Een historische thriller, spelend in de 16e eeuw, in Vlaanderen. Tijd van de beeldenstorm.
Catharina is ontsnapt aan huiselijke problemen nadat haar man verdwenen is. Men doet het voor alsof hij dood is, maar later lezen we dat er iets anders aan de hand is. Haar zwager is handtastelijk, en Catharina is daar niet van gediend. Ze woont nu op het begijnhof in Lier en hoopt daar met rust gelaten te worden. Maar op een dag vindt ze een dode man, die naakt over de rand van de put ligt, vlak voor haar deur. Samen met de grootjuffrouw laat ze de man verdwijnen, en daarbij zien ze dat het de kanunnik* is. Kanunnik Dodoens is niet erg geliefd, de begijnen maken zich er minder druk om dat hij dood is, dan dat er een schandaal zou komen.
Wat de vrouwen niet in de gaten hebben is dat er iemand getuige is van hun verstopperij... en deze man probeert later de grootjuffrouw te chanteren.
Dodoens wordt wel gemist natuurlijk. Huishoudster Maria, een jong meisje, denkt dat hij zonder iets te zeggen op reis gegaan is, en profiteert van zijn afwezigheid. Ze eet zijn maaltijd op, en ze drinkt zijn goede wijn. Als de fles leeg is gaat ze naar de kelder, en doet een gruwelijke ontdekking, waarbij ze zelf slachtoffer wordt.
En dan is daar nog de zwager, Balthazar, die helemaal niet van plan is om Catharina met rust te laten en om haar heen blijft draaien, waarbij hij anderen bruusk uit de weg ruimt.
Hapt lekker weg, en is vooral aardig omdat het inzicht geeft in het begijnenwezen. Maar echt spannend of diepgaand is het boek niet.
Paperback | 336 Pagina's | Manteau thriller ISBN10: 9022321401 | ISBN13: 9789022321409
© Marjo
*Een kanunnik (canonicus in het Latijn, meervoud kanunniken), ook koorheer, domheer of kapittelheer genaamd, is een geestelijke die deel uitmaakt van een kapittel.
En informatie over een begijnhof http://users.compaqnet.be/gilbert.samson/Begijn.html
Lydia Verbeeck: Toevluchtsoord
Dodoens (Mechelen, 29 juni 1517 of 1518 – Leiden, 10 maart 1585) studeerde te Leuven geneeskunde, kosmografie en aardrijkskunde, en Latijn en Grieks aan het Collegium Trilingue. In 1541 werd hij stadsgeneesheer te Mechelen, daarna was hij van 1575 tot 1578 keizerlijk lijfarts te Wenen. In 1582 werd hem een leerstoel aangeboden aan de Universiteit Leiden, waarop hij naar Nederland vertrekt. Hij wordt er hoogleraar in de geneeskunde.
Dit vond ik Marjo. Kan dat dezelfde zijn? Klopt dat met jouw boek?
Dettie
Dit vond ik Marjo. Kan dat dezelfde zijn? Klopt dat met jouw boek?
Dettie