Canto 12 Louteringsberg.
Geplaatst: 09 Mei 2006, 07:41
Korte inhoud.
Dante liep een eind gebogen mee met Oderisi. Oderisi gebogen onder de stenen last van zijn aardse hoogmoed, Dante onder de zoete last van aandacht en empathie en de daarmee gepaard gaande zware en trieste gevoelens.
Dante’s coach Vergilius maant hem aan meer haast te maken op de weg der loutering.
Vergilius maakt Dante onder het snelle lopen de bodem opmerkzaam.
In bas-reliëf zijn taferelen uitgebeeld - want zozeer men gaat op de louteringsberg zozeer ontmoet men er leerrijke en zuiverende dingen.
De val der engelen ziet Dante onder zijn voeten nog eens vertrappeld worden.
Ook de agonie van de opstandige gigant Briareus met zijn honderd armen onder Jupiters bliksems betreedt Dante met zijn hielen.
Afwisselend ziet Dante bijbelse en klassieke taferelen van gevallen en afgestrafte hoogmoed.
De instorting van Nimrods toren van Babel.
Godenuitdaagster Niobe die temidden van haar veertien door de goden vermoorde kinderen versteent.
Mensenkind Arachne die meende beter te kunnen weven dan Pallas Athena ziet hij veranderd worden in een spin.
Het brandende Troje.
Etc.
Dante loopt zo gebogen over dat luguber stripverhaal verder.
Gekleurd door het bloed en zweet der boetelingen.
Met zijn eigen zuchten als enige tekstbalon.
De boeters zien hun eigen “boze paden”.
Vergilius zegt Dante nu omhoog te kijken, want er komt een engel aan.
Deze toont hen de smalle rotsweg naar de volgende louteringskring.
En veegt een “P” van Dante voorhoofd met een zucht van diens vleugel.
De weg blijkt een erg smalle trap te zijn.
“Beati pauperes spiritu”, zalig de simpelen van geest, hoort men er heerlijk zingen.
Dante zegt dat er hier op de louteringsberg psalmen worden gezongen zoals in de hel jammerklachten. En beide klinken even weinig vals.
Dante voelt zich al stijgend lichter worden, en niet alleen omdat hij van het centrum der aarde weggaat. Hij voelt zich ook energieker en vredevoller en vreugdevoller worden net op de plaats waar de hoogmoed in hem was.
De zuivering begint duidelijk haar vruchten af te werpen.
Want hier op de louteringsberg geldt - denk ik - de regel : hoe hoger men klimt hoe meer men ontstijgt, hoe verder men schouwt, hoe breder de horizon, hoe dichter bij alle goede dingen. Dit is tenslotte het faire land.
De hoogmoed valt geheel van Dante af, de “P” van “Pretentie” is weggewist en de andere zes “P”’s zijn al aan het vervagen.
Dantes voorhoofd fronst van plezier als hij nog maar zes “P”-rimpels erin voelt.
Dante liep een eind gebogen mee met Oderisi. Oderisi gebogen onder de stenen last van zijn aardse hoogmoed, Dante onder de zoete last van aandacht en empathie en de daarmee gepaard gaande zware en trieste gevoelens.
Dante’s coach Vergilius maant hem aan meer haast te maken op de weg der loutering.
Vergilius maakt Dante onder het snelle lopen de bodem opmerkzaam.
In bas-reliëf zijn taferelen uitgebeeld - want zozeer men gaat op de louteringsberg zozeer ontmoet men er leerrijke en zuiverende dingen.
De val der engelen ziet Dante onder zijn voeten nog eens vertrappeld worden.
Ook de agonie van de opstandige gigant Briareus met zijn honderd armen onder Jupiters bliksems betreedt Dante met zijn hielen.
Afwisselend ziet Dante bijbelse en klassieke taferelen van gevallen en afgestrafte hoogmoed.
De instorting van Nimrods toren van Babel.
Godenuitdaagster Niobe die temidden van haar veertien door de goden vermoorde kinderen versteent.
Mensenkind Arachne die meende beter te kunnen weven dan Pallas Athena ziet hij veranderd worden in een spin.
Het brandende Troje.
Etc.
Dante loopt zo gebogen over dat luguber stripverhaal verder.
Gekleurd door het bloed en zweet der boetelingen.
Met zijn eigen zuchten als enige tekstbalon.
De boeters zien hun eigen “boze paden”.
Vergilius zegt Dante nu omhoog te kijken, want er komt een engel aan.
Deze toont hen de smalle rotsweg naar de volgende louteringskring.
En veegt een “P” van Dante voorhoofd met een zucht van diens vleugel.
De weg blijkt een erg smalle trap te zijn.
“Beati pauperes spiritu”, zalig de simpelen van geest, hoort men er heerlijk zingen.
Dante zegt dat er hier op de louteringsberg psalmen worden gezongen zoals in de hel jammerklachten. En beide klinken even weinig vals.
Dante voelt zich al stijgend lichter worden, en niet alleen omdat hij van het centrum der aarde weggaat. Hij voelt zich ook energieker en vredevoller en vreugdevoller worden net op de plaats waar de hoogmoed in hem was.
De zuivering begint duidelijk haar vruchten af te werpen.
Want hier op de louteringsberg geldt - denk ik - de regel : hoe hoger men klimt hoe meer men ontstijgt, hoe verder men schouwt, hoe breder de horizon, hoe dichter bij alle goede dingen. Dit is tenslotte het faire land.
De hoogmoed valt geheel van Dante af, de “P” van “Pretentie” is weggewist en de andere zes “P”’s zijn al aan het vervagen.
Dantes voorhoofd fronst van plezier als hij nog maar zes “P”-rimpels erin voelt.