieën op een terrasje zitten:


‘Dat jij niet op de markt wil is zo’n verspilling,‘ vervolgde de jongen. ‘Zoveel knappe, verstandige meisjes zijn er niet.’
Mijn onbeduidendheid dijde uit. Ik was minder dan de vlieg op de muur. Dat het me toegestaan was dat ik het hoorde. Dat het er niet toe deed. Had ik mijn laatste korreltje stoffelijkheid verloren? Was ik onmerkbaar opgelost, zonder dat ik het zelf gemerkt had wellicht?’


Behalve dat Ava de leegte in haar leven opvult, speelt ook wraak en jaloezie ongetwijfeld een rol, al zal Sieglinde dat niet toegeven. Zij is er van overtuigd dat alleen zij maar goed is voor Ava. Waarom ziet die dat nu niet? Een redding, een spectaculaire actie is het enige wat haar rest.


Kristien de Wolf heeft met Ava Miller en ik absoluut een overtuigende opvolger van haar debuut Rotgeluk geschreven. Steeds opnieuw laat zij haar verteller rake observaties poneren, herhaaldelijk lezen we fraaie zinnen. Maar vooral de psychologie is sterk, zij ontleedt haar karakters meedogenloos.
Maar waarom die vreemde proloog die los lijkt te staan van het verhaal: er is een ziel die reïncarneert en een beetje baalt dat hij geen enkele zeggenschap heeft:
'Het leven is doortrapt, het verleidt je en laat je toch doen wat het voor jou in gedachten heeft, dankzij jezelf of ondanks jezelf.'


De Vlaamse Kristien De Wolf (Sint-Niklaas 1969) debuteerde in 2017 in de Extazereeks met ‘Rotgeluk’, een bundel uitzonderlijke, korte zedenkomedies waarmee ze veel indruk maakte.


ISBN 9789062656240 | paperback | 299 pagina's | Uitgeverij in de Knipscheer | maart 2019

© Marjo, 31 mei 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

altRotgeluk
Kristien De Wolf



Tien verhalen over dromen en verwachtingen leren ons dat geluk niet voor het oprapen ligt. Nu wisten we dat al wel, maar hoop doet leven. In deze verhalen wordt die hoop de grond ingeboord, en dat niet altijd met een zachte hand.


In het titelverhaal wordt een massaontslag aangekondigd. Slechts enkelen zullen mogen blijven. De hoofdpersoon denkt wel te kunnen voorkomen dat hij de laan uit wordt gestuurd: hij bedenkt een plannetje. Natuurlijk is de uitkomst daarvan heel anders dan hij het zich gedacht had. Het is niet het sterkste verhaal, het is te voorspelbaar.


Het verhaal dat het meest aanspreekt is De Ring. Het is een niet alledaags verhaal, over een ring die de show steelt.
In het gezin van twee zusjes komen iedere zondag een oom en tante eten, die zelf geen kinderen hebben. Als de achtjarige hoofdpersoon aan haar vader vraagt waarom oom en tante geen kinderen hebben, is het antwoord: ‘Tante Angelina is niet gezegend geraakt.’ Een raadselachtig antwoord! Het zijn immers priesters die zegen uitdelen?
Als tante van oom een ring krijgt, zijn de overige dames daardoor gefascineerd. Er staat iets in gegraveerd: ‘Wie jou ziet moet voor je dansen.’ Oom legt niets uit, maar het zal een ware uitspraak blijken! Maar voordat het zo ver is, droomt het jonge meisje ervan dat zij ooit de ring aan haar vinger zal schuiven. Als tante Angelina die droom hard verscheurt, schrijft Kristien de Wolf dit:


‘We zaten opgesloten in onze eigen hoofden en geraakten daar niet meer weg. Ik kreeg het benauwd van mijn gedachten en ook van de verraderlijke rust die maar bleef aanhouden.
Opeens kon ik niet meer slikken. Met mijn mond vol bleef ik zitten. Mijn moeder merkte het niet eens. De stilte boven de tafel verzamelde alleen maar meer gewicht en werd steeds dichter. Ik zag ze als een koude nevel van onze tafel oprijzen, tot ze stolde tot een naakt, wit blok beton dat ons definitief van elkaar scheidde. Even dood als de ring zelf was deze stilte, even ijselijk als de tochtige diepten waaruit hij moest zijn opgedolven.’


Zulke prachtige volzinnen gebruikt de schrijfster gelukkig vaak. Hoe deprimerend de inhoud van de verhalen soms ook is, de taal die zij gebruikt om het ons te vertellen maakt veel goed.


Er is een verhaal over het onbegrip tussen twee culturen, en dat van de vrouw die onverwacht een lot cadeau krijgt en meteen de wildste visioenen krijgt voor als de hoofdprijs aan haar uitgekeerd gaat worden. Nog een bijzonder verhaal: dat van de vrouw die door haar eigen lichaam wordt toegesproken. Het eindigt met een onverwachte, maar zeer toepasselijke ontknoping.


‘Mooi is dat’, vervolgde het misnoegd. ‘Jij zou geen geschenk als ik onder je hoede moeten krijgen.’
‘Een geschenk? Jij? Een vat vol weerspannigheid, een bad vol miserie, dat is wat jij bent. Nooit kun je een keertje gewoon doen wat ik vraag. Moe, ziek of lui, het is altijd wat.’


Tien verhalen, heel verschillend, wat betreft zeggingskracht en wat betreft het onderwerp. Maar steeds zijn er mensen op zoek naar geluk, en steeds is er dat deksel op de neus. Wat de verhalen ook gemeen hebben is de toon, licht tot zwaarder ironisch. Van deze hoofdpersonen heeft de schrijfster geen hoge dunk.
Die heb ik dan weer wel voor Kristien de Wolf. Dit debuut overtuigt.


De Extazereeks, een gezamenlijk initiatief van het literair tijdschrift Extaze en Uitgeverij In de Knipscheer, biedt schrijvers die eerder in Extaze hebben gepubliceerd de mogelijkheid hun werk in een zelfstandige uitgave te presenteren. De vormgeving van omslag en binnenwerk is van Els Kort.


ISBN 9789062659654 | paperback | 116 pagina's | In de Knipscheer, Extazereeks deel 5 | oktober 2017

© Marjo, 14 januari 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER