jeugd 13-15 jaar

altDe heersers van Kir
De Kronieken van de Zeven Eilanden 1
Mariëtte Aerts


Een nieuwe meeslepende trilogie voor de jeugd: De kronieken van de Zeven Eilanden.
De eilanden, zeven dus, vormen het rijk van de Heerser van Kir, Heer Glendahl. Er wordt geknibbeld aan het Rijk: op de verder gelegen en kleinere eilanden zijn leden van een eerder onbekend volk neergestreken. ‘Dwingers’ noemt men hen, omdat ze hypnotiseren. Ze kunnen door mentale kracht anderen er toe zetten bepaalde dingen te doen, of ze dat nu willen of niet. Ook kunnen ze laten vergeten. Zolang zij zich beperkten tot Ing’Roz maakten de heersers van Kir zich geen zorgen. Maar toen betraden ze ook Ing’Maril. En daar waren de zoektochten van de Heerser gaande, daar moeten de artefacten liggen, oude voorwerpen waarmee de oude magie nieuw leven ingeblazen kan worden. Dat beweert althans de monnik Himmondar, rechterhand van de Heer Glendahl.


In het eerste deel ‘De heersers van Kir’ maken we kennis met Raben, genezer in opleiding. Hij woont met zijn moeder, ook genezeres, in de stad Kironos op Ing’Tassa. Ook leren we het meisje Calli kennen. Zij is als heel jong kind in de handen van piratenkapitein Zoutbaard gevallen, en bleef alleen in leven omdat ze een Elementaliste bleek te zijn: ze heeft de magische krachten om wind op te wekken. Wind, storm, en andere weersomstandigheden kan ze naar eigen wens regelen. Handig voor een schip, zeker als het een piratenschip betreft...


Als er een nieuwe expeditie komt naar Ing’Maril, gaat Raben mee. De reis staat onder leiding van de kroonprins. Dat deze zich daar bevindt wil eigenlijk niemand: zijn vader wil hem helemaal niet als opvolger; de monnik steunt zijn Heer maar heeft zelf ook snode plannen, en de prins zelf wilde het al zeker niet. Maar zo is het nu eenmaal. En op soortgelijke manier heeft onze hoofdrolspeler, de jongen Raben, ook geen keuze: hij moest mee als persoonlijke genezer van de prins. Raben is een Lezer, hetgeen absoluut niet bekend mag worden, want Lezers worden ingezet bij de zoektocht naar de oude magie. Dat wil Raben niet, want dan moet hij weg uit zijn stad, weg bij zijn moeder. Dus moet hij zijn gave stiekem leren ontwikkelen en beheersen: wanneer hij een voorwerp oppakt komen allerlei gebeurtenissen uit het verleden die met het voorwerp te maken hebben in hem op, alsof hij ze zelf zou beleven.


Raben hoeft zijn avonturen niet in zijn eentje beleven: hij heeft een hond, Zindel, zijn trouwe maatje. Wat een vreselijke gebeurtenis lijkt: overvallen worden door piraten, blijkt voor Raben misschien wel een zegen: hij leert Calli kennen...


‘Denkt u niet dat er oude vormen van magie bestaan die ons goed zouden doen?'
’ Welnee. Magie waar we met z’n allen vrolijk van worden? Dat is toch nooit waar heersers naar op zoek zijn? Heersers willen heersen. Macht hebben en houden. Overwinnen. Onoverwinnelijk worden.’


Dit eerste deel staat meteen als een huis. De lezer wil onmiddellijk meer: Mariëtte Aerts weet de lezer geboeid te houden. Het is een fantasyverhaal met veel bijzondere facetten: maanden en dagen heten anders, er is magie, er is de strijd tussen goed en kwaad, en er zijn monsters en andere vreemde wezens. Toch is er nergens een overdaad aan nieuwigheden, het wordt goed gedoseerd. De twee hoofdpersonen zijn heel herkenbare jonge mensen, die zich  zeer waarschijnlijk zullen ontwikkelen in de volgende delen. Hun avonturen zijn overtuigend neergezet.
De afwisseling van verhaallijnen zet vaart in het verhaal zodat je voor je het weet door die vierhonderd pagina’s heen bent. En er zijn al kleine openingen gemaakt voor nog veel meer avonturen!

Zie ook het inkijkexemplaar

ISBN  9789051163599 |paperback| 400 pagina's | Uitgeverij De Vier Windstreken|oktober 2014
Omslag en kaart van Jeroen Murre Leeftijd vanaf 13 jaar

© Marjo, 9 januari 2015

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER