Korte inhoud.
Rechts spreken twee schimmen Dante aan.
Het zijn Rinieri da Calboli en Guido del Duca beiden uit de Arno-valei afkomstig.
Een levende ziel op louteringsberg zijn zij echt niet gewoon.
Dante geeft zijn I.D. op op cryptische wijze.
Net als onze Marjo vinden de schimmen het vreemd dat Dante zo rond de pot draait i.p.v. meteen te zeggen dat hij Firenzer is.
De ene schim fezelt tegen de andere.
Maar Guido del Duca zegt bijna alles in deze canto.
Volgt de beschrijving van de Arno en de kringloop van het water. Vers 31 tot en met 36.
Met een sneer naar Firenze als de kringloop van het kwade.
Het hele Arno-dal moet eraan geloven.
Daarna maakt de schim hun beider identeit kenbaar, zonder daarbij schimmig te zijn zoals Dante.
Hij spreekt de opvallende woorden uit :
(vers 86-87)
“o gente umana, perché poni 'l core
là ‘v è mestier di consorte divieto?”
“O menselijke soort, waarom zet gij uw hart
op de enige dingen die niet deelbaar zijn ?”
Heel de Romagna krijgt nu de volle wroklaag van de sprekende schim.
En hij beklaagt zich om het verdwijnen van een reeks deugdrijke Romagna-personaliteiten uit hun aardse bestaan. Zij passeren in zijn droeve woorden de oeverloze revue.
Vergilius en Dante vervolgen stilletjes hun weg tijdens deze eindeloze opsomming.
Dan klieft de stemgeworden schim van Kaïn door het luchtruim en terug.
Als donder zeggend op Kaïns bliksemstem volgt Aglaurus’ stem.
Kaïn zegt schrik te hebben dat men hem ook vermoordt en de jaloerse Aglaurus zegt in steen te zijn veranderd als straf.
Het lijkt een beetje op spam, op ongevraagde etherpost, maar het is bedoeld als afschrikmiddel om dergelijke daden te verrichten.
Blind en aan stembanden gelegd zijn de nijdige en afgunstige boetedoeners van deze kring.
Canto 14 Louteringsberg.
Canto 14 Louteringsberg.
Laatst gewijzigd door Jom op 08 Sep 2006, 13:29, 3 keer totaal gewijzigd.
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 52 gasten