Thema mei 2007 - Architectuur
Thema mei 2007 - Architectuur
Een nieuwe maand een nieuw thema.
Architectuur deze keer.
Ik ben maar begonnen met hout. Ik denk dat dat naast riet en leem een van de eerste materialen was dat gebruikt werd.
Elke dag een nieuw boek over architectuur
Ben zelf ook benieuwd wat deze maand ons brengt.
Dettie
Architectuur deze keer.
Ik ben maar begonnen met hout. Ik denk dat dat naast riet en leem een van de eerste materialen was dat gebruikt werd.
Elke dag een nieuw boek over architectuur
Ben zelf ook benieuwd wat deze maand ons brengt.
Dettie
Laatst gewijzigd door Dettie op 31 Mar 2008, 16:02, 1 keer totaal gewijzigd.
Ik denk dat ik deze maand veel ga bijleren .
Tiba.
P.S. Ook al een draadje met poëzie geopend:
http://oscar.messageboard.nl/7067/viewtopic.php?t=3407
Tiba.
P.S. Ook al een draadje met poëzie geopend:
http://oscar.messageboard.nl/7067/viewtopic.php?t=3407
Architectuur in hout
Will Pryce
Veel van de mooiste gebouwen ter wereld zijn van hout gemaakt. Hout is qua vorm, kleur en structuur een materiaal met unieke eigenschappen, maar wordt in architectuurgeschiedenissen steevast ondergewaardeerd of genegeerd. Het eerste bouwmateriaal van de mens is het uitgangspunt van veel van onze architectuurstijlen geweest en wordt tot op de dag van vandaag nog altijd toegepast, maar deze feiten genieten in het algemeen weinig bekendheid. Desondanks begint hout eindelijk de erkenning te krijgen die het verdient. Belangrijke ontwerpers over de hele wereld voelen zich vanwege sociale en milieuoverwegingen steeds meer tot dit materiaal aangetrokken.
Voor de beschrijvingen van technische aspecten en culturele achtergronden van houten gebouwen heeft Will Pryce uitgebreid onderzoek verricht. In zijn doortimmerde teksten vertelt hij hoe de prachtige houten erfenis van Japan is voortgekomen uit de boeddhistische geschiedenis van het land; hoe de timmerlieden in Rusland de vorm van de kenmerkende Russische uidaken hebben bepaald; hoe Noorse staanderkerken verwijzingen naar hun heidense verleden bevatten; hoe Turkse stammen de yali van Azië naar Europa hebben gebracht; hoe de kolonisten van New England een provinciale Engelse traditie hebben gebruikt om een nieuw werelddeel te kolonialiseren; en hoe vandaag de dag geraffineerde architecten als Peter Zumthor en Renzo Piano een welsprekende, nieuwe, van originaliteit en flair getuigende houtarchitectuur uitvinden.
Will Pryce heeft architectuur gestudeerd aan Cambridge University en fotojournalistiek aan The London College of Printing. Zijn meest recente boek is het alom geprezen Baksteen Geschiedenis - Architectuur - Technieken, in samenwerking met schrijver James W.P. Campbell.
isbn: 9068683934 | 320 pag | text: Nederlands | 2006 | HBK herduk oktober 2006
Will Pryce
Veel van de mooiste gebouwen ter wereld zijn van hout gemaakt. Hout is qua vorm, kleur en structuur een materiaal met unieke eigenschappen, maar wordt in architectuurgeschiedenissen steevast ondergewaardeerd of genegeerd. Het eerste bouwmateriaal van de mens is het uitgangspunt van veel van onze architectuurstijlen geweest en wordt tot op de dag van vandaag nog altijd toegepast, maar deze feiten genieten in het algemeen weinig bekendheid. Desondanks begint hout eindelijk de erkenning te krijgen die het verdient. Belangrijke ontwerpers over de hele wereld voelen zich vanwege sociale en milieuoverwegingen steeds meer tot dit materiaal aangetrokken.
Voor de beschrijvingen van technische aspecten en culturele achtergronden van houten gebouwen heeft Will Pryce uitgebreid onderzoek verricht. In zijn doortimmerde teksten vertelt hij hoe de prachtige houten erfenis van Japan is voortgekomen uit de boeddhistische geschiedenis van het land; hoe de timmerlieden in Rusland de vorm van de kenmerkende Russische uidaken hebben bepaald; hoe Noorse staanderkerken verwijzingen naar hun heidense verleden bevatten; hoe Turkse stammen de yali van Azië naar Europa hebben gebracht; hoe de kolonisten van New England een provinciale Engelse traditie hebben gebruikt om een nieuw werelddeel te kolonialiseren; en hoe vandaag de dag geraffineerde architecten als Peter Zumthor en Renzo Piano een welsprekende, nieuwe, van originaliteit en flair getuigende houtarchitectuur uitvinden.
Will Pryce heeft architectuur gestudeerd aan Cambridge University en fotojournalistiek aan The London College of Printing. Zijn meest recente boek is het alom geprezen Baksteen Geschiedenis - Architectuur - Technieken, in samenwerking met schrijver James W.P. Campbell.
isbn: 9068683934 | 320 pag | text: Nederlands | 2006 | HBK herduk oktober 2006
Een boeiend thema deze maand. Ik heb diverse boeken over architectuur staan. Architectuurgids van Nederland. Daar ben ik superblij mee. Waarom? Omdat hier niet alleen Nederland grondig onder de architectonische loep wordt gehouden, maar omdat hier de typische architectuur, De Maaslandse renaissance van Limburg hier uitgebreid aan bod komt. Een boek over de wereldarchitectuur. Een taschen uitgave over moderne 20ste eeuwse architectuur. Ook een kleine serie van twee delen, waar ik uitermate verguld mee ben: Sesam encyclopedie van de bouwkunst. Hier staat echt alles in! Nog een ander groter werk dat ook die titel draagt. O ja, de belangwekkende architectuurgids van Nederland van Teleac. Zeer goed! Verder twee dikke pillen van de helaas terziele gegane Köhnemann uitgeverij over de Gothiek en Barok. Machtig mooi, die toen overal hier in Nederland voor dumpprijzen lagen.
Dus bij mij zit het wel snor wat architectuur betreft.
Dus bij mij zit het wel snor wat architectuur betreft.
Ja Roel, ik kan al bijna een maand vullen met Nederlandse architectuur zag ik. Zelf ben ik er ook erg geïnteresseerd in en heb ook diverse boeken staan daarover zoals o.a. over de gebouwen van Horta, Guimard en Gaudi of de invloed van De Stijl op de architectuur enz.
Ik noem even geen titels want wie weet plaats ik ze nog wel bij het thema.
Dettie
Ik noem even geen titels want wie weet plaats ik ze nog wel bij het thema.
Dettie
Romaanse architectuur in België
Laurent Deléhouzée, Johnny Demeulemeester, Marie Christine Laleman, Albert Lemeunier, Mathieu Piavaux
Een minder bekende architectuur die nochtans manifest aanwezig is in onze dagelijks omgeving. Heel wat grote kathedralen kennen een bouwgeschiedenis die aanvangt in de Romaanse periode; bepaalde onderdelen kunnen daarvan heel direct getuigen. Deze voorloper van de gotische architectuur wordt gekenmerkt door een grote eenvoud en soberheid. Een opvolger van de architectuur van de Romeinen - bepaalde vormen komen heel duidelijk terug, denk maar aan de rondboog - en tegelijk een tegenhanger ervan.
De best bewaarde en meest zichtbare getuigen van de Romaanse architectuur zijn de gebouwen in steen. Deze architectuur biedt echter veel meer dan dat. Leem, aarde en hout waren in de Middeleeuwen bouwstoffen waarmee talrijke gebouwen werden opgetrokken. Het waren echter vergankelijke materialen. Littekens in het stedelijke of rurale landschap van vandaag kunnen evenwel nog aanwijzingen geven.
Abdij, kerk, burcht, mottekasteel, wal, stadsmuur, huis of boerderij maakten als gebouw deel uit van een bepaalde maatschappelijke context met een eigen structuur en eigen organisatie. Deze context wordt geschetst om de gebouwen te begrijpen en hun betekenis te vatten.
Waarom ontstond een dorpskerk in de schaduw van een burcht?
Waarom lieten de oudste stedelijke gemeenschappen een versterkte omheining aanleggen?
Waarom hebben de Maaslandse kerken een massieve westbouw?
Op dergelijke vragen biedt deze uitgave een antwoord. Elk gebouw kwam er door mensen. Dat maakt deze uitgave bijzonder boeiend: door de gebouwen heen vernemen wij alles over het leven van onze vroegmiddeleeuwse voorouders..
ISBN : 978-90-209-3893-7 Verschijningsdatum : 27-11-2000 Afwerking : Gebonden in linnen met stofomslag Aantal pagina's : 200 Uitgave : Uitgeverij Lannoo
Laurent Deléhouzée, Johnny Demeulemeester, Marie Christine Laleman, Albert Lemeunier, Mathieu Piavaux
Een minder bekende architectuur die nochtans manifest aanwezig is in onze dagelijks omgeving. Heel wat grote kathedralen kennen een bouwgeschiedenis die aanvangt in de Romaanse periode; bepaalde onderdelen kunnen daarvan heel direct getuigen. Deze voorloper van de gotische architectuur wordt gekenmerkt door een grote eenvoud en soberheid. Een opvolger van de architectuur van de Romeinen - bepaalde vormen komen heel duidelijk terug, denk maar aan de rondboog - en tegelijk een tegenhanger ervan.
De best bewaarde en meest zichtbare getuigen van de Romaanse architectuur zijn de gebouwen in steen. Deze architectuur biedt echter veel meer dan dat. Leem, aarde en hout waren in de Middeleeuwen bouwstoffen waarmee talrijke gebouwen werden opgetrokken. Het waren echter vergankelijke materialen. Littekens in het stedelijke of rurale landschap van vandaag kunnen evenwel nog aanwijzingen geven.
Abdij, kerk, burcht, mottekasteel, wal, stadsmuur, huis of boerderij maakten als gebouw deel uit van een bepaalde maatschappelijke context met een eigen structuur en eigen organisatie. Deze context wordt geschetst om de gebouwen te begrijpen en hun betekenis te vatten.
Waarom ontstond een dorpskerk in de schaduw van een burcht?
Waarom lieten de oudste stedelijke gemeenschappen een versterkte omheining aanleggen?
Waarom hebben de Maaslandse kerken een massieve westbouw?
Op dergelijke vragen biedt deze uitgave een antwoord. Elk gebouw kwam er door mensen. Dat maakt deze uitgave bijzonder boeiend: door de gebouwen heen vernemen wij alles over het leven van onze vroegmiddeleeuwse voorouders..
ISBN : 978-90-209-3893-7 Verschijningsdatum : 27-11-2000 Afwerking : Gebonden in linnen met stofomslag Aantal pagina's : 200 Uitgave : Uitgeverij Lannoo
Laatst gewijzigd door Dettie op 04 Mei 2007, 07:17, 1 keer totaal gewijzigd.
Hey ho, let's go!
Poppodia in Nederland
Marina van den Bergen, Jaap van Beusekom, Hester Carvalho, (red.)
Paradiso in Amsterdam was de eerste echte popzaal van Nederland en werd geopend in 1968. Er is sindsdien een ware explosie in het aantal popzalen in Nederland te zien. De popcultuur leeft in Nederland.
Dit boek geeft een goed beeld van de huidige popzaal. Naast 4 essays over de popcultuur worden 17 nieuwe popzalen in Nederland besproken. Per gebouw worden vele kleurenfoto's getoond, zijn de plattegronden en soms enkele markante details of schetsen opgenomen. Elke gebouw wordt kort beschreven en de specificaties worden gegeven. Nergens ter wereld wordt zo veel geld gestoken in de popcultuur met haar gebouwen als in Nederland. Dit boek laat zien dat we prachtige zalen hebben; het is erg leuk om al die gebouwen verzameld te zien in dit boek.
Bron: Biblion
Paperback | 240 Pagina's | Nai Uitgevers/Publishers ISBN: 9056625543
Poppodia in Nederland
Marina van den Bergen, Jaap van Beusekom, Hester Carvalho, (red.)
Paradiso in Amsterdam was de eerste echte popzaal van Nederland en werd geopend in 1968. Er is sindsdien een ware explosie in het aantal popzalen in Nederland te zien. De popcultuur leeft in Nederland.
Dit boek geeft een goed beeld van de huidige popzaal. Naast 4 essays over de popcultuur worden 17 nieuwe popzalen in Nederland besproken. Per gebouw worden vele kleurenfoto's getoond, zijn de plattegronden en soms enkele markante details of schetsen opgenomen. Elke gebouw wordt kort beschreven en de specificaties worden gegeven. Nergens ter wereld wordt zo veel geld gestoken in de popcultuur met haar gebouwen als in Nederland. Dit boek laat zien dat we prachtige zalen hebben; het is erg leuk om al die gebouwen verzameld te zien in dit boek.
Bron: Biblion
Paperback | 240 Pagina's | Nai Uitgevers/Publishers ISBN: 9056625543
Ja, van Gaudi, uitgave Tasschen heb ik ook een mooi boek! Dat was ik nog vergeten.
We laten ons verrassen.
We laten ons verrassen.
Dettie schreef:Ja Roel, ik kan al bijna een maand vullen met Nederlandse architectuur zag ik. Zelf ben ik er ook erg geïnteresseerd in en heb ook diverse boeken staan daarover zoals o.a. over de gebouwen van Horta, Guimard en Gaudi of de invloed van De Stijl op de architectuur enz.
Ik noem even geen titels want wie weet plaats ik ze nog wel bij het thema.
Dettie
Art deco wandelingen in Brussel
Cécile Dubois
Zes tochten, met de fiets of te voet, laten je de verschillende facetten van de art deco en het modernisme in Brussel ontdekken.
De wandelingen door de verschillende wijken leiden je langs verschillende soorten gebouwen: herenhuizen, comfortabele appartementsgebouwen, kantoorgebouwen, opslagplaatsen, een operagebouw, een museum, een pianobar...
De art deco vertoont een voorkeur voor geometrische vormen en werd symbool voor luxe en raffinement, het ideale uitdrukkingsmiddel voor een rijke bourgeoisie die genoot van de glamour van de jaren '20. Het modernisme is rationeler en pleit voor een meer sobere stijl die goed aansluit bij de bouwbehoeften van na de oorlog.
Aan de hand van zeer uiteenlopende bouwwerken schetst deze uitgave het leven en werk van vooraanstaande architecten.
Met deze boeiende wandelingen maak je kennis met het rijke Brusselse erfgoed en leer je de enorme vormenrijkdom van deze periode kennen.
ISBN : 978-90-209-6794-4 Verschijningsdatum : 11-09-2006 Afwerking : Paperback Aantal pagina's : 176 Uitgave : Uitgeverij Lannoo
Cécile Dubois
Zes tochten, met de fiets of te voet, laten je de verschillende facetten van de art deco en het modernisme in Brussel ontdekken.
De wandelingen door de verschillende wijken leiden je langs verschillende soorten gebouwen: herenhuizen, comfortabele appartementsgebouwen, kantoorgebouwen, opslagplaatsen, een operagebouw, een museum, een pianobar...
De art deco vertoont een voorkeur voor geometrische vormen en werd symbool voor luxe en raffinement, het ideale uitdrukkingsmiddel voor een rijke bourgeoisie die genoot van de glamour van de jaren '20. Het modernisme is rationeler en pleit voor een meer sobere stijl die goed aansluit bij de bouwbehoeften van na de oorlog.
Aan de hand van zeer uiteenlopende bouwwerken schetst deze uitgave het leven en werk van vooraanstaande architecten.
Met deze boeiende wandelingen maak je kennis met het rijke Brusselse erfgoed en leer je de enorme vormenrijkdom van deze periode kennen.
ISBN : 978-90-209-6794-4 Verschijningsdatum : 11-09-2006 Afwerking : Paperback Aantal pagina's : 176 Uitgave : Uitgeverij Lannoo
BeeldArchitectuur en Kunst
Het samengaan van architectuur en beeldende kunst
Jean Leering
Het samengaan van architectuur en stedenbouw met kunst is een bekend fenomeen. In theorie is het een niet figuratieve handeling (architectuur of stedenbouw) die wordt gecombineerd met een beeld, een teken, gemaakt door een kunstenaar, waardoor een plek betekenis krijgt. Maar is dat wel zo? Een kerstboom op het dorpsplein is waarschijnlijk net zo effectief. Wat is eigenlijk de meerwaarde van kunst in de openbare ruimte? En wat bij architectuur? Of gaat het alleen om het effect op de beschouwer van beiden en is kunst dus een afgeleide, of een intermediair?
Wat kan omgevingskunst voor stad en land betekenen? Leering heeft al jaren een favoriet: 'Beeld op de Blaak' in Rotterdam, van Lon Pennock, dat hij een 'registrerende' functie toekent omdat het verschillende vervoersstromen en verschillende schaalniveaus in de stad adequaat vormgeeft begeleid en accentueert. Hier geeft kunst een 'teken' aan een plek. Wat doet een kunstwerk met een gebouw?
Leerings uitgangspunt is dat hij 'wil bereiken dat er betere verhoudingen ontstaan' tussen opdrachtgever, opdrachtnemer en gebruiker van een kunstwerk. Het lijkt verstandig om een architect zelf een kunstenaar bij zijn gebouw te laten zoeken, in plaats van een architect op te zadelen met een door hem ongewenste kunstinvulling. Het is niet voor niets dat de hoogtepunten van samenwerking tussen architectuur en beeldende kunst altijd uitgaan van synthese tussen beide disciplines. De samenwerking tussen Van Eesteren en Van Doesburg is wat dat betreft voorbeeldig geweest, en krijgt ruim aandacht in het boek.
De auteur heeft zich meer dan twintig jaar in dit onderwerp verdiept, zowel praktisch als museumdirecteur (Van Abbemuseum en Tropenmuseum) en als Hoofd van de Adviesgroep Beeldende Kunst bij het bureau van de Rijksbouwmeester, alsook meer theoretisch als hoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven.
isbn: 9789068682762 · 2001 · Nederlandstalig - paperback - 416 p. - 300 kleurenillustraties, 100 zwart-witillustraties ·
Het samengaan van architectuur en beeldende kunst
Jean Leering
Het samengaan van architectuur en stedenbouw met kunst is een bekend fenomeen. In theorie is het een niet figuratieve handeling (architectuur of stedenbouw) die wordt gecombineerd met een beeld, een teken, gemaakt door een kunstenaar, waardoor een plek betekenis krijgt. Maar is dat wel zo? Een kerstboom op het dorpsplein is waarschijnlijk net zo effectief. Wat is eigenlijk de meerwaarde van kunst in de openbare ruimte? En wat bij architectuur? Of gaat het alleen om het effect op de beschouwer van beiden en is kunst dus een afgeleide, of een intermediair?
Wat kan omgevingskunst voor stad en land betekenen? Leering heeft al jaren een favoriet: 'Beeld op de Blaak' in Rotterdam, van Lon Pennock, dat hij een 'registrerende' functie toekent omdat het verschillende vervoersstromen en verschillende schaalniveaus in de stad adequaat vormgeeft begeleid en accentueert. Hier geeft kunst een 'teken' aan een plek. Wat doet een kunstwerk met een gebouw?
Leerings uitgangspunt is dat hij 'wil bereiken dat er betere verhoudingen ontstaan' tussen opdrachtgever, opdrachtnemer en gebruiker van een kunstwerk. Het lijkt verstandig om een architect zelf een kunstenaar bij zijn gebouw te laten zoeken, in plaats van een architect op te zadelen met een door hem ongewenste kunstinvulling. Het is niet voor niets dat de hoogtepunten van samenwerking tussen architectuur en beeldende kunst altijd uitgaan van synthese tussen beide disciplines. De samenwerking tussen Van Eesteren en Van Doesburg is wat dat betreft voorbeeldig geweest, en krijgt ruim aandacht in het boek.
De auteur heeft zich meer dan twintig jaar in dit onderwerp verdiept, zowel praktisch als museumdirecteur (Van Abbemuseum en Tropenmuseum) en als Hoofd van de Adviesgroep Beeldende Kunst bij het bureau van de Rijksbouwmeester, alsook meer theoretisch als hoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven.
isbn: 9789068682762 · 2001 · Nederlandstalig - paperback - 416 p. - 300 kleurenillustraties, 100 zwart-witillustraties ·
Cornelis Kruyswijk
Amsterdamse School architect (1884-1935)
Radboud van Beekum
Het oeuvre van Cornelis Kruyswijk is altijd in de schaduw blijven staan van de andere architecten van de Amsterdamse School. Hij bouwde vooral veel scholen en woningen maar niet voor de grote woningcorporaties, hij was geen lid van de architectenverenigingen en zijn christelijke signatuur zorgde waarschijnlijk ook voor een verminderde belangstelling.
Na een korte biografische schets volgen hoofdstukken over scholenbouw, volkshuisvesting en kerkenbouw, elk vooraf gegaan door een heldere introductie waarin de auteur beeldend beschrijft wat de schoolstrijd ook al weer was en hoe de woningbouw in Amsterdam zich ontwikkelde vanaf de negentiende eeuw. Hij bouwde voornamelijk in de uitbreidingswijken in Amsterdam Zuid en West (in de zogenoemde Gordel 20-40) maar dankzij zijn contacten in het hervormde milieu ook enkele woningen en scholen in onder andere Brielle en Marken. Bekende ontwerpen zijn de woningen in de Mercatorstraat en aan het Victorieplein, de J.J. van Noortschool en de Eltheokerk met bijbehorende woningen.
Goed geschreven, fraai geillustreerd met originele en nieuwe foto's in kleur en zwart-wit en tekeningen.
Paperback | 112 Pagina's | Uitgeverij Thoth | 1ste Druk ISBN: 9068684078
http://nl.wikipedia.org/wiki/Cornelis_Kruyswijk
Amsterdamse School architect (1884-1935)
Radboud van Beekum
Het oeuvre van Cornelis Kruyswijk is altijd in de schaduw blijven staan van de andere architecten van de Amsterdamse School. Hij bouwde vooral veel scholen en woningen maar niet voor de grote woningcorporaties, hij was geen lid van de architectenverenigingen en zijn christelijke signatuur zorgde waarschijnlijk ook voor een verminderde belangstelling.
Na een korte biografische schets volgen hoofdstukken over scholenbouw, volkshuisvesting en kerkenbouw, elk vooraf gegaan door een heldere introductie waarin de auteur beeldend beschrijft wat de schoolstrijd ook al weer was en hoe de woningbouw in Amsterdam zich ontwikkelde vanaf de negentiende eeuw. Hij bouwde voornamelijk in de uitbreidingswijken in Amsterdam Zuid en West (in de zogenoemde Gordel 20-40) maar dankzij zijn contacten in het hervormde milieu ook enkele woningen en scholen in onder andere Brielle en Marken. Bekende ontwerpen zijn de woningen in de Mercatorstraat en aan het Victorieplein, de J.J. van Noortschool en de Eltheokerk met bijbehorende woningen.
Goed geschreven, fraai geillustreerd met originele en nieuwe foto's in kleur en zwart-wit en tekeningen.
Paperback | 112 Pagina's | Uitgeverij Thoth | 1ste Druk ISBN: 9068684078
http://nl.wikipedia.org/wiki/Cornelis_Kruyswijk
Tuinsteden - tussen utopie en realiteit
Harm Jan Korthals Altes
Omstreeks 1900 lanceerde Ebenezer Howard een revolutionair model voor stedelijke ontwikkeling: de tuinstad. Hiermee wilde hij de arbeidersbevolking bevrijden uit de toenmalige misère van de industriële metropool. Het model behelsde de oprichting van een reeks zelfvoorzienende en autonome steden, met elk maximaal 32.000 inwoners, midden op het platteland. Het tuinstadmodel was een complete samenleving op lokaal schaalniveau, die een intensieve participatie van de bevolking in het bestuur en in het culturele leven moest gaan kennen, belichaamd in een besloten, intieme en geborgen vormgeving.
In de praktijk werden slechts enkele tuinsteden op die manier gerealiseerd; des te meer vond het model in de jaren 1900-1925 echter toepassing als tuindorp of tuinwijk; aan de rand van de bestaande stad, dus niet als zelfvoorzienende nederzetting midden op het platteland. Die lokale inslag blijkt ook zeventig jaar later, in een totaal gewijzigde maatschappelijke context, nog door bewoners te worden herkend en gewaardeerd. Zij waarderen niet alleen de geborgenheid van het samenlevingsmodel zelf, maar ook de wijze waarop vormgevers dit model gestalte hebben gegeven.
Tuinsteden - tussen utopie en realiteit beschrijft hoe het tuinstadmodel zich ontwikkelde van theorie tot praktijk. Het brengt de waardering van dat resultaat door de huidige bewoners in kaart en het trekt ook de lijn door naar de toekomstige bouwopgave. Met de bouw van nieuwe tuindorpen kan worden aangesloten op actuele trends in de volkshuisvesting en de ruimtelijke ordening. Nieuwe tuindorpen kunnen worden gerealiseerd in groepsgewijs particulier opdrachtgeverschap; en voor het beheer kunnen die groepen ervoor kiezen om hun tuindorp te organiseren als een woondomein.
ISBN 906868356X Ingenaaid, 239 pagina's Met illustraties Verschenen: maart 2004 Uitgeverij Thoth
Harm Jan Korthals Altes
Omstreeks 1900 lanceerde Ebenezer Howard een revolutionair model voor stedelijke ontwikkeling: de tuinstad. Hiermee wilde hij de arbeidersbevolking bevrijden uit de toenmalige misère van de industriële metropool. Het model behelsde de oprichting van een reeks zelfvoorzienende en autonome steden, met elk maximaal 32.000 inwoners, midden op het platteland. Het tuinstadmodel was een complete samenleving op lokaal schaalniveau, die een intensieve participatie van de bevolking in het bestuur en in het culturele leven moest gaan kennen, belichaamd in een besloten, intieme en geborgen vormgeving.
In de praktijk werden slechts enkele tuinsteden op die manier gerealiseerd; des te meer vond het model in de jaren 1900-1925 echter toepassing als tuindorp of tuinwijk; aan de rand van de bestaande stad, dus niet als zelfvoorzienende nederzetting midden op het platteland. Die lokale inslag blijkt ook zeventig jaar later, in een totaal gewijzigde maatschappelijke context, nog door bewoners te worden herkend en gewaardeerd. Zij waarderen niet alleen de geborgenheid van het samenlevingsmodel zelf, maar ook de wijze waarop vormgevers dit model gestalte hebben gegeven.
Tuinsteden - tussen utopie en realiteit beschrijft hoe het tuinstadmodel zich ontwikkelde van theorie tot praktijk. Het brengt de waardering van dat resultaat door de huidige bewoners in kaart en het trekt ook de lijn door naar de toekomstige bouwopgave. Met de bouw van nieuwe tuindorpen kan worden aangesloten op actuele trends in de volkshuisvesting en de ruimtelijke ordening. Nieuwe tuindorpen kunnen worden gerealiseerd in groepsgewijs particulier opdrachtgeverschap; en voor het beheer kunnen die groepen ervoor kiezen om hun tuindorp te organiseren als een woondomein.
ISBN 906868356X Ingenaaid, 239 pagina's Met illustraties Verschenen: maart 2004 Uitgeverij Thoth
Citaat van de dag 7 mei 2007
"De bouwkunst moet de mensen schilderen doordat de bestemming van de ombouwde ruimte naar buiten blijkt."
Frans: "L'architecture doit peindre les hommes en peignant les lieux; il faut qu'un édifice annonce aux yeux celui qui l'habite. Les pierres, le marbre, le verre, doivent parler et dire ce qu'ils cachent."
Joseph Joubert Frans schrijver (1754-1824)
"De bouwkunst moet de mensen schilderen doordat de bestemming van de ombouwde ruimte naar buiten blijkt."
Frans: "L'architecture doit peindre les hommes en peignant les lieux; il faut qu'un édifice annonce aux yeux celui qui l'habite. Les pierres, le marbre, le verre, doivent parler et dire ce qu'ils cachent."
Joseph Joubert Frans schrijver (1754-1824)
Gaudí
Constructie van verlangen
Jan Molema
De bouwwerken van Antonio Gaudí behoren tot de meest verleidelijke uit de wereldarchitectuur. Met hun beeldende kracht, bijzonder materiaalgebruik en krachtige kleuren appeleren ze direct aan onze zinnelijkheid.
Jan Molema bestudeerde in Spanje de gebouwen ter plekke. Door het het graven in archieven en het opmeten, analyseren en het vergelijken van gerealiseerde gebouwen en ontwerpen, komt hij tot een verrassend inzicht. De bouwwerken – op het eerste gezicht onstuimig en onnavolgbaar – vinden hun oorsprong niet alleen in de ambachtelijke Catalaanse traditie. Gaudí’s bouwkunst is juist gebaseerd op feilloze geometrie, statica, en nieuwe bouwtechnieken en werd sterk beinvloed door verre culturen.
Dit onderzoek naar de constructie van Gaudí’s schijnbaar ongebonden vormentaal is aangevuld met de foto’s die Emilio Canosa maakte en publiceerde in de tijd dat Gaudí ontwierp en bouwde.
ISBN 978-90-5973-021-2 Nederlandstalig gebonden | 432 pp Episode Publishers
Constructie van verlangen
Jan Molema
De bouwwerken van Antonio Gaudí behoren tot de meest verleidelijke uit de wereldarchitectuur. Met hun beeldende kracht, bijzonder materiaalgebruik en krachtige kleuren appeleren ze direct aan onze zinnelijkheid.
Jan Molema bestudeerde in Spanje de gebouwen ter plekke. Door het het graven in archieven en het opmeten, analyseren en het vergelijken van gerealiseerde gebouwen en ontwerpen, komt hij tot een verrassend inzicht. De bouwwerken – op het eerste gezicht onstuimig en onnavolgbaar – vinden hun oorsprong niet alleen in de ambachtelijke Catalaanse traditie. Gaudí’s bouwkunst is juist gebaseerd op feilloze geometrie, statica, en nieuwe bouwtechnieken en werd sterk beinvloed door verre culturen.
Dit onderzoek naar de constructie van Gaudí’s schijnbaar ongebonden vormentaal is aangevuld met de foto’s die Emilio Canosa maakte en publiceerde in de tijd dat Gaudí ontwierp en bouwde.
ISBN 978-90-5973-021-2 Nederlandstalig gebonden | 432 pp Episode Publishers
Wie is er online
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 112 gasten