De sleutel van de hemel.

o.a. Dante en Goethe
Jom
Berichten: 259
Lid geworden op: 08 Aug 2005, 13:58
Locatie: Kessel-Lo
Contact:

De sleutel van de hemel.

Berichtdoor Jom » 25 Jul 2007, 07:48

De hemel, wat een op-luchting na hel en vagevuur.
Hier waren geen schimmen meer rond,
maar zielen als vuur- en lichtsculpturen van zichzelf en van ieders beste kant.
Zij flakkeren, wakkeren, glinsteren, twinkelen, flikkeren, vlammen, lichten, stralen, en spreken over alles en iedereen hun gloed uit.
Als het beste van onszelf twinkelen zij ons bij heldere sterrenhemel tegen, en seinen zuivere seinen van metafysische warmte.

De sterrenhemel is ergens onze mooiste en grootste, volledigste spiegel :
de sterrenhemel doet - bij aanblik – de mens zich ergens evengroot voelen, want we zijn een deel van het ontzag ervoor, én tegelijk doet het ons onszelf nietig voelen.
De sterrenhemel is het verband tussen onze grootheid en onze nietigheid, ons gehele-mens zijn.



Dante geloofde net als de meeste van zijn tijdgenoten in de astrologie. Voor astronomie of wetenschappelijke sterrenkunde bestonden nog geen adequate lenzen.
Als de stand van de maan de oceaan doet zwellen en krimpen - want dat wist men,
wat een kriebelingen moet dan de sterrenhemel wel niet veroorzaken in ons,
wat doet de stand van de sterrenhemel dan niet in ons zwellen en krimpen ?

De Ptolemaïsche kosmologie wordt door Dante met laatmiddeleeuwse theologenhandigheid en vroeghumanistisch filosofenoog tot een middeleeuwse hemel uitgehouwd :
- de aarde vast op een sokkel,
- daaromheen acht opeenvolgende kristallen hemelsferen gerangeerd, hemelkringen die hoe verder van de aarde steeds sneller draaien, voortgedreven door de negende hemelsfeer, het Primum Mobile (of Primum Movens, de Eerste Beweegkracht), die alle andere voortdurend aanzwengelt, en die zelf aan de snelheid van het hemels licht en hemels verlangen draait, de snelheid van zuiver licht en zuiver verlangen, of de lichtsnelheid c ( ciel) als suprême constante avant la lettre.

Elke sfeer wordt genoemd naar de planeet die er toeft, er de grootste invloed op uitoefent, en een aspect van heiligheid verzinnebeeldt :
respectievelijk de sfeer van de Maan, Mercurius, Venus, Zon, Mars, Jupiter, Saturnus, de vaste sterren, en het Primum Mobile of de kristalhemel,
- en omheen de negende sfeer heerst de volledige roerloosheid, de hemel van het vuur, of het Em-pyreum : de tiende hemel of de eeuwige onveranderlijke onkwetsbare Abyssale soevereiniteit, waar de mystieke roos zich bevindt : het heiligen-amfitheater of Gods troon en hofhouding. En Dante’s volkomen tevredenheid om het gedichte gewrocht.

Net als in de hel en het vagevuur zijn er dus tien echelons, verdiepingen in de hemel.
Want er zijn evenveel soorten lafheid als moed, evenveel soorten angst als vreugde. Er is evenveel maatafstand in zwakte als in sterkte.
Zozeer en zo diep en zo omslachtig als wij mensen kunnen dwalen en vallen zozeer en zo hoog en zo veelzijdig kunnen wij onszelf verheffen, diep schouwen, en onszelf overtreffen.
Evenveel als er graden zijn in de verdoemenis, het lijden, het boeten, en het zich zuiveren en bevrijden, zijn er aspecten en graden in het genieten, in de doorleefde heerlijkheid, in het innerlijk evenwicht, in de vrede, en evenveel facetten en graden van volmaaktheid.



Nu, graden in gelukzaligheid of volmaaktheid zijn een beetje een contradictio in caelis.
En dat is meteen de belangrijkste paradox van het Paradiso :

Want Orwell’s Animal Farm-principe kan je hier mutatis mutandis een beetje toepassen op Dante’s hemel : “Celestial Farm” : alle heiligen zijn gelijk, maar de ene is heiliger (lees : stichtelijker, voorbeeldiger) dan de andere. Alle heiligen zijn gelijk voor God maar niet voor de mens, want niet even stichtelijk of levensvoorbeeldig.

De heiligen zelf bevinden zich enerzijds als gelijke godschouwenden in het Empyreum.
Alle heiligen zitten lui gelukzalig achterover in hun ziel als in een zetel, gestoffeerd met weldenken en overtrokken met een motief van sterren, in het amfitheater “Empyreum” of de mystieke roos naar het spektakel “God” te schouwen.
En God heeft nooit een mindere dag, zelfs de zevende dag, de zondag, rustte hij meer voor de show dan omdat Hij werkelijk moe was.
Alles is in de hemel gelijkwaardig, goddelijk.
Geen volgorde of eigenlijke hiërarchie hier, net zoals bij de sterren aan de hemel, staat iedereen hier eindeloos glunderend naar elkaar, naar God, en naar ons te schitteren aan het firmament.
In dit Empyreum is geen eerste of laatste rij meer, geen parterre, geen ereloge, geen uil, en zeker geen nooduitgang.
Geen genummerde zitplaatsen, geen opklapbare zitjes.
En dat is allemaal maar beter zo want iedereen is hier oneindig vriendelijk,
en dat zou anders – in een aardse infrastructuur - tot eeuwigdurende plecht- en plichtplegingen, reverenties, en andere hoffelijkheden leiden. Zonder dat er ook maar iemand van een voorrang zou profiteren en plaats zou nemen.
Iedereen koestert iedereen badend in de blik van God
Iedereen doet de wave in dit anti-colosseum der weldadigheid.
Maar iedereen kaatst hier het goddelijk licht alleen anders om zich heen.
Als sterren aan de hemel, op gelijke afstand van elkaar en van God, maar niet op gelijke afstand van onze verwondering, bewondering, en ontzag.

Want anderzijds gloeit de individuele afstraling van de heiligen (hun voorbeeldfunctie of hun spoor van sterrensstof door ons geweten) doorheen een lage, middelhoge, of tussenliggende hemelsfeer. Zo weerschijnen zij elk een feller of minder felle gloed van gelukzaligheid door het heelal.
Of : de verschillende hemelsferen weerspiegelen de verschillende afglans der heiligen - zoals elke ster aan het firmament ons een beetje anders leert pinken, knipperen, glimmen, of glunderen.
Of : het geeft Dante de gelegenheid om zijn moreel systeem verder uit te bouwen, zijn hiërarchie der waarden te tonen, de hiërarchie en orde der deugden, of de bovenbouw van Dante’s morele orde van het heelal.
Want net als in de hel en het vagevuur wil Dante ook in de hemel alles een plaats en functie geven in zijn waardenschaal,en zijn triptiek naar proportie afmaken.

Er is dus eigenlijk niet echt een heilige aanwezig in die eerste negen hemelen, maar slechts de afschijn (afstraling) van hun uitverkoren zieltje in hun respectievelijke hemelsfeer of - hemelcoterie.
Het lijkt allemaal wat op een kwantummechanische paradox avant le chiffre :
een zieltje is tenslotte een kwantum van Gods licht, en net als licht nu eens als lichtdeeltje dan weer als lichtgolf beschouwbaar. Hier betreft het kwantum-hemelmechanica : de heiligen hebben tegelijk een virtú-oze (in de mystieke roos) , en een virtú-ele (in één der opeenvolgende hemelsferen) locatie.



Dante zelf is hier echter slechts op doorreis.
Hier mag hij dus nog niet echt rusten.
En dus zijn er in de gelukzaligheid voor Dante nog treden te doen - steile treden die verrukken, en calorieën te verliezen – maar zoals de zon of de dichter stralen van zich zendt, verzen van licht of woord.

En vreemd genoeg is Dante veel nieuwsgieriger en zelfs kritischer in het nabuurschap van goddelijke revelaties en God zelf dan hij ooit in Hel of Vagevuur geweest is. Hij blijft heel de hemel door rationeel kritisch.
En ogenschijnlijk niet alleen omdat de afwezigheid van aardse decorstukken hem naar binnen, naar het innerlijk decor van vragen, concepten, denkbeelden, en gevoelens dwingt.

Dante laat in het midden of hij al dan niet in lichaam door de hemel zoeft.
Alleen van Beatrice blijft hij onmiskenbaar lichamelijkheden onderscheiden :
bijna elke overgang naar een hogere hemel gebeurt via haar ogen, en hij kan niet zwijgen over haar glimlach.
Maar ja deze dingen – ogen, blik, lach, en glimlach – horen nauwelijks bij het lichaam.

De hele actie van de Divina Commedia grijpt plaats van Goede Vrijdag (sorry Rutger, moet ik nog opzoeken)................. tot paasdonderdag 14 april 18 uur van het Heilig Kerkelijk jaar 1300, behalve de vier laatste canti : die gebeuren buiten tijd en ruimte. De hemelhemel is een flits.
Maar heel het Paradiso zijn eigenlijk een reeks flitsen in de ogen van Beatrice.

Maar lees en kijk zelf mee met Dante naar boven,
het is nog altijd dezelfde sterrenhemel als deze die hij zag,
zevenhonderd jaar is een habbekrats
voor sterrenhemelen, verwondering, en verzen.

g

Terug naar “Klassieken”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 65 gasten