Korte inhoud.
Dante merkt één van zijn voorvaderen, Geri del Bello, op, een notoir “zizanist”,
die kwaad is op Dante omdat zijn dood tot nu ongewroken is gebleven.
(Na Dante’s dood werd hij gewroken !)
Maar Vergilius wil voortmaken.
Zij zien het laatste, 10de ringdal van hellekring 8, waar de stank van verrotte ledematen hun tegenwalmt.
Het is het strafoord der vervalsers, valsmunters, alchimisten, vermommers, en impersoneerders.
Zij liggen op elkaar zich verzwerend te verkronkelen.
Hun zweren en open wonden besmetten en vermengen zich.
Een paar ligt tegen tegen elkaar aan zich gek te krabben van de jeuk.
Het zijn Italianen.
Dante spoort hen zoals meestal aan te vertellen met als motief dat de herinnering aan hen zou voortleven.
De ene geeft zich te kennen als Griffolino van Arezzo, bijgenaamd “Bal”, en was alchemist en tevens valsmunter (bij Kops staat er vers 118 verkeerderlijk “vier”, het is gewoon de laatste der (10) gruwel-groeven).
De andere is Capocchio, vermommer en eveneens valsmunter, die Dante helpt met een sneer naar Firenze’s grote concurrent Siena en hem in ironie zelfs de loef afsteekt.
(Merk in de coulissen Niccolo di Giovanni de’ Salimbeni die de kruidnagel in de keuken lanceerde - mijn vrouw is er hem eeuwig dankbaar voor.)
Canto 29 De hel
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 46 gasten