Canto 24 Louteringsberg.

o.a. Dante en Goethe
Jom
Berichten: 259
Lid geworden op: 08 Aug 2005, 13:58
Locatie: Kessel-Lo
Contact:

Canto 24 Louteringsberg.

Berichtdoor Jom » 17 Jul 2006, 13:09

Korte inhoud van Louteringsberg canto 24 :

Op de bolle zeilen van de door hun woorden verplaatste lucht gaan zij allen verder.

Onderweg kijken schimmen naar hen op.
Dante vraagt Forese naar het lot van zijn zus Piccarda.
En of hij niemand van deze schimgenoten kent.

Forese weet de schitterende Piccarda al in de hemel, en zegt dat de gezichten van deze schimmen onherkenbaar vermagerd zijn en dat er inderdaad heel wat bekend volk tussenzit.
Volgt weer een lijst van geduchte smulpapen en drinkers.

Een schim uit Lucca valt Dante speciaal op.
Hij noemt met zijn gestrafte mond de naam Gentucca ( Morla), vrouw van één van Dante’s weldoeners, eert haar, en vraagt Dante of hij niet schrijver is van “donne che avete intelleto d’amore”, “vrouwen die verstand van liefde hebben” (uit de Vita Nova).
Volgt een pleidooi voor de dichtstijl van Dante en zijn Florentijnse schrijfgenoten, de “Dolce Stil Nuovo”.

De schare schimmen versnelt en versliert, zoals een wielerpeloton in volle finale.
Forese blijft bij Dante, die hem verzekert nog eerder met zijn hart hier bij hem op de Louteringsberg te zijn, dan in de aardse stad die hem verbannen heeft en die verder ontspoort, nl. Firenze.
Met een sneer naar en de doodsvoorspelling van zijn eigen broer Corso Donati, leider van de zwarte Welfen, verdwijnt Forese van het toneel.


Het driemanschap gaat alleen voort, tot aan een andere appelboom.
Waarvan vele schimmen reikhalzend en vergeefs vruchten trachten te plukken.
Bij de nadering van de drie dichters vluchten zij heen.
Het betreft een scheut van de boom van kennis van goed en kwaad die wat hoger, in het aards paradijs, staat (waarschijnlijk is er ooit een appel ver – geen boogscheut - van de boom naar beneden gerold tot hier). Dit meldt een stem die hun gedachten uit het loof tegenruist.

Het trio gaat langs de steilte voorzichtig om de boom heen.
Zwijgend maar wel in zichzelf sprekend vervolgen zij hun tocht.
Een kilometer verder zowel op de weg als in zichzelf, een lichtjaar verder in hun boete-gepeins, wijst een gloeiende engel hen met kordate stem op de trap naar de volgende kring.

Zo toegeroepen zo gedaan, en Dante’s gelaat verdonkert bij de aanblik van de engel omdat hij zich dociel vlak achter zijn twee begeleiders rept.
De bewaakengel verwijdert nog een “P” – de p van “pintelier”- van Dante’s voorhoofd, de veeg of de verlossing van de “P” voelt als bloesemgeurige lentewind aan.

Terug naar “Klassieken”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 59 gasten