Freek en de mierenkoningin
Marjolein de Craen
Freek is volwassen, maar omdat hij zuurstoftekort had bij zijn geboorte, is hij niet een ‘normale’ man. Wat mensen vooral opvalt is dat hij geen volledige controle heeft over zijn spieren. Lopen, fietsen, dat soort dingen, is moeilijk voor hem.
Zijn moeder, die na Freek geen ander kind durfde te krijgen, voelt zich sinds zijn geboorte schuldig, en durft Freek niet los te laten. Zijn vader is in het buitenland, en heeft een nieuw gezin, hij bekommert zich nauwelijks om zijn zoon.
Sinds kort heeft Freek een baan gevonden. In een dierentuin. Daar is Thijs zijn begeleider. En beschermer. Want het gaat nog wel eens mis, vanwege Freeks onhandigheid. Joost, de algemeen directeur van de dierentuin heeft er geen geduld meer mee, en het is aan Thijs te danken dat Freek toch mag blijven. Voorlopig dan toch…
‘Hij vindt de ommezwaai van de laatste jaren ook moeilijk. Van trotse verhalenverteller op feestjes over ’zijn’ dierentuin is hij een stille toehoorder aan het worden, alsof hij in het geniep een perverse hobby bedrijft.’
Freek werkt in de tropische kas, en heeft met name de zorg over de bladsnijdersmieren. Ze hebben een enkel volk in de dierentuin, en dat is lastig nu de koningin – Uma geheten – al negentien jaar oud is, en ieder moment kan sterven. Zonder koningin sterft het volk ook…
Behalve het thema rond het probleem waar iedere dierentuin mee kampt, namelijk dat de maatschappij steeds meer kritiek heeft op het systeem van dieren in gevangenschap houden, spelen er ook dingen in het verleden van Thijs en Joost, die overigens sinds hun studententijd vrienden zijn. Freek maakt zich zorgen over zijn positie, in de dierentuin, maar ook thuis, want hij beseft best dat zijn moeder, Marie, met hem opgescheept zit. Ook al is het haar eigen keus.
Vier levens, die met elkaar verweven raken. Vier mensen met eigen problemen.
En Uma, de koningin die het einde van haar leven nadert.
Als je het boek voor je neus hebt valt al meteen de mooie omslag op. Er is aandacht besteed aan dit boek! Als in het verhaal het vertelperspectief verandert is er steeds een klein tekeningetje van een insect. Steeds een andere lijkt het wel!
De taal die Marjolein de Craen gebruikt is direct en verzorgd.
De eerste zin al:
‘Als stukjes van een legpuzzel deinen de roodbruine, beige en grijsgroene rafelige vlekjes op het wateroppervlak.’
‘de onredelijkheid kwam uit zijn tenen.’
‘hij was als een frutsel van een blaadje rucola dat bleef steken aan het randje van een oude vulling tussen je twee achterste kiezen.’
Marjolein de Craen (Amsterdam, 1962) studeerde Franse taal- en letterkunde. Daarna deed ze een tweede studie: klinische psychologie. Aansluitend werd ze psychotherapeut en psychoanalyticus. Regelmatig publiceert ze over haar vak. Freek en de mierenkoningin is haar romandebuut.
ISBN 9789492241733 | Paperback | 240 pagina's | Uitgeverij Magonia | september 2024
© Marjo, 10 november 2024
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER