Rijmen al naargelang de plaats van de rijmen in het vers

Literaire termen en technieken
Gast

Rijmen al naargelang de plaats van de rijmen in het vers

Berichtdoor Gast » 17 Mei 2008, 15:17

1.eindrijm

Volledige of gedeeltelijke gelijkluidendheid van een of meerdere woorden of woorddelen op het einde van twee of meer versregels. Tot bij het begin van de twintigste eeuw bleef deze rijmsoort de belangrijkste.

2.voorrijm

Bij een voorrijm rijmen de eerste woorden of lettergrepen van op elkaar volgende versregels. Een voorbeeld van Anthonis de Roovere, uit Retrograde ten love van Maria :

Reyne Maghet, gracieuse soete,
Fonteyne suyveren tscommers boete

3.binnenrijm

Bij een binnenrijm rijmen twee of meer beklemtoonde lettergrepen binnen een vers. Meestal is dit de laatste van de eerste metrische vershelft met de laatste lettergreep van het hele vers. Een voorbeeld van Joost van den Vondel uit Kinder-lijck :

Constantijntje, 't zaligh kijntje,
Cherubijntje, van omhoogh,
D'ijdelheden, hier beneden,


4.slagrijm

Een slagrijm is een binnenrijm waarbij de rijmende woorden op elkaar volgen. Een voorbeeld uit A. Valerius, in Merck toch, hoe sterck :

't Moedige, bloedige, woelige swaerd

5.middenrijm

Bij een middenrijm staan de rijmende woorden in de verschillende verzen op (+/-) dezelfde plaats. Bijvoorbeeld in Hij droech onse smerten van J. Revius (in dit voorbeeld hebben we bovendien ook nog een eindrijm ) :

Noch die verraderlyck u togen voort gericht,
Noch die versmadelyck u spogen int gesicht.


6.kettingrijm of overlooprijm

Hier rijmt het laatste woord van een vers met het eerste woord van het volgende vers, zoals bij P.C. Boutens in Liefdes uur :

De diepe wei waar nog geen waaier gaat,
Staat van bedauwde bloemen wit en geel


7.pauzerijm

Het eerste woord van een vers, of verzengroep, rijmt met het laatste woord ervan. Een voorbeeld van Karel van de Woestijne, uit Zegen deze'avond, God :

Laat het gevaar van Uw mededogen rustig zaad

8.schüttelrijm

Een rijm, meestal met humoristische bijbedoelingen gebruikt. Het is een gepaard dubbelrijm, waarbij de medeklinkers van de rijmende woorden van plaats zijn verwisseld. C. Buddingh deed het als volgt :

En zij beleefden nog dolle weken
Onder hun nieuwe wollen deken.

Terug naar “Literaire termen en technieken”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 3 gasten