Thema juli 2007 - dialect
Thema juli 2007 - dialect
En we beginnen met West Vlaams...
Dettie
Dettie
Laatst gewijzigd door Dettie op 31 Mar 2008, 16:05, 1 keer totaal gewijzigd.
West Vlaams
Magda Devos, Reinhild Vandekerckhove
Hoe vaar je als je in West-Vlaanderen aardig vaart?
Waar in West-Vlaanderen zeggen ze wieder en waar wulder?
Hoe verbuig je ja en nee in het West-Vlaams?
En wat zijn een reeuwal, een ransel en een pezenwever?
Het West-Vlaams is één van onze oudste en best bewaarde dialecten. Er klinken nog verre echo's door van de taal van oude Germaanse stammen uit de eerste eeuwen van onze jaartelling. Dankzij de geïsoleerde ligging en de geringe verstedelijking is het West-Vlaams nog maar weinig aangetast door invloed van het Standaardnederlands.
In dit boek worden de typische kenmerken van de West-Vlaamse uitspraak, de woordvorming en de zinsbouw onder de loep genomen, en wordt ook ruim aandacht besteed aan de woordenschat.
Ten slotte proberen de auteurs ook de toekomst van het West-Vlaams te voorspellen. Zal het dialect overleven?
ISBN : 978-90-209-6051-8 Verschijningsdatum : 18-10-2005 Afwerking : Paperback Aantal pagina's : 172 Uitgave : Uitgeverij Lannoo
Zie ook http://neon.niederlandistik.fu-berlin.d ... estvlaams/
Magda Devos, Reinhild Vandekerckhove
Hoe vaar je als je in West-Vlaanderen aardig vaart?
Waar in West-Vlaanderen zeggen ze wieder en waar wulder?
Hoe verbuig je ja en nee in het West-Vlaams?
En wat zijn een reeuwal, een ransel en een pezenwever?
Het West-Vlaams is één van onze oudste en best bewaarde dialecten. Er klinken nog verre echo's door van de taal van oude Germaanse stammen uit de eerste eeuwen van onze jaartelling. Dankzij de geïsoleerde ligging en de geringe verstedelijking is het West-Vlaams nog maar weinig aangetast door invloed van het Standaardnederlands.
In dit boek worden de typische kenmerken van de West-Vlaamse uitspraak, de woordvorming en de zinsbouw onder de loep genomen, en wordt ook ruim aandacht besteed aan de woordenschat.
Ten slotte proberen de auteurs ook de toekomst van het West-Vlaams te voorspellen. Zal het dialect overleven?
ISBN : 978-90-209-6051-8 Verschijningsdatum : 18-10-2005 Afwerking : Paperback Aantal pagina's : 172 Uitgave : Uitgeverij Lannoo
Zie ook http://neon.niederlandistik.fu-berlin.d ... estvlaams/
Nou het kan hier ook behoorlijk verschillen hoor. Het Bredaas is zelfs zo moeilijk dat er jarenlang met carnaval een cursus voor werd gegeven door de Paoters Terrepetijn en Sjaggerijn. Er kwam ook ieder jaar een heus cursusboek. Helaas kan ik daar niet zo veel over vinden op internet. Wel een intelligentietest die met de lessen samenhangt. Voor de liefhebbers:
http://www.euro-support.be/langbel/breda1.htm
n.b. in Breda spreekt men een "h" uit voor ieder woord dat met een klinker begint. Indien een woord met een "h" begint, laat men die juist weg. Maar verder zitten er nog veel meer haken en ogen aan. Hardop voor jezelf uitspreken wil de begrijpelijkheid nog wel eens ten goede komen.
http://www.euro-support.be/langbel/breda1.htm
n.b. in Breda spreekt men een "h" uit voor ieder woord dat met een klinker begint. Indien een woord met een "h" begint, laat men die juist weg. Maar verder zitten er nog veel meer haken en ogen aan. Hardop voor jezelf uitspreken wil de begrijpelijkheid nog wel eens ten goede komen.
Cursusboeken hebben wij ook..En dat van die 'h', dat is Vlaams toch? Mijn vader komt oorspronkelijk uit Langeweg (Zevenbergen), daar klonk het ook weer anders. Ik heb zelf nooit het dialect meegekregen van mijn ouders (moeder uit 't Gooi), dus je moet me er niet al te veel over vragen..een echte Tilburger versta ik niet.
Wat is "Ketse kant"?
Wat is "Ketse kant"?
West Vlaams
Magda Devos, Reinhild Vandekerckhove
Hoe vaar je als je in West-Vlaanderen aardig vaart?
Waar in West-Vlaanderen zeggen ze wieder en waar wulder?
Mooi begin is dat. West-Vlaams heb ik altijd prachtig gevonden!
Ben benieuwd naar wat nog volgt.
Tiba.
P.S. ik ga op zoek naar gedichies in het dialect.
De Éfteling Èlfkes (Brabants)
Suske en Wiske
De titel van het strip boek is ’De Èfteling Èlfkes’. In een nieuw stripboek ’praote’ Suske en Wiske Brabants. Een poging de Brabantse dialecten breed uit te dragen. Het boek over het sprookje van Fabiola in de Efteling bestond al. Nieuw is dat de tekst is vertaald in het Brabants dialect. Hoewel in een stripboek in de regel weinig tekst staat, zijn met de vertaling vijf dialectkenners gemoeid geweest. Het probleem met het Brabants is dat er geen ’algemeen’ dialect is. De verschillen tussen bijvoorbeeld Oost en West kunnen behoorlijk groot zijn. Dit probleem hebben de samenstellers slim opgelost door dialectkenners uit alle Brabantse windstreken bij het stripboek te betrekken.
Voor het dialect van de regio Tilburg-Waalwijk tekende Marja van Trier uit Loon op Zand. Cor Swanenberg uit Middelrode zorgde voor de inbreng vanuit de regio Den Bosch. De drie andere vertalers komen uit de Kempen en uit West-Brabant. Cor Swanenberg vertaalde de teksten van Suske en Wiske, Tante Sidonia en Lambik. Wiske: ’ Ik zé Wieske! Zoowès ge ziet nogal ’n vlotte, hé. ’
Alle sprookjesfiguren in het boek spreken Kètsheuvels dankzij Marja van Trier. De boze heks: ’Oê-toch! Nie te geleuve!’ Het gebruik van ’oê-toch’ geeft aan dat de vertalers meer hebben gedaan dan enkel woordjes omgezet. ’Oê-toch’ is een uitroep typisch voor Kaatsheuvel. Een kreet als deze geeft het stripboek nog meer plaatselijke kleur.
Een Suske en Wiske in streektaal is niet nieuw. Zulke boeken bestaan onder meer al in Limburg en Friesland. Het Brabantse stripboek is een initiatief van Johan Gerlings, organisator van het Brabants Strip-spektakel
Suske en Wiske
De titel van het strip boek is ’De Èfteling Èlfkes’. In een nieuw stripboek ’praote’ Suske en Wiske Brabants. Een poging de Brabantse dialecten breed uit te dragen. Het boek over het sprookje van Fabiola in de Efteling bestond al. Nieuw is dat de tekst is vertaald in het Brabants dialect. Hoewel in een stripboek in de regel weinig tekst staat, zijn met de vertaling vijf dialectkenners gemoeid geweest. Het probleem met het Brabants is dat er geen ’algemeen’ dialect is. De verschillen tussen bijvoorbeeld Oost en West kunnen behoorlijk groot zijn. Dit probleem hebben de samenstellers slim opgelost door dialectkenners uit alle Brabantse windstreken bij het stripboek te betrekken.
Voor het dialect van de regio Tilburg-Waalwijk tekende Marja van Trier uit Loon op Zand. Cor Swanenberg uit Middelrode zorgde voor de inbreng vanuit de regio Den Bosch. De drie andere vertalers komen uit de Kempen en uit West-Brabant. Cor Swanenberg vertaalde de teksten van Suske en Wiske, Tante Sidonia en Lambik. Wiske: ’ Ik zé Wieske! Zoowès ge ziet nogal ’n vlotte, hé. ’
Alle sprookjesfiguren in het boek spreken Kètsheuvels dankzij Marja van Trier. De boze heks: ’Oê-toch! Nie te geleuve!’ Het gebruik van ’oê-toch’ geeft aan dat de vertalers meer hebben gedaan dan enkel woordjes omgezet. ’Oê-toch’ is een uitroep typisch voor Kaatsheuvel. Een kreet als deze geeft het stripboek nog meer plaatselijke kleur.
Een Suske en Wiske in streektaal is niet nieuw. Zulke boeken bestaan onder meer al in Limburg en Friesland. Het Brabantse stripboek is een initiatief van Johan Gerlings, organisator van het Brabants Strip-spektakel
Harba Lorifa
Noordbrabants Genootschap
Het boek inclusief CD "Harba Lorifa" met Brabantse volksliedjes is door het Noordbrabants Genootschap op 22 oktober 2006 gepresenteerd in het cultuurcentrum van Baarle-Hertog/Baarle-Nassau.
Er is een internetsite www.harbalorifa.eu
Op deze site zijn niet alleen alle liedjes én hun Nederlandse vertaling te vinden, maar ook een docenten handleiding en extra lesopdrachten.
“Harba Lorifa, zong den Hertog, Harba Lorifa.” Dit is het refrein uit het bekende Brabantse lied “Toen den hertog Jan kwam varen”. In dit lied reist hertog Jan van Brabant ‘zijn’ hertogdom Brabant rond. Dit hertogdom bestond grofweg uit het hoofdstedelijk gewest Brussel en de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Nederlandse (Noord-) Brabant. Dit jaar bestaat het oude hertogdom 900 jaar en om dit te vieren maken we, net als hertog Jan in Harba Lorifa, een reis door heel Brabant. Deze keer niet te paard maar door middel van volksliedjes.
Harba Lorifa is vooral gericht op het basisonderwijs en de eerste klassen van het voortgezet onderwijs. Maar is ook een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in dialect, volkscultuur en muziek, of gewoonweg ieder die is opgegroeid in Brabant.
(ISBN 90-78150-01-7) info: (073) 613 94 84 of via internet http://www.harbalorifa.eu
Noordbrabants Genootschap
Het boek inclusief CD "Harba Lorifa" met Brabantse volksliedjes is door het Noordbrabants Genootschap op 22 oktober 2006 gepresenteerd in het cultuurcentrum van Baarle-Hertog/Baarle-Nassau.
Er is een internetsite www.harbalorifa.eu
Op deze site zijn niet alleen alle liedjes én hun Nederlandse vertaling te vinden, maar ook een docenten handleiding en extra lesopdrachten.
“Harba Lorifa, zong den Hertog, Harba Lorifa.” Dit is het refrein uit het bekende Brabantse lied “Toen den hertog Jan kwam varen”. In dit lied reist hertog Jan van Brabant ‘zijn’ hertogdom Brabant rond. Dit hertogdom bestond grofweg uit het hoofdstedelijk gewest Brussel en de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Nederlandse (Noord-) Brabant. Dit jaar bestaat het oude hertogdom 900 jaar en om dit te vieren maken we, net als hertog Jan in Harba Lorifa, een reis door heel Brabant. Deze keer niet te paard maar door middel van volksliedjes.
Harba Lorifa is vooral gericht op het basisonderwijs en de eerste klassen van het voortgezet onderwijs. Maar is ook een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in dialect, volkscultuur en muziek, of gewoonweg ieder die is opgegroeid in Brabant.
(ISBN 90-78150-01-7) info: (073) 613 94 84 of via internet http://www.harbalorifa.eu
Citaat van de dag 3 juli 2007
Brabants dialect
’n Skón tòffel volk (Een tafel met veel volk)
We wone de grond in, òlling aachter op de plak,
in 'n klèèn leemen hauske mi 'n groot strooien dak.
Holadiejee en holadiejoo, holadie hopsasa, holadiejoo ...
De vurdeur is verslete, de zèèldeur is kepot,
't bovelicht vergeete èn de muurre zen rot.
Holadiejee ...
Zie verder.. http://www.harbalorifa.eu/pagina.php?group=l&file=10
Brabants dialect
’n Skón tòffel volk (Een tafel met veel volk)
We wone de grond in, òlling aachter op de plak,
in 'n klèèn leemen hauske mi 'n groot strooien dak.
Holadiejee en holadiejoo, holadie hopsasa, holadiejoo ...
De vurdeur is verslete, de zèèldeur is kepot,
't bovelicht vergeete èn de muurre zen rot.
Holadiejee ...
Zie verder.. http://www.harbalorifa.eu/pagina.php?group=l&file=10
Inderdaad een leuk onderwerp.
Op zoek naar gedichies vond ik dit over Tilburg:
http://oscar.messageboard.nl/7067/viewtopic.php?t=3613
Leuk én leerrijk.
Tiba.
Op zoek naar gedichies vond ik dit over Tilburg:
http://oscar.messageboard.nl/7067/viewtopic.php?t=3613
Leuk én leerrijk.
Tiba.
Cours de Flamand, Het Vlaams dat men oudders klappen
Jean-Louis Marteel
Het Reuzekoor zet zich in voor het behoud vande Vlaamse taal en het cultuurgoed in Noord-Frankrijk. Marteel schreef een cursusboek: Cours de Flamand. Het Vlaams dat men oudders klappen (spreken).
Hij stelde één grammatica samen uit alle Frans-Vlaamsedialecten, die vaak van dorp tot dorp verschillen. De diversiteit en de late standaardisering verklaren dat woorden als “ouders” (“oudders”) en “Vlaams” (“Vlaemsch”) in deze tekst op verschillende wijzen zijn gespeld. Voor Marteel is het “Angelsaksische taalimperialisme” dat tegenwoordig het Frans bedreigt, vergelijkbaarmet het Frans dat het Vlaams verdrukt. Een belangrijk deel van de Vlaamse identiteit gaat verloren als de taal verdwijnt, vindt hij.
Ooit maakte de streek deel uit van het machtige Graafschap Vlaanderen en van de Zeventien Provinciën der Nederlanden.
In de dertiende en veertiende eeuw werd nog Vlaams gesproken in steden als Calais (Kales) en Saint-Omer (Sint-Omaars). Sindsdien rukte het Frans langzaam op richting noorden. Op het einde van de zeventiende eeuw kwam die ontwikkeling in een stroomversnelling, toen de Franse koning Lodewijk XIV de Westhoek veroverde. Vlaams was er officieel niet langer de voertaal en de nieuwe Fransen deden er volgens de machthebbers het best aan de taal van hun voorouders zo snel mogelijk te vergeten.
Tot diep in de twintigste eeuw bleef dat het beleid. De leraar Engels Jean-Noël Ternynck uit Hazebrouck vertelt dat Vlaamse leerlingen die vroeger op school hun moedertaal spraken, een klomp om hun nek gehangen kregen ten teken van hun boerse gedrag. Christine Lambrecht vult aan dat je je mond moest spoelen en een bord kreeg omgehangen met de Fransetekst “Frans spreken en zoet spelen”. Maar hetVlaams bleek hardnekkig. In woonkamers en dorpscafés overleefde de taal meer dan drie eeuwen onderdrukking. Sinds de streek bij Frankrijk hoort, ontwik-kelde de taal zich onafhankelijk van de overige dialecten in Vlaanderen, die samen met de Hollandse en andere noordelijke dialectenlangzamerhand een standaardvorm kreeg: het Nederlands. Het Vlaams van de Westhoek moest wachten op het werk van Marteel voor een eerste codificatie. De schattingen over het huidige aantal Vlaamstaligen lopen uiteen. Marteel denkt dat er zo’n 200.000 zijn, van wie een kwart de taal verstaat, maar niet spreekt. Ternynck is negatiever: “Zo’n 40.000 mensen begrijpen Vlaams en de helft daarvan spreekt de taal ook daadwerkelijk
Jean-Louis Marteel, Cours de Flamand, Het Vlaams dan men oudders klappen (Bray-Dunes), Méthode d'apprentissage du dialecte des Flamands de France (Westhoek), Miroirs Editions, Het Reuzekoor, Dunkerque, 1992, 448 pp., ISBN 2-84003-005-5, p. 144-145
Jean-Louis Marteel
Het Reuzekoor zet zich in voor het behoud vande Vlaamse taal en het cultuurgoed in Noord-Frankrijk. Marteel schreef een cursusboek: Cours de Flamand. Het Vlaams dat men oudders klappen (spreken).
Hij stelde één grammatica samen uit alle Frans-Vlaamsedialecten, die vaak van dorp tot dorp verschillen. De diversiteit en de late standaardisering verklaren dat woorden als “ouders” (“oudders”) en “Vlaams” (“Vlaemsch”) in deze tekst op verschillende wijzen zijn gespeld. Voor Marteel is het “Angelsaksische taalimperialisme” dat tegenwoordig het Frans bedreigt, vergelijkbaarmet het Frans dat het Vlaams verdrukt. Een belangrijk deel van de Vlaamse identiteit gaat verloren als de taal verdwijnt, vindt hij.
Ooit maakte de streek deel uit van het machtige Graafschap Vlaanderen en van de Zeventien Provinciën der Nederlanden.
In de dertiende en veertiende eeuw werd nog Vlaams gesproken in steden als Calais (Kales) en Saint-Omer (Sint-Omaars). Sindsdien rukte het Frans langzaam op richting noorden. Op het einde van de zeventiende eeuw kwam die ontwikkeling in een stroomversnelling, toen de Franse koning Lodewijk XIV de Westhoek veroverde. Vlaams was er officieel niet langer de voertaal en de nieuwe Fransen deden er volgens de machthebbers het best aan de taal van hun voorouders zo snel mogelijk te vergeten.
Tot diep in de twintigste eeuw bleef dat het beleid. De leraar Engels Jean-Noël Ternynck uit Hazebrouck vertelt dat Vlaamse leerlingen die vroeger op school hun moedertaal spraken, een klomp om hun nek gehangen kregen ten teken van hun boerse gedrag. Christine Lambrecht vult aan dat je je mond moest spoelen en een bord kreeg omgehangen met de Fransetekst “Frans spreken en zoet spelen”. Maar hetVlaams bleek hardnekkig. In woonkamers en dorpscafés overleefde de taal meer dan drie eeuwen onderdrukking. Sinds de streek bij Frankrijk hoort, ontwik-kelde de taal zich onafhankelijk van de overige dialecten in Vlaanderen, die samen met de Hollandse en andere noordelijke dialectenlangzamerhand een standaardvorm kreeg: het Nederlands. Het Vlaams van de Westhoek moest wachten op het werk van Marteel voor een eerste codificatie. De schattingen over het huidige aantal Vlaamstaligen lopen uiteen. Marteel denkt dat er zo’n 200.000 zijn, van wie een kwart de taal verstaat, maar niet spreekt. Ternynck is negatiever: “Zo’n 40.000 mensen begrijpen Vlaams en de helft daarvan spreekt de taal ook daadwerkelijk
Jean-Louis Marteel, Cours de Flamand, Het Vlaams dan men oudders klappen (Bray-Dunes), Méthode d'apprentissage du dialecte des Flamands de France (Westhoek), Miroirs Editions, Het Reuzekoor, Dunkerque, 1992, 448 pp., ISBN 2-84003-005-5, p. 144-145
Citaat van de dag 4 juli
Kun je dat lezen?
'T is nieuwjaer dag en aal de joungens zyn round 'n tafel mit nuldere oudders.
'T zyn vuuf groote doozen op 'n tafel.
De groote witte dooze is voor Marietje en Guusje en de vier kleene zyn voor nuldere joungens.
De zwarte dooze is voor Vontje en de blauwe is voor Manse.
De twee andere doozen zyn voor de knechtejoungens.
De gilve voor Mongtje en de groene voor Toontje.
Uit: Cours de Flamand, Het Vlaams dan men oudders klappen
Kun je dat lezen?
'T is nieuwjaer dag en aal de joungens zyn round 'n tafel mit nuldere oudders.
'T zyn vuuf groote doozen op 'n tafel.
De groote witte dooze is voor Marietje en Guusje en de vier kleene zyn voor nuldere joungens.
De zwarte dooze is voor Vontje en de blauwe is voor Manse.
De twee andere doozen zyn voor de knechtejoungens.
De gilve voor Mongtje en de groene voor Toontje.
Uit: Cours de Flamand, Het Vlaams dan men oudders klappen
-
- Berichten: 386
- Lid geworden op: 21 Mei 2005, 22:33
- Locatie: leuven
Het was mij al opgevallen dat dat Noord-Franse Vlaams ontzettend dicht bij het West-Vlaams ligt. Het zijn vooral de oudere mensen die het nog kunnen spreken. Ik heb een vriendin uit Hazebrouck en die verstaat geen woord van mijn West-Vlaams, (van mijn Nederlands ook niet ) maar haar grootouders spreken het wel nog...
"leven is veel meer dan eten en vechten om de macht" (J.L. Seagull)
Zoekend naar liedjes in het dialect vond ik deze link:
http://www.nieuwsblad.be/Article/Detail ... D=GTDBB12M
Tiba.
http://www.nieuwsblad.be/Article/Detail ... D=GTDBB12M
Tiba.
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 118 gasten