O, boy!
Dat is de kreet die de halfbroer van drie wezen regelmatig slaakt, als hij na een spontane dwaze daad met iets onverwachts geconfronteerd wordt. De wezen moeten ergens ondergebracht worden, maar ze willen bij elkaar blijven...
Het verhaal gaat over twee zussen en een broer die hun ouders verloren hebben, en een eed zweren: ze zullen niet uit elkaar gehaald worden door al die instanties die nu op hen neerploffen!
Siméon is de oudste: hoogbegaafd, doet op zijn veertiende al eindexamen; dan komt Morgane, met beugel en flaporen, en vastbesloten net zo slim te worden als haar broer, en de jongste is Venise: zij lijkt een engeltje met haar blauwe ogen en blonde haar, maar ze laat haar Barbiepoppen wel erg seksueel getinte avonturen beleven.
De voogdijrechter moet beslissen of de kinderen in een tehuis moeten, (apart, want er zijn geen gemengde tehuizen) of dat hun oudere halfzus of halfbroer hun voogd kan worden.
De halfzus is getrouwd, en kan geen kinderen krigen. Zij wil Venise wel, maar de andere twee eigenlijk niet. Alle drie de kinderen vallen evenwel voor de halfbroer, Bartholémy, een mooie homoseksuele jongeman, nogal naïef en dommig, maar met een hart van goud. En ondanks alles bereid om voor alledrie de kinderen te zorgen.
Er zijn de nodige verwikkelingen..
Zou de schrijfster Lemony Snicket gelezen hebben? Het doet me er regelmatig aan denken..
Marjo