jeugd 10-12 jaar

Jacques Vriens

http://www.jacquesvriens.nl

 

Achtste-groepers huilen niet
Jacques Vriens


Achtste-groepers huilen niet is als eerste uitgegeven in 1999 en beleeft nu zijn eenentwintigste herdruk. Bovendien is het boek in 2012 verfilmd. Dat maakt nieuwsgierig, dat móet dan wel een heel mooi verhaal zijn.


Alles in dit boek draait om Akkie, een lekker, stoere meid die zich niet uit het veld laat staan als Joep haar weer eens dwarszit bij het voetballen op het trapveldje bij school. Hij vindt het nu eenmaal niets dat meiden ook voetballen.  De twee zoeken elkaar op na school en knokken het uit. Maar het gekke is dat Akkie het daarna heel erg benauwd krijgt. Haar moeder neemt haar gelijk mee naar de dokter. Onzin volgens Akkie, maar de dokter vertrouwt het niet en laat bloed afnemen.
'Heb je gehuild?' vraagt haar beste vriendin Elise als ze dat hoort. 'Achtste-groepers huilen niet,' is het stoere antwoord van Akkie.

Helaas, is er inderdaad meer aan de hand. Akkie heeft leukemie en moet, tot schrik van de hele klas, gelijk naar het ziekenhuis. Ze baalt als een stekker want ze wil meedoen aan het schoolvoetbaltoernooi en natuurlijk wil ze mee op kamp. Bovendien willen ze juf Ina koppelen aan meester Henk, dat wil Akkie ook niet missen.
Juf Ina is ondertussen degene die de kinderen op de hoogte houdt over Akkie, hen bijstaat en helpt om de kinderen te laten begrijpen wat er aan de hand is. Ze zorgt ervoor dat de kinderen het gevoel hebben dat ze echt iets bijdragen om Akkie een fijn gevoel te geven.

Akkie zelf is vechtlustig als altijd, ze vertelt grappige verhalen over wat ze meemaakt in het ziekenhuis, waardoor haar klasgenoten ook minder bedrukt raken. Maar meedoen aan het toernooi kan niet, en er kan veel niet, want Akkie is heel ziek. Gelukkig lukt op kamp gaan wel, maar daarna gaat het weer mis...

In het nawoord vertelt Jacques Vriens dat hij toen hij nog lesgaf, een meisje in zijn klas had die net als Akkie leukemie kreeg. Ze heette Anke. Zij overleefde de ziekte niet en met dit boek wilde hij een monumentje voor haar oprichten. Dat is goed gelukt. Vriens schildert Akkie niet af als een supermeid, maar wel als méns met haar ups en downs, die mensen aan het lachen kan maken maar soms ook zo enorm boos en kwaad is op die rotziekte.

De afloop lees je met een dikke keel, Jacques Vriens heeft het einde én de mooie begeleiding van juf Iris mooi en integer verwoord, zonder vals sentiment.
Een verhaal dat je je zal blijven herinneren... net als die lieve, leuke Akkie.


ISBN 9789000381234 | Hardcover | 173 pagina's | Van Holkema en Warendorf | 10 november 2022
Leeftijd 10+

© Dettie, 16 november 2022

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER


 

Weg uit de Peel
Jacques Vriens


In dit boek lezen we over Janneke Berkvens, een meisje dat leeft in het begin van de 20e eeuw, in het buurtschap De Heikant in de Peel, een gebied op de grens van Noord-Brabant en Limburg.

Janneke woont met haar ouders en broers en zusje in een piepklein huisje. Haar vader en broer zijn turfstekers in dienst van meneer Witlox, de man uit het Grote Huis. Witlox is een arrogante man die zijn mensen uitbuit. Ze krijgen amper geld en hij duldt geen commentaar  daarover, dan is diegene gelijk zijn baan en karige inkomen kwijt.


De moeder van Janneke is een bazige vrouw met een scherpe tong, die alleen maar loopt de mopperen en schelden, druk als ze is met het huishouden, iedereen van voedsel te voorzien en haar kinderen een beetje redelijk in de kleren te steken. Ze moet grote moeite doen om financieel het hoofd boven water te houden, ze duldt geen tegenspraak en wenst niets kwaads te te horen over Witlox en meneer pastoor, bang als ze is hun inkomen te verliezen. Met nummer zes op komst, is het al pittig genoeg.


Janneke is uit ander hout gesneden. Ze is intelligent en droomt van een ander leven als schooljuf. Haar meester, Harm Kanters, heeft immers gezegd dat ze dat makkelijk kan bereiken. Maar als ze dat aan haar moeder vertelt is die alleen maar woedend dat de meester haar zulke rare fratsen heeft wijsgemaakt.


"Ik ga morgen naar die vent toe en zal hem zeggen dat hij moet ophouden mijn dochter op te stoken tegen haar ouders. Naar de mulo en juf worden! Je bent niet goed wijs. Over twee maanden is het afgelopen met school en kom je mij helpen. Ik zal je leren om de kakmadam uit te hangen.


Hun soort mensen doen zulke dingen niet, de mannen gaan turfsteken en de meisjes helpen eerst hun moeder thuis tot ze zelf trouwen en kinderen krijgen. Dat gebeurt al generaties zo, en zo zal het blijven. Maar Janneke is opstandig, houdt haar mond niet en wil een ander leven dan dat van haar moeder. Ook de meester probeert haar dromen waar te maken maar helaas, moeders wil is wet.


Gelukkig heeft ze haar toevluchtsoord waar ze zo vaak mogelijk naartoe gaat, het is een plek tussen de bomen waar niemand anders komt, denkt ze. Maar dan ziet ze daar ineens rooie Willem, de zoon van stroper Biemans. 'Kijk uit voor die rooie van Biemans,' zei moeder vaak, 'Die kan niet van de meisjes afblijven.'
Willem, de jongen die van school gestuurd is vanwege zijn grote mond. Maar Willem blijkt heel anders dan Janneke dacht. Hij luistert en begrijpt wat Janneke drijft. Hij wil ook geen turfsteker worden, maar eigen baas zijn, vrij zijn. Ze zoeken elkaar steeds vaker op. Ze voelen zich prettig bij elkaar. Willem begrijpt helemaal dat zij niet dat troosteloze, uitzichtloze leven van haar ouders wil leiden. Hij houdt haar voor dat ook zij ook kan kiezen voor een andere toekomst. Maar zo makkelijk is dat allemaal niet.


Ondertussen sist en bruist het in het kleine gehuchtje. Janneke krijgt steeds meer moeite met de sociale disbalans, met de macht van de kerk en hoge heren, en de angst daarvoor. Ze ziet het wantrouwen en onbegrip van mensen voor nieuwe dingen, zoals de vakbond of de nieuwe methodes die de dokter toepast, met alle gevolgen van dien. Ze hoort toespraken van mensen die voor de vakbond zijn, die met iedereen het beste voor hebben, maar argwanend bekeken worden. Ze voelt in haar ook het onrecht opvlammen die de arbeiders moeten ondergaan. Haar geliefde meester wordt eveneens vals beschuldigd van zaken die door het gezag en de hoge heren wél gedaan worden. Willem en haar oudere broer Nard vertellen haar steeds wat er gaande is. Het gaat gisten in Janneke, het onrecht breekt haar steeds meer op. Wat moet ze doen? Ze weet het niet, totdat er iets gebeurt dat hard aankomt en ze wel een beslissing móet nemen...


Jacques Vriens is er met dit aangrijpende verhaal goed in geslaagd om de sfeer en het sociale leven van die tijd weer te geven. God en gebod, daar draaide het om. De mens zelf deed er niet toe. Het is het knap dat Vriens dit op zo'n manier heeft weten te verwoorden dat het voor jongeren goed inleefbaar is maar er daarnaast een mooi en soms ontroerend verhaal van heeft gemaakt.  Het verhaal pakt je op en neemt je mee en je moet doorlezen door tot het uit is. Prachtig!

Dit boek is naar aanleiding van de theatervoorstelling weguitdepeel (mei t/m juni 2018) opnieuw uitgegeven.


ISBN 9789000360444 | Paperback | 192 pagina's | Uitgeverij Van Holkema & Warendorf | april 2018
Leeftijd 10+

© Dettie, 28 mei 2018

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Weg uit de Peel


Janneke is de oudste dochter van een arm gezin in de Peel. Ze heeft nog een oudere broer, twee jongere broertjes en een zusje, en moeder is weer in verwachting.
Het leven is zwaar in de Peel, de mannen werken 12 uur per dag: turf steken in de turfputten. De vrouwen proberen hun kroost goed aangekleed en gevoed te houden, nog een zwaarder karwei, met de vele kinderen, en de geringe inkomsten, die de mannen ook nog graag wilden uitgeven aan drank. Jannekes moeder heeft het ook zwaar, en ze reageert zich af op de kinderen. Janneke, die geen meisje meer is, maar ook nog geen vrouw, begint opstandig te worden. Ze is gehoorzaam, maar er zijn dingen.. ze wil bijvoorbeeld niet haar haar laten knippen -dat betekende een zowat kale kop, want dat was praktisch- en ze loopt weg, de Peel in, waar ze een 'eigen plekje' heeft.
Daar treft ze Willem, de zoon van de stroper. Hij woont met zijn vader in de moerassen, en wordt door het hele dorp met de nek aangekeken. Janneke heeft dat nooit begrepen en deed gewoon tegen hem. Ze worden vrienden.
Intussen broeit er iets in het dorp. Er zijn peelwerkers die in opstand willen komen tegen de baas van de streek. Ze willen een vakbond, en zorgen voor betere omstandigheden. Jannekes oudere broer is er een van, en de meester. De meester die ruzie krijgt met Jannekes moeder omdat hij wil dat Janneke doorleert, en dat kan natuurlijk niet. Janneke moet thuis komen en helpen.
Er gebeuren meer dingen die ze niet kan accepteren, dit leven kan ze niet leven...


Het is een verhaal van een liefde tegen de achtergrond van de geschiedenis van de Peel, waarbij je een goede indruk krijgt van hoe dat leven geweest moet zijn, hoe het landschap er uit zag, en hoe mensen dachten en deden. Jacques Vriens schetst het zware leven in de Peel, rond 1900, toen arbeidsomstandigheden vreselijk waren, toen de hoge heren, waaronder de kerkelijke stand, alles voor het zeggen hadden, en het gewone volk onderdrukt werd.
Volgens het nawoord is hij geïnspireerd geraakt door de verhalen die nog steeds in de Peel verteld worden, over mensen die zomaar zijn verdwenen in het veen... het meisje met de geit was er een van...


Hardcover | Unieboek 1997 ISBN10: 9026989822 | ISBN13: 9789026989827 illustraties Henk Kneepkens vanaf 10 jaar

© Marjo, november 2007

Reageren? Klik hier!

 

altNiet thuis
Jacques Vriens


De verteller van dit verhaal is een 16-jarig meisje. Zij woont in een leefgroep, niet bij haar ouders. Die zitten in een vechtscheiding, en dat ging ten koste van Hannah.


De leefgroep bestaat uit kinderen van verschillende leeftijden, Julius is de oudste, vijftien is hij. Twanneke is pas vijf. Daar tussen in zitten Hannah zelf, ze zit in groep 8, en Rosalie die in de brugklas zit. Zij is verliefd op Julius, en denkt dat het wederzijds is. En twee jongere jongens: Bjorn, licht contactgestoord, en Mathijs, een pestkop.
Zoals dat gaat bij een groep kinderen: soms kunnen ze het prima met elkaar vinden, soms is er ruzie. Ze zitten er natuurlijk niet voor niets, ze hebben ieder een rugzakje. Hun begeleiders proberen de rol van ouders te vervullen, en ook daar is het zoals dat gaat: met de een klikt het makkelijker dan met de ander. Ludo is superstreng, en Marieke juist heel lief. En er is een huishoudster, Lies, die altijd heel aardig en zorgzaam is.

Als het verhaal begint hoort Hannah de leiding praten: er is iets aan de hand, iets wat de een wil vertellen aan de kinderen, maar de ander niet. Natuurlijk is Hannah heel nieuwsgierig, en tenslotte komt ze er achter: de leefgroep dreigt opgeheven te worden. Bezuinigingen. Maar dat kan niet! Waar moeten ze dan naar toe? Zij zelf kan niet naar huis, en de andere kinderen evenmin! Er zit maar een ding op: Als niemand anders kan hen helpen, dan moeten ze het zelf doen.
Het is nogal een drastisch plan, en of het zal werken? Tenslotte is de bezuiniging ook niet de schuld van de leiding…


Jacques Vriens schrijft in een nawoord dat hij zelf ooit in een leefgroep zat, en nog steeds van plan was om daar een boek over te schrijven. Ook heeft hij onderzocht hoe het er vandaag de dag aan toe gaat, hoe de regels zijn, en over de bezuiniging heeft hij ook genoeg gehoord.
In dit verhaal komt de problematiek aan de orde vanuit het gezichtspunt van de kinderen zelf. Dat heeft deze schrijver als geen ander in zijn vingers!


Jacques Vriens
(1946) is één van de bekendste en succesvolste auteurs van kinderboeken in Nederland. Hij is geboren in Den Bosch en verhuisde in 1952 naar Helmond, waar zijn ouders een hotel begonnen. Daar schreef hij ook veel boeken over!

ISBN 9789000356126 | hardcover |128 pagina's | Uitgeverij van Holkema & Warendorf| september 2017
Leeftijd vanaf 10 jaar

© Marjo, 16 oktober 2017

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Smokkelkinderen
Jacques Vriens


1934
Arie is een vriendelijke, gevoelige dromer, hij wil later schrijver worden. Hij kent hele delen van Fulco de minnestreel, het boek van Cornelis Johannes Kieviet, uit zijn hoofd en gooit te pas en onpas citaten daaruit door zijn gewone spreektaal heen. De meester heeft plezier in deze leergierige jongen en leent hem boeken uit. Arie is stiekem een beetje verliefd op Lisa, de dochter van Rooie Paultje. Zij is op school net zo slim als Arie.


Arie komt uit een smokkelaarsfamilie. 'Smokkelen zit ons in het bloed' zegt vader Corneel dikwijls. Daarmee maskeert hij dat het smokkelen pure noodzaak is, anders hebben ze gewoonweg geen geld.  Er is in het kleine grensdorpje een eeuwige strijd gaande tussen de douane (de commiezen) en de smokkelaars. De truc is natuurlijk om de commiezen te slim af te zijn. De smokkelaars zijn daar inmiddels heel vindingrijk en gewiekst in geworden.


Ook Arie's vader smokkelt regelmatig 'het vette goud' (boter) naar België. Arie kan niet wachten tot hij een keer mee mag als 'voorloper' - dat is degene die moet kijken of de kust veilig is - . Maar vader is er niet zo happig op; "Het is te gevaarlijk, je bent nog te klein, je mag mee als je geen korte broek meer draagt, je bent nog te jong" krijgt Arie steeds te horen.
Vader Corneel overdrijft wel een beetje, écht gevaarlijk is het niet, in het dorpje kent iedereen elkaar en veel commiezen die de thuissituatie van de smokkelaars kennen, kijken 'toevallig' net een andere kant op als ze voorbij komen...

Maar nu is er een nieuwe commandant en die is er fel op gebrand om de smokkelaars te pakken te krijgen. Het wordt erg lastig om de spullen de grens over te krijgen en daarmee hebben de mensen het moeilijk, hoe komen ze nu aan hun inkomen? Er is geen werk te vinden en de kinderen moeten toch te eten hebben. Ze wagen het er maar op en tot groot geluk van Arie mag hij mee! Maar ze blijken verraden te zijn. De douane staat hen op te wachten...


Wie is de verrader? Is het de vader van Lisa? Dat zou een ramp zijn! Of toch iemand anders? In het dorpje gonst het van de geruchten, de sfeer wordt grimmiger, wie is de handlanger van de 'nieuwe'? Dankzij deze situatie komt Arie dingen te weten die hem tot in zijn ziel raken. Zijn alle volwassen niet te vertrouwen? 


Als dochter van een 'commies' móest ik dit boek natuurlijk lezen en daar heb ik geen spijt van. Het boek begint al prettig met een fraai getekende plattegrond van het dorp zodat je de routes die de smokkelaars nemen, kunt volgen. Ook de 'jaren dertig' sfeer weet Jacques Vriens goed uit te dragen zowel in de privé- en dorpssfeer, als op school. Het waren heel andere tijden, als een kind een appel kreeg was dat bijzonder, en een eigen schrift, helemaal voor jezelf, was helemáál geweldig. Het is in onze tijd ook bijna onvoorstelbaar dat boter zo'n gewild product was en dat daarvoor flinke risico's gelopen werden.
De thuissituatie van Arie is niet makkelijk, maar wordt geaccepteerd zoals die is, waardoor het verhaal zijn lichte toon blijft houden. Het einde is wel een beetje geforceerd maar wel zoals ik hoopte dat het zou zijn. Toch geeft Jacques Vriens met zijn laatste zin nog een onverwachte wending aan het verhaal en daardoor sla je het boek meer dan tevreden dicht. 


ISBN 9789000348886 | Hardcover | 136 pagina's | Uitgeverij Van Holkema & Warendorf/Unieboek | september 2016
Leeftijd 10+

© Dettie, 1 oktober 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Die rotschool met die fijne klas
Jacques Vriens


Een boek met een gouden kaft glimt me tegemoet. Het is namelijk veertig jaar geleden dat het eerste boek van Jacques Vriens uitkwam en dat was dit boek. Dat moet natuurlijk gevierd worden, vandaar deze 'gouden' editie.

Dat het eerste boek van deze schrijver over een school ging is niet zo verwonderlijk want Jaques Vriens is zelf vijfentwintig jaar meester en directeur geweest van twee verschillende basisscholen. Hij heeft speciale ideeën over lesgeven op school. De schrijver wil bijvoorbeeld graag dat de kinderen het fijn vinden op school en vind het ook heel belangrijk dat de juf en meester de kinderen laten ontdekken waar ze goed in zijn. Daardoor krijgen ze zelfvertrouwen en durven ze ook eerder dingen aan te pakken die ze niet zo makkelijk vinden, zegt hij.
Ook moeten kinderen een eigen stem hebben, vindt Jacques Vriens, kinderen moeten niet alles maar goed vinden wat grote mensen zeggen...
Dit bovenstaande is terug te vinden in dit boek dat dus in 1976 geschreven werd, toen het er op school nog wat strenger aan toe ging als nu.


Het is het verhaal over meester Jan Brinkman die zeer geliefd is bij 'zijn' kinderen van groep zeven. Meester Jan maakt de lessen altijd gezellig. De kinderen verheugen zich bijvoorbeeld op geschiedenisles want hij vertelt altijd heel mooie verhalen daarover. Maar Meester Jan wil ook dat de kinderen dingen begrijpen en van verschillende kanten leren te bekijken. Daarom vertelt hij aan zijn groep dat de man die Anneke lastig viel, ziek is. Want gewone mensen proberen niet aan kinderen te zitten. De meester vindt het belangrijk dat kinderen dit weten en niet weggehouden worden van de werkelijkheid, anders wordt het alleen maar enger.

Maar... meneer Wijnen de strenge directeur van de school, denkt er heel anders over. Hij houdt niet van die vrije aanpak waarin kinderen ook hun mond open mogen doen. Dat leidt regelmatig tot conflicten tussen meester Jan en meneer Wijnen. Soms staan ze zelfs in de gang te bekvechten, tot ontzetting én hilariteit van de kinderen.

Meester Jan heeft een grote snor en als hij zich druk of kwaad maakt, begint hij aan de snorpunten te draaien. De kinderen weten daardoor precies hoe zijn bui is.  De meester heeft ook een heel oude auto, een rode eend, die aldoor zuchtend en puffend aan komt rijden. Het is nog een wonder dat het ding rijdt! En nu heeft Rob gelezen dat er een racewedstrijd gehouden wordt met oude auto's op de bosweg! Meester moet zich opgeven vinden de kinderen. Meester Jan staat niet te trappelen maar geeft zich uiteindelijk gewonnen. Had hij dat maar niet gedaan want het levert enorme problemen op. Als de meester samen met Anneke en Rob een proefritje gaat maken, krijgt Rob een akelig ongeluk.

De vader van Rob is woedend en ook meneer Wijnen is heel boos. Meester Jan wordt met 'ziekteverlof' gestuurd om' tot rust te komen' en hoeft na het einde van het schooljaar niet meer terug te komen. Meneer Wijnen geeft nu voorlopig zelf les aan groep zeven. De kinderen zijn er beroerd van. Hun leuke meester weg! Ze moeten iets verzinnen, maar wat? Meester Jan is natuurlijk ook niet blij ermee, maar het meest erge vindt hij dat ondanks dat hij er niets aan kon dien, Rob nu in het ziekenhuis ligt. Hij voelt zich enorm schuldig, wat moet hij doen?

Het is een heerlijk, nog steeds eigentijds, verhaal waarin de kinderen hun eigen specifieke karakters hebben, zoals de bedachtzame Anneke die aldoor met goede doordachte ideeën komt, de felle Mickey, de flapuit die nergens bang voor is. Dirk, met zijn kleine hartje en hoogdravende uitspraken, de pesterige Bart die uiteindelijk ook alleen maar het beste wil enz.  Stuk voor stuk kinderen die je gelijk in je hart sluit.
Je gunt iedereen een Meester Jan, hij doet me denken aan de meester uit De gelukkige klas van Theo Thijssen. Ook die meester wilde het beste uit zijn kinderen halen, net als Meester Jan.
Fijn boek!


ISBN 9789000345915 | Hardcover | jubileumeditie | 159 pagina's | Uitgeverij Holkema en Warendorf | maart 2016
Leeftijd 11+

© Dettie, 6 april 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 
P.S. ik ben uw dochter
Mirjam Oldenhave & Jacques Vriens


Sonia is een meisje van dertien, zij was thuis onhoudbaar, en woont nu in een "soort kostschool" voor meisjes. Thuis, dat was zijzelf met haar moeder.
Vader is van hen weggegaan toen Sonia drie was.
Zij komt erachter dat haar maatschappelijk werkster ook contact heeft met haar vader, en op een dag schrijft ze hem een brief:


"Beste meneer Overkamp,

Sinds ik weet dat u nog bestaat moet ik constant aan u denken. Niet benauwd krijgen! Ik wil u alleen maar één keer schrijven. Ik ben nu dertien en alles gaat erg goed met mij. In woon op dit moment in de Klepper. Dat is een soort kotsschool voor meisjes. Hiet is hier ontzettend gezellig. U moet niet bang zijn dat ik iets van u wil hoor! Ik ben geen opdringerig type. Ik hoop dat het met u ook goed gaat.

Daag, de hartelijke groeten van Sonia.

PS 1 Ik zie nu pas dat er kotsschool staat in plaats van kostschool. Dat was niet expres!
PS 2 Ik ben uw dochter


Deze brief wordt gevolgd door vele anderen, over en weer. Eerlijke brieven die de kwetsbaarheid van zowel vader als dochter niet verbloemen. Ze lijken op elkaar, uiterlijk, maar ook qua karakter. Beiden hebben problemen, en ze vinden steun bij elkaar.
Vader Ties drinkt, maar hij doet hard zijn best om toch een soort vader te zijn voor Sonia. En Sonia accepteert hem met al zijn gebreken. Op een dag wordt de jeugdinrichting opgeheven, zou Sonia nu bij haar vader kunnen gaan wonen?


Ik heb begrepen dat Oldenhave en Vriens ieder een rol op zich namen en zo elkaar de brieven schreven die dit boek vormden. Origineel en geslaagd!
Een krachtig boek.


ISBN 9026997981 Gebonden, 128 pagina's Verschenen: juni 2004 Unieboek/van Reemst
leeftijd 12+

© Marjo

Reageren? Klik hier!