Johanna Geels

Wat een tuin ziet als hij slaapt
Johanna Geels

Johanna is aan huis gekluisterd vanwege allerlei fysieke en mentale kwalen. Ze is bipolair en chronisch ziek. Ze kan wel wat door haar huis scharrelen, maar buiten komt ze alleen met hulp. Ze wordt verzorgd door drie mensen: Wieke en Anna, verpleegkundigen en K. die vriend en mantelzorger is. Johanna schrijft in haar dagboek, zodat we haar gedurende tachtig dagen volgen: haar klachten en gedachten. Haar dromen en herinneringen. En de waarheid is om mee te spelen: Al op de eerste pagina zet Geels de lezer op een wankel been:

‘Als je ziek bent, heb je veel tijd om na te denken. Over waarom ik geen kinderen heb gekregen bijvoorbeeld. Mijn dochter zegt dat ik dit fysiek niet had aangekund en ik denk dat zij gelijk heeft.’


In oude dagboeken vindt ze wat ze geschreven heeft in de jaren tachtig, over een wild leven met mannen en drugs. Over kraakpanden en familieproblemen. Zo blijkt de psychische stoornis die haar kwelt in de familie te zitten.


‘Mijn ouderlijk huis was een jungle, een doolhof vol gevaren.’


’s Nachts verandert de tuin in een voodoojungle, een heksenwalhalla. Iedereen weet dat als de wereld zich keert, zich terugtrekt voor de slaap, dit het moment is dat de geesten komen. De onderwereld zich roert. Met zijn eigen wetten waar je de codes van meent te kennen. Ten onrechte, de nacht heeft er namelijk een handje van ze te transformeren in een compleet andere codering. Die, na ontcijfering, op haar beurt weer verandert. Noem je dat een onontkoombaarheid? Een lot? Hoe dan ook, het is beangstigend. Ik hecht aan controle. Ik heb niets dan dat.’


Als je leven geen enkele zekerheid biedt, als alles alleen nog maar erger wordt, kun je niet anders dan dwalen in je diepste zelf. De lezer gaat mee in deze wereld, in de absurde waan, waarbij niets zeker is. Je kent de waarheid niet en je zult haar niet kennen. Maar het vreemde is: die mis je niet. Dit boek is een achtbaan die soms even rustig over de rails rijdt om dan weer hard in de diepte te storten. En je geniet. Van de poëtische taal, van alles wat echt is maar misschien ook niet. En als je het boek dichtslaat, voel je enigszins labiel, zoals je ook uit een achtbaan stapt.


‘Soms is delen mooi, soms is het de hel, maakt het dingen los die beter niet wakker hadden kunnen worden. Misschien kan ik de wereld terug in zijn hok krijgen.‘


Johanna Geels (1968) is dichter, schrijver, columnist en schreef drie dichtbundels (Tuig, 2008, Detox, 2010 en Wildberichten 2014). Wat een tuin ziet als hij slaapt is haar debuutroman.

ISBN  9789493214651 | Paperback | 306 pagina’s | Uitgeverij In de Knipscheer | oktober 2022

© Marjo, 2 april 2023

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER