Non-fictie jeugd

Dawn Huebner

Wat kun je doen als je te veel piekert
een help-oefenboek voor kinderen
illustraties: Bonnie Matthews
tekst: Dawn Huebner


Het boek begint met een mooie metafoor.
Als je een tomatenzaadje zaait in goede aarde en water geeft dan groeit er al gauw een plantje. Als je het goed blijf verzorgen dan komen er op gegeven moment tomaten aan. Heel veel tomaten... je maakt tomatensoep, tomatensaus, tomatenpuree en nog heb je een grote berg tomaten over. En dat allemaal uit dat ene zaadje waar jij aandacht aan besteed hebt.
Met zorgen gaat het in feite hetzelfde. Als je zorgen veel aandacht geeft dan gaan ze groeien en op gegeven moment worden die zorgen heel groot, ze worden een grote berg angsten.

Ieder mens is natuurlijk wel eens bang. Vaak is dat voor dingen die niemand leuk vindt, zoals een prik krijgen bij de dokter of een heel donkere onbekende kamer in moeten. Vaak is die angst ook zo weer weg. Maar sommige kinderen maken zich om heel veel zaken zorgen. Ze zijn bang voor dingen die waarschijnlijk niet gaan gebeuren of niet kunnen gebeuren. En dat kan uitmonden in problemen in hun functioneren.


In dit boek kunnen kinderen de woorden omcirkelen die aangeven wat ze voelen als ze bang zijn. Ook lezen ze hoe mensen om hen heen kunnen reageren op hun angst.  En natuurlijk wordt verteld hoe ze kunnen leren met hun zorgen en angst om te gaan.
Door middel van oefeningen in het boek leren ze hun angst te benoemen en wat ze kunnen doen om minder bang te worden. Vooral logisch nadenken helpt, maar dat lukt niet altijd.
Het voorbeeld van de tomatenplant was er niet voor niets. Als je het tomatenzaadje geen aandacht geeft dan groeit ze niet uit tot een grote plant maar kwijnt ze weg en verdwijnt uiteindelijk.
En zo werkt het ook met zorgen.  Dankzij dit boek kunnen kinderen leren hoe ze minder of geen aandacht aan hun zorgen kunnen besteden waardoor ze er gelijk een stuk minder last van hebben.  Op een leuke manier leren kinderen ook hoe ze steeds terugkerende zorgen het hoofd kunnen bieden. Eveneens leren ze wat ze moeten doen zodat hun zorgen ook definitief wegblijven.


Een boek dat kinderen samen met een begleider kunnen gebruiken om een een goed inzicht te krijgen in het ontstaan en de behandeling van hun zorgen. Dankzij de goede, niet moeilijke, soms zelfs speelse, opdrachten leren ze hun omgang met zorgen herkennen en ombuigen. De eenvoudige zwart-wit afbeeldingen maken alles nog eens extra duidelijk. Uitstekend, verhelderend boek.


ISBN 9789085605560 Paperback 80 pagina's Uitgeverij niño juni 2009
Leeftijd 6-12 jaar

© Dettie, 10 augustus 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 
Wat kun je doen als je verkeerde gewoontes hebt
Een help-oefenboek voor kinderen
illustraties: Bonnie Matthews
tekst: Dawn Huebner

Sommige kinderen kunnen het nagelbijten, duimzuigen, haren uittrekken, neuspeuteren, muggenbulten openkrabben e.d. maar niet laten. Ouders of onderwijzers kunnen wel honderd keer zeggen dat ze dat niet moeten doen maar stoppen lukt niet, ook al willen de kinderen het graag. Dat krabben, zuigen, bijten en pulken is namelijk een gewoonte geworden. Maar hoe komen ze weer van die gewoonte af?
Dit boek vertelt ze nu eens een keer dat ze helemaal niet hoeven te stoppen maar wel hun gewoonte kunnen ombuigen naar iets anders. Dat kunnen ze doen dankzij de ‘vijf sleutel methode’ die in dit boek gepresenteerd wordt.

Eerst wordt verteld wat een gewoonte is en wat nuttige gewoontes zijn, zoals elke dag je tandenpoetsen en jezelf wassen bijvoorbeeld. Ook worden niet-zo-nuttige gewoontes genoemd zoals de wc niet doortrekken, nagelbijten of het licht laten branden als niemand in de kamer is.
Daarna begint het werken met de vijf sleutels die allemaal een eigen naam hebben zoals de blokkeerssleutel, de friemelsleutel, de beweegsleutel etc.
Elke sleutel vertegenwoordigt een onderdeel van de gewoonte en een kind leert in te zien wat hij/zij doet, waarom hij/zij het doet en hoe ze de gewoonte kunnen veranderen.
Er staan allerlei opdrachten en overzichten in het boek waarmee de kinderen aan de slag kunnen.

Veel dingen die genoemd worden zijn verhelderend maar toch is er ook een punt van kritiek.
Er worden namelijk veel alternatieven voor de gewoontes geboden die moeilijk uit te voeren zijn op school. Ga trampoline springen, yoga doen, je nagels vijlen, je hoofd masseren, zingen, schommelen, kauwgom kauwen, in een dagboek schrijven staat er bijvoorbeeld. Zuig een pak vla met een rietje op, eet eens ander eten, zuig aan een zuurstok, ga rolschaatsen, een kat aaien, ga je mond spoelen met een gorgeldrankje.
Tja, allemaal dingen die ze moeilijk op school kunnen doen en juist op school zullen kinderen moeite hebben hun gewoontes af te leren. Wordt er bijvoorbeeld op school een verhaal verteld dan kun je ondertussen natuurlijk heerlijk peuteren, pulken, krabben of nagelbijten. Bovendien zit een kind het merendeel van de dag op school, waarom dan van deze soms zelfs onzinnige alternatieven om een gewoonte te vervangen?
Eigenlijk zijn een pleister plakken over je nagels of muggenbulten of haren invetten met olie zodat je geen haren kunt uittrekken nog de meest uitvoerbare tips. Maar vermoedelijk zijn deze tips al meer dan bekend en toegepast.

Het boek zelf, met zijn vlotte, humoristische zwart-wit tekeningen, de uitleg en het idee op zich, is wel goed. Maar alles moet natuurlijk wel uit te voeren zijn. Ik denk echter dat een juf of meester écht niet zit te wachten op een kind dat zijn nagels zit te vijlen of een pak vla leeg zit te slobberen met een rietje of heftig kauwgom zit te kauwen.
Jammer, het zal nu vooral aan de creativiteit van het kind en de ouders liggen om van de vijf sleutel methode toch een succes te maken.


ISBN 9789085605744 Paperback 72 pagina’s Uitgeverij Niño juni 2010
Leeftijd 6-12 jaar

© Dettie, 4 augustus 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 

Wat kun je doen als je te veel moppert
Een help-oefenboek voor kinderen
illustraties: Bonnie Matthews
tekst: Dawn Huebner


Het boek begint met een introductie voor ouders en verzorgers. In deze introductie wordt verteld wat verstaan wordt onder 'vaak mopperen' van een kind.  Een kind dat vaak moppert heeft een negatieve kijk op dingen. Deze kinderen kunnen zich erg opwinden over van alles. Bijvoorbeeld dat het aardbeienijs uitverkocht is of dat het vriendje niet kan komen spelen etc. Ze gaan dan mopperen of mokken, ze maken van een mug een olifant.
In deze introductie wordt ook duidelijk het verschil aangegeven tussen negativiteit en droefheid of depressie.
Kinderen met een negatieve kijk hebben de neiging zich altijd te richten op wat verkeerd is, ook als er genoeg goed is. Het kind na een dag vol leuke activiteiten pruilen omdat die dvd niet gehuurd wordt. Of als ze trek in kaas hebben op brood en het is er niet, enorm lopen mopperen ook al is er wel pindakaas wat ze ook heel lekker vinden. Voor ouders is het ook moeilijk om geduld te bewaren als er altijd wel iets is waar op gemopperd wordt.
Dit boek is bedoeld voor deze kinderen (en ouders). 'Het doel is deze kinderen iets te leren over negativiteit en hen te motiveren er iets aan te doen zodat ze wat veerkrachtiger worden bij teleurstellingen. Er wordt geprobeerd ze hulpmiddelen aan te reiken die ze nodig hebben om zich op het positieve te richten in plaats van te blijven hangen in negativiteit.'
In de introductie staat hoe je als ouders kunt handelen. Dat is o.a. niet proberen het kind van zijn negatieve gedachten af te brengen maar het negatieve te benoemen. Zeggen 'Je bent behoorlijk van je stuk.' of 'Goh, dat zit je behoorlijk dwars, hè?' Dat is ook het kind aanmoedigen bij elke stap in de goede richting en humor te gebruiken op een vriendelijke manier.
De methodes in dit boek zijn gebaseerd op cognitieve gedragstherapie die veel door therapeuten wordt gebruikt. Ze zijn aangepast voor het gebruik bij kinderen van 6 tot 12 jaar.


Het boek begint met uitleg aan kinderen over wat negativiteit is, welke obstakels (hordes) ze tegen kunnen komen en hoe ze deze hordes kunnen nemen of weghalen. Ze kunnen kijken naar goede en slechte kanten van dingen en die opschrijven. Bijv. als ze winkeltje willen spelen en hun zusje wil per se schooltje spelen. Ze kunnen dan boos worden en mopperen maar ze kunnen ook de goede en slechte kanten daarvan bedenken en opschrijven. Ze kunnen mensen tekenen die meestal negatief zijn en mensen die meestal positief zijn en het verschil zien.
Er wordt verteld aan het kind dat het negatief dénkt, alsof het negatieve onder een vergrootglas ligt en uitvergroot is. Ze kunnen door oefenen leren om positief te denken en dit boek helpt daarbij.
Het maakt dat een kind meer flexibel gaat denken en zich niet meer blind staart op het negatieve maar leert zien dat er daarnaast ook andere dingen zijn die net zo leuk, mooi of zelfs beter kunnen zijn. Het kind leert anders, ruimer te kijken naar dingen en daardoor wordt zijn of haar leven makkelijker en gelukkiger.


Het boek staat vol met tekeningen, oefeningen en opdrachtjes die kinderen kunnen doen om positiever met dingen te leren omgaan.
Denkelijk kan een kind deze opdrachten niet alleen te doen. Misschien de wat oudere kinderen wel maar kinderen van zes zeker niet omdat daarvoor de gebruikte taal te moeilijk is en uitleg vereist. Het kind wordt ook geadviseerd om enkele coaches te zoeken die hem of haar kunnen helpen om niet steeds in een negatieve houding of gedachte te schieten. Er kan een gebaar afgesproken worden of een woord of een zin zodat het kind even herinnerd wordt aan waar het mee bezig is (negatief) en dat het ook anders kan (positief). Het zal voor beide partijen hard werken worden maar wel de moeite waard zijn. Duidelijk wordt gesteld dat verdrietig zijn over iets wat anders is dan negatief denken en handelen.


Het boek geeft heldere handreikingen aan ouders, opvoeders en het kind. Alles wordt goed uitgelegd maar in mijn ogen had de taal wel meer kindgericht mogen zijn. Er wordt in een vrij volwassen en serieuze taal gesproken. Misschien raar om te melden over een boek dat over vaak mopperen gaat, maar van mij had wat meer humor in de oefeningen en de taal gemogen.
Verder, is het een prima, inzichtgevend boek.


Wat kun je doen als je vaak moppert verschijnt in een serie help-oefenboeken voor kinderen in de basisschoolleeftijd.


ISBN 9789085605720 Paperback 88 pagina's Uitgeverij Niño juni 2010

Dettie, 24 april 2012

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER