Speech op het einde van al dat lijden.

o.a. Dante en Goethe
Jom
Berichten: 259
Lid geworden op: 08 Aug 2005, 13:58
Locatie: Kessel-Lo
Contact:

Speech op het einde van al dat lijden.

Berichtdoor Jom » 18 Jul 2006, 13:36

Beste leesdisgenoten,

Ik heb zo het gevoel dat jullie echt door de hel zijn gegaan bij het lezen van Dante’s Inferno en door het vagevuur bij het lezen van Dante’s Purgatorio.
Toch is het allemaal maar verbeelding, en blijkt de realiteit veel gruwelijker.

De echte folteringen gebeuren alleen boven op het aards oppervlak, tegen de vrije wil en de verbeelding in.
Hier in de Divina Commedia is het slechts het gekraak en geknars van metaforen, niet van botten en tanden.
En toegegeven, Dante’s Inferno en Louteringsberg is een piepend, schurend en bij wijlen wringend mundomotorium slechts bijeengehouden door de reeds krakende of knarsende stellingen van een vervlogen wereldorde.
De folterbeelden zijn de verroeste getuigen van de perversiteit, berekening, en slechte smaak van een priesterkaste, en van een donker era, waarin alle geestelijke en wereldse machtsverhoudingen een door God gesteld onwrikbaar recht van bestaan hadden, een recht even vast als de planeet aarde zelf.

De aarde stond stevig vast want alles wentelde rond de machthebbers en de priesterkaste, een compenserend geheel dat de Antieke “Lex non poena mors” (de dood is een wet geen straf) behendig omkeerde tot de “Poena non lex mors”(de dood is een straf geen wet), en dat door het schrikbeeld van hel en vagevuur - door dit “psycho-terrorisme”- haar greep op de onwetende massa behield en versterkte. En alleen wie de door hen uitgevaardigde regels en besluiten volgde vrijwaarde.

Maar de schroeven waarmee de aarde en die orde geklonken liggen, de duim-en ideeënschroeven, vertonen reeds metaalmoeheid, en taalmoeheid, en beeldarmoede, en teeltarmoede, en zijn hier leesbaar aan het kraken en knarsen.
Het humanisme lonkt zich erdoor, en zelfs de Renaissance strooit kiemen in de hellegrond en tegen de flanken van de Louteringsberg.


Dante’s Inferno lezen is ook een beetje zoals Auschwitz bezoeken :
het kraken en knarsen van vervlogen gruwelen en de herinnering eraan,
stuitend maar leerrijk.
Je geweten wordt er niet verstandiger door, maar misschien wel robuuster, taaier, vastbeslotener.
Het is de volgehouden verbeelding van de gruwel,
een fakkeltocht door de onbemeubelde labyrinten in de menselijke voorstelling.
En dat voelt altijd hachelijk aan.

De Divina Commedia is een geleid bezoek aan het mentale Auschwitz dat duurde van de middeleeuwen tot de ontkerstening in de 2de helft van de 20ste eeuw : een “conceptuele cenotaaf”, een leeg grafmonument, net als Auschwitz.
Een witzwartflakkerende verwijzing naar de ongeëxploreerde labyrinten in de ziel
die naar daadwerkelijke angst en gruwel kunnen leiden : naar datgene wat onszelf in staat stelt een hel of vagevuur voor onszelf of de anderen te worden.


Complexiteit, dat is naar mijn mening de eerste eigenschap van Dante’s Divina Commedia.
Er is bij Dante niet zelden schoonheid in de expressie van gruwel en lelijkheid,
en anderzijds : dichterlijke spanning wordt niet zelden afgewisseld met het groteske van zelfverheerlijking of kortzichtige frustratie. Waarbij gevoelens van weerzin en van genieting steeds weer verder in elkaar verstrikt raken, en elkaar niet zelden vergiftigen.

Gelukkig steunen Dante’s verzen op de veerkrachtige spanten van de allusie,
de spitsbogen van de allegorie,
niet zelden onder een paradox als een kruisgewelf,
met de zijwaarts halfschuine en te hoge lichtinval zo eigen aan kathedralen.
Een middeleeuwse lichtinval die alles evenveel verschaduwt als beschijnt.
Het zorgt voor een voortdurende sfeer van uitdagend contrast.
(De vertaler faalt als hij niets van dat licht capteert en naar de lezer laat schijnen.)

Want in visioenen van zo’n formaat word je onvermijdelijk een beetje door elkaar geschud, heen en weer geslingerd tussen het debiet van de beelden en het debiet van de feiten,
tussen de immaterialiteit van het verhaal en de materialiteit van het detail,
tussen de oneindigheid van je ziel en de onmiddellijkheid van je hart,
tussen het al te onaardse en het al te aardse.
Kathedralen hebben ook niet zelden dat effect op ons, het effect van schoonheid en kilte tegelijk, van luguberheid en sereniteit, van veneratie en krochtigheid, van rotting en ascese, overal virtueel aanwezig en steeds weer verder vermengd.
In elk hoek kan een eeuwenoude stenen grimas je samenzweerderig tegengrijnzen,
om elke steunpilaar kan een tocht bestaande uit louter mystiek-ruimtelijke perspectief
je meest materiële gedachte verstuiven of naar een afgrond verschuiven.
Net zoals in Dante’s omgekeerde Inferno-kathedraal.


Ik geef toe, het ging er steeds steiler naar beneden,
het daalde er erg sterk in ons af,
rillingen kronkelden als bijna fysische serpenten over onze rug,
langs alle krochten en spelonken van het menselijke verbeeldingsvermogen.

En daarna ging het weer naar boven, maar steeds ijler naar boven,
langs de typische smalle uit de rots en onze trots gehouwen trappen der vervolmaking,
onderbroken met de regelmaat van een hoofdzonde door het vals plat van de lusteloosheid, de uitgebalanceerde volharding, of de gestaag gedragen, volgehouden moed.
De sfeer van de Louteringsberg was milder toch, een zeeklimaat in het geweten, vol passaat van vlijtige spijt.

Ik weet het, nergens een gelijkvloers te bekennen, geen rez-de-chaussée, geen “de plein-pied”, geen echte vaste grond, geen enkele luie gezellige zitbank, alles is er op dat vlak net zoals in een klassiek werk, alles is grondeloos en stratisch.
Stappen is er opklimmen of afdalen, zoals altijd bij het lezen van poëzie.
Nooit is de grond onder de voetzool steviger dan de voetzool, hoogstens van hetzelfde allooi.
En al die lagen, al die verdiepingen, al die kringen.
En het ergste van al : er is geen lift in de Hel of kabelbaan op de Louteringsberg , je moet overal te voet heen, te gemoed, te bloot gemoed, te moed, door elke helle- of louteringskring, steeds te voet, te versvoet.
Want het verstand komt niet voor de blaren.


Maar welaan, je hebt de middeleeuwse sfeer aangedurfd, het lijfsvreemde, de duistere zijde van de middeleeuwse geest, het hartsafgrondelijke, je hebt volgehouden, en elke moed is een inspanning van de ziel.
Toegegeven we hebben lang niet alles begrepen, we hebben zoveel vergeefs vermoed, maar dat is geen verlies, trachten te begrijpen op zich is lonend : het onvatbare geeft spieren aan dezelfde ziel.


Het is een sfeer-aspect van een tijdperk.
Hopelijk leer je er iets van, leer je ervan kaderen, relativeren, in het belang van ons eigen tijdperk. Hopelijk stel je jezelf de vraag : welk is ons hedendaags onwrikbaar mundomotorium ? Want het is ook een beetje een andere cultuur –in de tijd dan – leren kennen, een soort “diachronische multiculturalisme”, een dam tegen historisch racisme, vooroudersminachting, paleofobie, xenofobie.
Zoals alle onvervalste geschiedenis ons zelfrelativering, tolerantie, en een stukje tijdloosheid leert.


Dante’s project was gewaagd.
Gedichten over de eeuwigheid gaan meestal niet lang mee.
En het is niet erg heldhaftig om over helden te schrijven.
En Dante had beter wat meer smilies gebruikt.
Maar in die tijd deden beeldspraak en allegorie een beetje dienst als emoticon.
En die lenen zich niet zo goed tot een eenvoudig “cut and paste”,
zij zijn namelijk – als zij deugen – uit het leven zelf gesneden.


Ik ga eindigen, jullie foltering heeft lang genoeg geduurd.

De trofee voor loyauteit gaat naar Berna-trice,
en de trofee voor moed en volharding naar Mar-wisi-jootje.


Uw dienstwillige en fiere Jommilius.


PS
Troost je, leestafelaars, misschien geven we in een ander leven ooit “De Draagbare Hel” uit, “De Beklimbare Louteringsberg”, en “De Verplaatsbare Hemel”,
nl. onze Dante-dialogen, een vademecum , een “Dantemecum”,
een recto verso handleiding bij Dante’s Inferno, Purgatorio, en Paradiso,
met als ondertitel, inderdaad :
“The unbearable lightness of being Dante Aligierhi”.

PS-PS
Duik nu maar de Lethe in, Marjo, en was je nuchterheid weer schoon.

PS-PS-PS
En de hemel dan ?
Ik stel voor dat jullie de hemel zelf ter plekke en ter ziele gaan bezoeken na een héél lang gelukkig leven en een kort maar vroom verscheiden.

Tenzij, tenzij jullie Dante’s vordering in de extase absoluut aan den zielslijve willen ondervinden...

Dettie
Site Admin
Berichten: 44090
Lid geworden op: 01 Jan 1970, 02:00
Contact:

Berichtdoor Dettie » 18 Jul 2006, 15:18

Jom! Wat een prachtig verhaal. dankjewel!!
Ik ga het uitprinten en nog eens lezen en kom er zeker op terug!
Misschien de 30e?

En de hemel wil ik ook nog bereiken mét Dante én Marjo.

Bernadet

Marjo
Berichten: 25855
Lid geworden op: 16 Mei 2004, 21:01

Berichtdoor Marjo » 18 Jul 2006, 19:24

Je kan het Zo mooi zeggen Jom, we hebben dat al vaker verzucht..
Bedankt voor de begeleiding, jouw samenvattingen vormen op zich al een heel boek..en zijn ondanks de danteske kronkelingen die ook jij hanteert begrijpelijker en toch ook verhelderender dan meige voetnoot die ik in de vertalingen aantrof.

Ik weet het niet, Bernadet, zou de hemel leesbaar zijn??


Terug naar “Klassieken”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 75 gasten