De wilden
Marion Pauw


Marion Pauw is vooral bekend om haar thrillers en dat is in deze eerste roman van haar hand goed te merken, De wilden begint spannend.


Naní, raakt tijdens een excursie naar 'de mooiste watervallen van de wereld' haar groep kwijt en dwaalt zodoende moederziel alleen door het Nationale Park in Panama. Natuurlijk heeft haar telefoon geen bereik zo in the middle of nowhere. Toch blijft ze vrij rustig en laconiek. Ze zegt tegen zichzelf: 'Je wilde toch zo graag rust aan je hoofd? Hier is het, geniet ervan.'
Ze probeert ervan te maken wat ervan te maken valt en vertrouwt op de goede afloop. Ze maakt een slaapplaats maar tijdens het zoeken naar brandbaar materiaal wordt ze gebeten door iets. Ze barst van de pijn, haar hand zwelt op en ze hoopt dat ze niet doodgaat. Dat gebeurt gelukkig ook niet maar ze is wel flink beroerd. En hoe moet ze aan eten komen? Ze probeert een pad te vinden maar dat lukt niet, uiteindelijk is ze toch wel de wanhoop nabij... Wat nu? Het ziet ernaar uit dat ze zal moeten zien te overleven totdat ze gevonden wordt. Maar hoe groot is die kans in dat enorme Park? Het is als zoeken naar een naald in een hooiberg.
Tot haar grote opluchting ontmoet ze na twee dagen een man in lendendoek die haar vriendelijk aanspreekt in het Spaans, wat ze gelukkig een klein beetje spreekt. Hij neemt haar mee naar zijn indianendorp aan een rivier.  Het stamhoofd Chiribigi is blij met haar komst, nu komt er eindelijk een school in het dorp. Die logica ontgaat Naní maar er ontgaat haar wel meer want ze wordt zwaar ziek en weet nauwelijks meer waar ze is. De dorpsbewoners verzorgen haar liefdevol en langzamerhand knapt ze weer op.


Doorheen dit verhaal komen we te weten dat Naní getrouwd is met Krijn, twee kinderen heeft, Thijs en Felicia, en een cateringbedrijf runde. Ze had het in Amsterdam meer dan goed totdat ze een misstap beging waardoor het leven van Naní en haar gezin volledig op zijn kop kwam te staan. Na een ellendige tijd waarin Naní voorlopig niet meer welkom was in haar eigen huis besloot ze naar Panama te vertrekken, in de hoop dat door de afstand en tijd de rust zou weerkeren.


Naní herstelt ondertussen langzaam en ze wil graag aan haar gezin laten weten dat ze ongedeerd is. De mysterieuze sjamaan blijkt contact met de 'witte wereld' te onderhouden en zo weet ze haar geliefden te bereiken. Maar dan komt het schrijnende bericht dat haar gezin helemaal niet zo zit te popelen om Naní weer te zien of spreken...


Hoe zal het verder gaan met de onfortuinlijke, onwelkome Naní? Je leeft vanaf het begin met haar mee, ook als ze denkt aan haar gezin en haar pogingen alles weer goed te krijgen. Elke keer denk je, nu zal die dochter van haar toch wel aardiger gaan doen? Maar elke keer opnieuw wordt de deur letterlijk en figuurlijk in haar gezicht dicht gesmeten.  Je denkt, kom op Thijs kan je niet een béétje toeschietelijker zijn tegen je moeder, maar je snapt evengoed ook nog wel dat die kinderen, in de puberleeftijd nog wel, zo reageren.
Die man van haar, Krijn, is een ander verhaal, hem zou je een schop onder zijn kont willen geven en willen zeggen, doe even normaal! Doe eens volwassen! Maar dat gebeurt dus niet en je worstelt en lijdt mee met Naní, ze bedoelt het allemaal goed maar dat komt maar niet over. Ze ontleedt zichzelf tot op het bot, ziet haar eigen fouten haarscherp, ziet hoe het anders kan en weet dat ze daar keihard aan wil werken. Maar het komt niet over en dan volgt de reis naar Panama en de gebeurtenissen daarna. Tot dan is het een heerlijk meeslepend verhaal en als je het boek weg moet leggen, kijk je al uit naar het moment dat je verder kunt lezen.

Maar wat dan volgt, krijgt steeds meer de inhoud van een zoete roman. Hoe prachtig Marion Pauw ook de natuur en het leven, het dorp, de kleding, de muziek en gewoontes van de indianen beschrijft, het verhaal zelf gaat uit als een nachtkaars. 
De komst van de school voor de kinderen wordt weer genoemd maar dat verloop is nogal ongeloofwaardig. Dat is nog niet zo erg maar het verhaal wordt vooral een beetje té romantisch en lieflijk. 
Zelfs ondanks de toch verrassende wending aan het eind van het verhaal, blijf je met een kleine kater zitten. Vooral omdat het begin van het boek zo veelbelovend is. Maar misschien moet Marion Pauw haar draai nog vinden in het schrijven van een roman. Het was een tijd lang een meer dan prettig boek om te lezen en dat gevoel heeft toch de overhand. Mogelijk ben ik wel té kritisch, het boek is zeker geen afrader en goed geschreven qua taal en stijl maar het verhaal zelf had op het eind wel wat sterker gekund.


ISBN 9789041422132 Paperback met flappen 302 pagina's Uitgeverij Amboanthos februari 2013

© Dettie, 19 februari 2013

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER